Deel dit artikel:

4 jul 2019

|

Maatschappij

Een iSamenleving gebaseerd op publieke waarden

Smart Cities is een term die bij de één direct interesse en enthousiasme opwekt, en bij de ander instant jeuk en weerstand. En soms beide, om wat mij betreft de verkeerde redenen. Want of u nou enthousiast raakt of afhaakt om de ‘slimme lantaarnpaal’ of de mogelijkheden die de drone en zelfrijdende auto bieden, het zijn uitingsvormen van de digitale transformatie van onze samenleving.

Sommigen zeggen dat het een revolutie is vergelijkbaar met de introductie van de boekdrukkunst. Dat is fundamenteel! Die verandering hebben we wel in goede banen te leiden. Dat is een verantwoordelijkheid die gemeenten heel serieus nemen. Technologie en gebruik van data kan zowel bijdragen aan welzijn en geluk als aan gevoelens van onveiligheid en beperking van autonomie. En inmiddels is wel duidelijk dat op het oog onschuldige technologie, zoals sociale media, het fundament van onze democratische rechtsorde kan raken.

 

Nu kunnen we terugschrikken voor de gevaren. Of we kunnen ons laten meeslepen met de aanlokkelijke beloftes die de markt ons doet. Maar dat is niet het leiderschap waar ik en mijn collega-bestuurders voor staan. We hebben de technologie te kennen, te doorgronden zodat we zorgvuldig en onderbouwd keuzes kunnen maken. Nu is dat best lastig. Weet u precies wat het gebruik van een zelflerend algoritme in overheidsdienstverlening betekent? Dat dit al snel ‘black boxes’ zijn, waarvan we niet kunnen achterhalen hóe ze werken, maar wel overwegen ze voor bijvoorbeeld vergunningverlening in te zetten? Dit compliceert onze taak om als overheid transparant en navolgbaar te zijn natuurlijk flink.

 

Alleen door te onderzoeken en pilots te doen leren we de mogelijkheden en de bredere impact van de inzet van technologie kennen. En kunnen we dus een afweging maken of we dat maatschappelijk wenselijk vinden of niet. Nu gebeurt dat nog veel te versnipperd en op kleine schaal. Het zou de digitale transformatie vooruit helpen als we ons beter zouden weten te organiseren. Ik zou willen pleiten voor meer coördinatie, gezamenlijke financiering van kennis op dit vlak en een sterkere democratische legitimering van de kaders die we stellen aan de technologie.

 

Op Europees niveau speelt deze discussie ook. Er wordt wel gesproken over de Third Way. Niemand in Europa ziet het Chinese Social Credit systeem zitten waarin mensen op basis van gezichtsherkenning boetes krijgen (die automatisch worden geïncasseerd!) wanneer ze door rood licht lopen. Maar het Amerikaanse model waarin de markt de inzet van technologie lijkt te bepalen vinden we ook geen aantrekkelijk scenario. Europa lijkt voor de gewetensvolle variant te willen gaan. Een iSamenleving gebaseerd op publieke waarden.  De gedachte is dat we iedere nieuwe technologie en toepassing daarvan zouden moeten toetsen aan onze gedeelde (Europese) waarden.


Jan van Zanen

Voorzitter Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Gesponsord