30 sep 2019
|
Industrie
Journalist: Sylvana Terlage
De energietransitie en de klimaaturgentie kunnen ook tot mooie innovatieve uitvindingen en betaalbare oplossingen leiden. Zo ontwikkelde circulaire onderneming Asbeter een methode waarbij twee grote complexe afvalstromen (jaarlijks 500.000 ton afvalzuren en 100.000 ton asbestcementafval uit dakplaten) samenkomen in één oplossing.
De stromen worden zo verwerkt dat er geen afvalzuren met hun procesvervuiling op het oppervlaktewater geloosd hoeven te worden en daar komt bij dat het asbest uit het asbestcement volledig onschadelijk is gemaakt en er jaarlijks 100.000 ton CO2-uitstoot wordt vermeden. Tot nu toe is er geen betaalbare oplossing voor asbest geweest. In het proces worden de afvalzuren niet met de traditionele CO2-rijke kalk geneutraliseerd, maar met het afvalcement uit de dakplaten, dat eenzelfde neutraliserende werking heeft. “Wij wisten al dat je asbestafval kan oplossen met zuren, maar als je zuren moet inkopen om dat asbest onschadelijk te maken is dat niet te betalen. Daarom doet niemand doet dit. Afvalzuren daarentegen hebben geen waarde en daarmee kun je het asbestafval prima oplossen. In de kern is deze uitvinding een circulair proces”, aldus Inez Postema, oprichter van Asbeter.
Twee jaar geleden ontstond het idee bij Postema en haar compagnon Pol Knops. “Ik organiseerde een congres over CO2 als grondstof en daar sprak mijn huidige compagnon. Hij is gespecialiseerd in mineralen. Omdat asbest ook een mineraal is constateerden we vrij snel dat we asbest ook konden oplossen met CO2, maar dat dit met zuren een stuk sneller gaat. En voor de economie van het proces kozen we de circulaire invalshoek met afvalzuren. Zo wordt het asbest probleem op een veilige manier opgelost.”
De uitdaging van het proces ligt volgens Postema vooral bij het verwerken van de afvalzuren. “We waren overtuigd van de mogelijkheid maar chemisch gezien is het een delicaat spel om alle vervuilingen uit de zuren onschadelijk te maken. Postema geeft aan dat het vooral belangrijk is om met een open blik te blijven kijken naar oplossingen binnen de circulaire economie. “Veel bedrijven blijven weg van het kijken naar wat kan ik nog meer met mijn restafval stromen. Maar soms bestaan er nog volop mogelijkheden: afval kunnen we zien als grondstoffen, tenzij er echt helemaal niets meer mee kan.” Ook zien bedrijven vaak op tegen de ‘end of waste’ procedures die de overheid daarvoor heeft ingesteld. Dat zijn vaak lastige en kostbare procedures. “Voor de circulaire economie moet je het veel makkelijker maken en het ook extra stimuleren. Wij willen dan ook van harte aanbevelen dat er vanuit de overheid beter in kaart wordt gebracht welke reststromen er beschikbaar zijn zodat partijen die bezig zijn met circulaire economie daarop in kunnen spelen”, benadrukt Postema.
Het circulaire proces van het bedrijf is dit jaar ook door naar de finale van de Rabo Duurzame Innovatieprijs 2019.“Tijdens onze pitch voor de jury hebben wij benadrukt dat als wij niet aan de afvalzuren hadden gedacht deze oplossing er nooit gekomen was. Het circulaire denken is essentieel gebleken.” Volgens Postema gaat het heel vaak zo met uitvindingen. “De meeste grote uitvindingen die zijn gedaan gebeurden per ongeluk en soms met een beetje toeval. Als er op het juiste moment veel kennis bij elkaar komt kunnen er verrassende uitkomsten ontstaan. Economie en ecologie gaan in dit geval mooi samen en er worden meerdere milieuproblemen tegelijk opgelost die een enorme maatschappelijke impact hebben.