30 aug 2019
|
Industrie
Journalist: Hugo Schrameyer
Nederland heeft een lange traditie met het scheiden van afvalstromen, maar dat neemt niet weg dat er verbeterkansen bestaan.
In maatschappelijke discussies over duurzaamheid en milieuvervuiling wordt er steevast gewezen naar het plastic soep-probleem. En inderdaad: er is sprake van een significante uitdaging. In onze oceanen en zeeën drijft steeds meer plastic afval, terwijl daarbij tevens een nuance valt aan te tekenen. De westerse wereld, Nederland meegerekend, heeft de infrastructuur van recyclestromen behoorlijk op orde. Vooral de vervuiling in Azië draagt bij aan de plastic soep.
Het Afvalfonds Verpakkingen signaleert in ieder geval dat het recyclepercentage van verpakkingsafval steeds verder stijgt. In Nederland dan, waarbij de meest recente cijfers dateren van 2017. In een verslag over dat jaar staat letterlijk: ‘In 2017 werd 78% van alle op de markt gebrachte verpakkingen gerecycled versus 75% in 2016. Dat is te danken aan het positieve inzamelgedrag van de burger en de verschillende partners in de keten: van gemeenten tot aan afvalbedrijven. Met dit resultaat laten we de EU-doelstelling van 55% ver achter ons.’
Mooie cijfers uiteraard, hoewel ondertussen tevens valt aan te tekenen dat we tegen de grenzen van de groei aanlopen. ‘Met de in 2017 gerealiseerde recyclepercentages tussen de 86% en 95% voor glas, papier/karton en metaal zijn deze grenzen voor die materialen wel zo’n beetje bereikt. En ook voor hout (71%) is niet heel veel groei meer te verwachten. De kansen voor verdere groei liggen met name bij kunststof verpakkingsafval.’
Die signalen worden ook herkend door recycle-expert Vincent Mooij. Hij toont zich tevreden over de acties die zijn ingezet, maar ziet toch ook verbeterkansen. En dan heeft hij het met name over de recycling van samengestelde plasticsoorten. Neem bijvoorbeeld de kunststof verpakkingen voor vloeibaar wasmiddel. De kunststof sleeve rondom de verpakking is vaak van een ander materiaal dan de verpakking zelf. “Verpakkingstechnisch is dat niet noodzakelijk, maar de industrie maakt die keuze om een meer verleidelijke uitstraling te stimuleren. Nu kun je zeggen: doe dat dan niet, maar dat heeft ook tot consequentie dat de verpakking een andere impressie krijgt. Fabrikanten willen absoluut niet dat als gevolg daarvan hun marktaandeel onder druk komt te staan. Daarmee is het niet zo eenvoudig om wasmiddelenfabrikanten tot een andere keuze te laten komen”, aldus Mooij.
De verpakking van vloeibaar wasmiddel is één voorbeeld. Zo zijn er wel meer te noemen. Het kunststof van tuinmeubilair bijvoorbeeld wordt verrijkt met kalk. Dat wordt gedaan om die meubelen beter bestand te krijgen tegen UV-straling. Vanuit de optiek van aanbieders misschien een logische keuze, maar dat heeft wel tot consequentie dat die kunststof meubelen lastiger vallen te recyclen.
Eén van de andere uitdagingen aan het recyclefront is de kleur zwart. Hoewel de populariteit over zijn hoogtepunt heen is, wordt de kleur zwart nog vaak gekozen voor vlees- en vleeswarenbakjes. Veelal wordt daarbij gebruik gemaakt van het pigment carbon black. Die keuze is niet alleen goedkoop, maar heeft ook het effect dat de bakjes een diepzwarte uitstraling krijgen, terwijl er nota bene alternatieven beschikbaar zijn die slechts fractioneel hoger zijn geprijsd.
“Probleem bij het pigment carbon black is dat deze diepzwarte kleur alle licht absorbeert. Juist in het recycleproces leidt dat tot problemen, omdat wij met behulp van infrarode straling plasticsoorten kunnen herkennen. Diepzwart geeft geen reflectie terug, dus is het lastig om die zwarte bakjes te traceren.”
Resumerend dus eigenlijk: Nederland doet het best goed, maar er zijn nog stappen te zetten. De industrie is daar best voor te porren, constateert Mooij. Intrinsieke motivatie speelt daarbij een rol, bijvoorbeeld vanuit de ambitie om vervuiling te verminderen. Ook lijfsbehoud is daarbij in het geding. Fabrikanten die vervuilend optreden, worden vroeg of laat ter verantwoording geroepen door de publieke opinie.
Tot slot dan: heeft Mooij nog een tip voor producteigenaren wat betreft duurzame verpakkingen? Hij is geen voorstander van samengestelde materialen. Hij ziet het liefst geen ingewikkelde toepassingen, maar regulier standaard plasticmateriaal. Zulke oplossingen vallen uitstekend te hergebruiken. “Plastic staat vaak in een kwaad daglicht, maar als je er goed gebruik van maakt, kun je plastic prima recyclen.”