7 nov 2025
|
Gesponsord
Supermarkten hebben grote invloed op wat we eten. Ondanks beloftes om plantaardig te stimuleren, domineren vlees en zuivel nog steeds het schap. Vlees is bovendien vaak goedkoper dan plantaardige alternatieven. Die voorkeuren in prijsstelling en schapruimte belemmeren de eiwittransitie: de noodzakelijke verschuiving naar plantaardig eten om klimaatdoelen te halen en dierenwelzijn te verbeteren.
De eiwittransitie uitgelegd In Nederland eten we dagelijks ruim 600.000 dieren. Momenteel bestaat ons dieet grotendeels uit dierlijke eiwitten, terwijl de overheid streeft naar een verschuiving naar meer plantaardig in 2030. Dat is gunstiger voor milieu, klimaat en het welzijn van vee en pluimvee. “Als je minder vlees eet, hoeven er ook minder dieren een rotleven te leiden”, zegt Collin Molenaar, campagnemedewerker bij Wakker Dier, een organisatie die zich inzet voor het welzijn van dieren.
Prijsprikkels sturen consumentengedrag Supermarkten bepalen in hoge mate wat we kopen. Indeling van schappen en prijsacties beïnvloeden de consument onbewust. “Een korting voelt als een goede koop en stimuleert extra consumptie. Daarom is korting op vlees onverstandig”, aldus Molenaar. Toch stunten veel ketens nog volop met vleesaanbiedingen. Vlees geldt als populaire ‘lokker’: aanbiedingen trekken klanten naar de winkel en verhogen de omzet. Alleen Jumbo besloot onlangs te stoppen met kortingen op vers vlees. Andere supermarkten, zoals Albert Heijn en Plus, blijven koplopers in vleespromoties.
De prijsparadox is hardnekkig: vlees lijkt goedkoop, maar de werkelijke kosten zijn hoger. Europese subsidies drukken de prijs, terwijl de belastingbetaler indirect meebetaalt. Ook verborgen kosten, zoals watervervuiling en stikstofuitstoot, worden niet in de supermarktprijs verrekend.
Schuivende verhoudingen Hoewel vleesconsumptie in Nederland licht daalt, gaat het tempo te langzaam. Volgens cijfers van Wakker Dier daalde de verkoop van vlees in supermarkten de afgelopen jaren met enkele procenten, maar blijft het aandeel nog altijd hoog. Supermarkten hebben beloofd dat in 2025 de helft van de verkochte eiwitten plantaardig zal zijn. Toch blijft vlees het meest verkochte eiwitproduct. “Zolang dierlijke producten zo aantrekkelijk en goedkoop blijven, halen we de doelstellingen niet”, waarschuwt Molenaar.
Wel tonen sommige ketens bereidheid om vleesvervangers goedkoper te maken dan hun dierlijke tegenhangers. Ook bieden ze vaker plantaardige alternatieven in de aanbieding aan, om consumenten te verleiden tot nieuwe keuzes. Toch blijft de omslag lastig: minder vlees verkopen betekent voor supermarkten ook minder omzet. “Het mooie is dat diervriendelijk en milieuvriendelijk hier echt hand in hand gaan”, stelt Molenaar. “Als supermarkten meer plantaardig verkopen, maken ze tegelijk snelle winst op hun klimaatimpact.”
Vooruitblik: supermarkten als sturende kracht Volgens Molenaar is de oplossing helder: “Maak plantaardig de aantrekkelijke norm.” Recepten, verpakkingen en schapindelingen kunnen dat beeld versterken. Supermarkten sturen nu vooral op wat de consument al koopt. “Maar ze kunnen ook de norm veranderen door plantaardig de standaard te maken: in verpakkingen, reclame en recepten.” Politieke steun, bijvoorbeeld via fiscale maatregelen of het afbouwen van subsidies, kan helpen. Maar vooral supermarkten zelf beschikken over de inkoopmacht om het verschil te maken. “Nu is het tijd om die macht bewust in te zetten.”