27 sep 2022
|
Gezondheid
Celtherapie is in opkomst en wordt inmiddels ingezet bij meerdere soorten kanker. Toch is er nog veel onderzoek nodig én zijn de kosten van deze therapie hoog. Voorzitter van het Antoni van Leeuwenhoek René Medema vertelt meer over celtherapie en de impact van de kosten daarvan.
Medema stelt dat celtherapie een relatief nieuwe vorm is om sommige vormen van kanker te genezen. Cellulaire therapie is er in verschillende vormen. Bijvoorbeeld Car-T-celtherapie, waarbij eigen of donor witte bloedcellen genetisch worden gemodificeerd om de kankercellen te vernietigen. “Tot nu toe kopen academische ziekenhuizen de gemodificeerde bloedcellen bij de farmaceutische industrie. Daar hangt een flink kostenplaatje aan. Voor één patiënt kost dat 300.000 euro en daar komen de kosten voor opname, behandeling en verpleging natuurlijk nog bovenop.” Medema legt uit waarom dit zo duur is: “Een werkende cellulaire therapie heeft een lang ontwikkeltraject en is minder gemakkelijk op grote schaal te maken zoals een goed werkende pil bijvoorbeeld. Het is maatwerk en de farmaceutische industrie wil natuurlijk ook het ontwikkeltraject ‘terug’ verdienen.” Hij kan zich voorstellen dat het voor zorgverzekeraars lastig wordt om mee te gaan in die hoge kosten. “Celtherapie ontwikkelt zich, er komen steeds nieuwe toepassingen. Dat is heel goed nieuws voor patiënten, maar de zorgkosten komen wel ernstig onder druk te staan.”
Medema vertelt dat zij zelf ook vormen van celtherapie maken, met name voor vaste tumoren. Deze zomer is bijvoorbeeld de TIL-studie afgerond, de eerste fase 3-studie ter wereld voor celtherapie bij melanoom. De kosten daarvan zijn aanmerkelijk lager; 60.000 euro. “Het principe van academisch geproduceerde celtherapie is hetzelfde, we werken met cellen van de patiënt die - indien nodig - genetisch gemodificeerd kunnen worden in onze eigen laboratoria. En wij zijn niet het enige ziekenhuis dat daar mee bezig is, vrijwel alle academische ziekenhuizen onderzoeken of zij zelf celtherapie kunnen gaan aanbieden. Wij investeren veel in academische farmacie, in onderzoeken hoe we de productie van celtherapie in eigen beheer kunnen uitvoeren. Mogelijk is er in een later stadium een grotere faciliteit nodig, dan zijn er voldoende mogelijkheden om zelf de therapie te maken tegen minder kosten.”
Het spreekt vanzelf dat er voor het maken van celtherapie vergunningen nodig zijn en er aan tal van eisen en kwaliteitscriteria moet worden voldaan. “We hebben momenteel zelf een TIL therapie in ontwikkeling die we waarschijnlijk zelf bij EMA gaan registreren. Dat zijn we niet gewend, wij zijn er voor de patiënt, maar celtherapie is ook een maatschappelijk item vanwege de enorme kosten. Daarom willen we het zelf doen, lagere kosten - meer patiënten helpen met deze therapie.”
Hoewel celtherapie aan een opmars bezig is, blijft vroege detectie van kanker belangrijk. Eind 2021 opende het AVL daarom een Centrum voor Vroegdiagnostiek. “Vroegdiagnostiek bestaat natuurlijk al langer, denk aan de mammografie, uitstrijkje en het bevolkingsonderzoek darmkanker. In het Centrum gaan we een stapje verder, want kanker blijkt een steeds groter probleem te worden in de samenleving. Om dat probleem het hoofd te bieden is het belangrijk om kanker vroeg te detecteren. Hier onderzoeken we mensen met signalen die kunnen duiden op kanker én mensen die vanwege risicofactoren extra in de gaten gehouden worden.” Medema stelt dat er met vroegtijdige opsporing en het ontdekken van tumoren meer behandelopties zijn die vaak minder ingrijpend én minder kostbaar zijn. Minder ingrijpend betekent ook dat mensen vaak korter uit het arbeidsproces zijn. Het Centrum houdt zich ook bezig met research. Bijvoorbeeld om de onderzoekstechnieken te verbeteren. Medema stelt dat - hoewel het centrum nu al effectief is - er nog steeds ‘bijvangst’ is. “We zoeken naar methodes om de onderzoekstechnieken te verfijnen.” Een mooi voorbeeld daarvan is dat de onderzoeksgroep van Gerrit Meijer (al voor het centrum bestond) ontdekte dat er voor het bevolkingsonderzoek darmkanker naar aanvullende karakteristieken in de ontlasting gezocht kan worden om vast te stellen of het daadwerkelijk om een hoog-risico voorloper op darmkanker gaat of dat het iets onschuldigs is. “Dat onderzoek leidde naar een nationale studie.”