20 nov 2023
|
Gezondheid
De dood is in Nederland lange tijd een taboe geweest, maar er zou meer over gesproken moeten worden. Ook moet iedereen voor zichzelf kunnen bepalen wanneer het leven voor hen ten einde is, vindt Coöperatie Laatste Wil (CLW). Voorzitter Rob van Doorn (68): “De wet voorziet hier op dit moment niet in, en dat moet wat ons betreft veranderen.”
Er kunnen allerlei redenen zijn om een einde aan het leven te willen maken. Er is bijvoorbeeld een heftige ziekte gediagnosticeerd die de komende jaren veel complicaties met zich mee zal brengen. Zo zijn er nog veel meer aanleidingen, vertelt Rob. “Het klinkt eigenlijk heel simpel, maar dat is het niet. Iedereen moet de mogelijkheid krijgen om op een nette, humane manier een einde aan zijn leven te maken. Dat is wat wij willen: eigen regie. Echter krijgen mensen in ons land allerlei beperkingen opgelegd zodra zij deze stap willen zetten, terwijl een groot deel van de Nederlanders vindt dat een humane dood op eigen regie in dit land mogelijk moet zijn.”
Dat dit niet kan, heeft volgens hem te maken met de huidige Nederlandse wetgeving. Wil je een einde aan je leven maken en is het je wens dat je partner of kinderen daarbij aanwezig zijn, betekent dit dat zij strafbaar zijn. “Volgens de wet is de persoon die hulp biedt, verdacht, want het is verboden om hulp te verlenen bij zelfdoding. Daar kun je een gevangenisstraf van maximaal drie jaar voor krijgen. Dat maakt dat iemand dus niet kan sterven op de manier die hij graag zou willen. Daarnaast is de wet die hierop van toepassing is, meer dan honderd jaar oud. Dat betekent dat de vaak religieuze opvattingen van toen, ook nu nog van toepassing zijn, terwijl in Nederland meer dan de helft van de bevolking niet religieus meer is.”
Daarbij komt dat wanhopige mensen allerlei vreselijke dingen doen om een einde aan het leven te maken. Ze springen bijvoorbeeld van een flat of voor een trein, zegt Rob. “Jaarlijks worden er zeker tienduizend pogingen tot zelfdoding gedaan, waarvan er tweeduizend slagen. Dat is niet alleen het probleem van de persoon zelf, maar ook van de tientallen, soms zelfs honderden mensen die erbij betrokken zijn. Buiten het feit dat het vreselijk is voor familie en vrienden, ziet de machinist het gebeuren, moet de conducteur actie ondernemen en zijn organisaties verantwoordelijk voor het opruimen. Dit is niet humaan. Als iemand om welke reden dan ook besluit dat het leven voor hem klaar is, moet dat op humane wijze kunnen gebeuren.”
De coöperatie pleit dan ook voor een oplossing. Eén die wel moet worden ingekleed met allerlei zorgvuldigheidseisen. “We gaan graag met de overheid in gesprek over hoe we een dergelijk proces zo verstandig mogelijk kunnen vormgeven. Er moet tenslotte geen misbruik van worden gemaakt. Helaas is er tot op heden nog geen gesprek tot stand gekomen, maar we blijven eraan werken. In aanloop naar de verkiezingen hebben we contact gelegd met partijen en gevraagd of ze met ons willen meedenken. We merken dat dat ook gebeurt: het is een onderwerp waarover gesproken wordt. Het hoeft voor ons ook niet per se meteen te leiden tot een wetswijziging: we kunnen ook eerst eens kijken hoe zo’n proces waarin mensen wél zelfstandig keuzes kunnen maken, verloopt.”
Inmiddels heeft de coöperatie ook de zogeheten Proeftuin bedacht, waar mensen zich voor kunnen inschrijven. “Wij willen de mogelijkheid creëren om in gesprek te gaan met de overheid namens de mensen die zich bij ons inschrijven, om zo te komen tot een methode waardoor het in de toekomst wél mogelijk is. We mogen onze eigen studie en baan kiezen, beslissen of we trouwen, kinderen krijgen… Alles. Maar als het aankomt op het levenseinde, zegt de staat: dat gaan wij voor jou bepalen. Dat moet echt anders.” Inmiddels hebben zich al duizenden mensen voor de Proeftuin ingeschreven. “Vaak willen mensen niet eens een middel hebben om er morgen een einde aan te maken, maar om rust te krijgen. Dát is voor de meesten het belangrijkst. Wij willen hier dan ook stappen in gaan zetten. We vragen tenslotte niks geks: alleen het recht om zelf te beslissen.”