Deel dit artikel:

4 jul 2019

|

Maatschappij

Drie slimme waterprojecten

Journalist: Mark van der Heijden

Afsluitdijk 2.0

Bij een stormvloed wordt de zee opgestuwd door stormwinden. De laatste hoge stormvloed, die naar schatting eens in de duizend jaar voorkomt, vond plaats tijdens de watersnoodramp. De zeespiegel steeg toen met 3,05 meter. De Afsluitdijk moet Nederland zelfs beschermen tegen buitengewoon hoge stormvloeden, wat eens in de 10.000 jaar zal voorkomen. Uit onderzoek in 2006 bleek dat de Afsluitdijk hiertoe niet meer geschikt is. Tijd om de Afsluitdijk eens grondig onder handen te nemen.


De 32 kilometer lange Afsluitdijk zal over de gehele lengte ruim 2 meter worden verhoogd. Daarvoor worden 75.000 speciaal ontwikkelde betonblokken gebruikt om de dijk te versterken. De blokken wegen elk 6500 kilo en kunnen als legostenen in elkaar gehaakt worden. 


Met de aanpassingen zal de Afsluitdijk tot zeker 2050 voldoen aan de veiligheidsnorm. Dat lijkt kort, maar is een bewuste keuze omdat de impact van de klimaatverandering nog onzeker is. De aanpassingen zijn zo ontworpen dat de Afsluitdijk na 2050 makkelijk en met beperkte investering te versterken is tot 2100.


De spuisluizen in de Afsluitdijk worden vernieuwd. Deze voeren overtollig water uit het IJsselmeer af naar de Waddenzee. Omdat de zeespiegel stijgt en de spuisluizen daardoor minder vaak open kunnen, worden ook waterpompen in de dijk gebouwd. Zij kunnen tot 235 kubieke meter water per seconde afvoeren.


Ook nieuw is de vismigratierivier. Voor het eerst sinds de bouw van de dijk in 1932 kunnen vissen weer van de Waddenzee naar het IJsselmeer zwemmen. Een lange in het IJsselmeer aangelegde zigzag laat vissen wennen aan de overgang van zout naar zoet water en voorkomt dat zout water in het IJsselmeer terecht komt. 


Terug naar de bron

Onder de rook van Tilburg, bij de Abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven, brouwen de paters La Trappe, een van de twee trappistenbieren die Nederland kent. Het brouwproces levert flink vervuild water op, dus zuiveren de paters in een zeer compacte en energiezuinige waterzuiveringsinstallatie het water zo goed dat het op het eigen terrein geloosd kan worden. 


De waterzuiveringsinstallatie, Biomakerij geheten, ziet er van buiten uit als een flinke kas. Daarin staan twee betonnen plantenbakken van een meter hoog met daarin mooie exotische planten. Deze planten hebben een wortelstructuur die breed en diep groeien en daarnaast ook nat kunnen blijven. 


Aan de wortels hechten zich zo’n 3000 soorten micro-organismen, bacteriën, schimmels en ander minuscuul leven. Het zijn deze micro-organismen die het water zuiveren, ze eten de vervuiling als het ware op. Doordat zij zich hechten aan de wortels van de planten, zijn ze veel effectiever dan wanneer ze los door het water zweven. Er zitten simpelweg meer organismen in het water dan in een gewone waterzuivering. 


De ‘living machine’ heeft daardoor enorme voordelen. De zuiveringsinstallatie beslaat maar 6 tot 20 procent van de oppervlakte van conventionele installaties. Bovendien is tot 30 procent minder energie nodig. Het water is zo zuiver dat het op het eigen terrein geloosd kan worden.


De Biomakerij is de eerste in zijn soort in Nederland en de ontwikkeling is nog lang niet afgerond. Binnen 1 tot 2 jaar wil de abdij het water zo veel verder zuiveren dat het als spoelwater kan worden ingezet. Ook moet het mogelijk zijn om eenzelfde systeem in te zetten in een wijk. Afvalwater kan in de wijk worden gezuiverd en hergebruikt, bijvoorbeeld voor hittereductie of om planten te bevochtigen.


Boeren aan het roer

In veenweidegebied daalt de bodem in de zomer. Het grondwaterpeil zakt dan ver onder het oppervlaktewaterpeil en daarmee klinkt ook de bodem in. In Spengen, boven Utrecht, is in een gebied van 55 hectare een systeem gerealiseerd waar boeren met de drukdrainage de veenbodem vochtig houden zodat de bodemdaling wordt geremd.


Het is nieuw in Nederland dat het beheer van het grondwater uit handen wordt gegeven. De boeren hebben zelf de mogelijkheid om per perceel een stabiele grondwaterstand te realiseren; niet te droog en niet te nat. Deze aanpak levert de zeven deelnemende boeren bovendien veel inzicht op in de grondwaterstand in het perceel. Daardoor wordt ook het water- en bodembewustzijn van de boeren verhoogd.


Het systeem werkt met onderwaterdrains. De onderwaterdrains worden 10 tot 20 cm onder het slootwaterpeil aangelegd en zijn zo’n 4 tot 6 meter lang. In droge perioden kan het water via de drains het veen infiltreren, waardoor het grondwater niet te ver onder het slootpeil zakt.


Drukdrainage gaat nog een stapje verder. De onderwaterdrains worden daarbij aangesloten op een put waarin het waterpeil met behulp van een pomp onafhankelijk van het slootwaterpeil opgezet kan worden. De boeren kunnen op deze manier de grondwaterstand in hun percelen nauwkeuriger regelen. Niet alleen in droge tijden bovendien, overtollig regenwater kan na veel regenval eenvoudiger worden afgevoerd.


Doordat de boeren de bodemdaling kunnen remmen, kunnen zij ook in de toekomst langer blijven boeren. Er is bovendien nog een tweede voordeel. Bij het uitdrogen van het veen komt CO2 vrij. Door het gebruik van drukdrainage wordt de CO2-uitstoot dus verminderd.

Gesponsord