25 mrt 2022
|
Industrie
Journalist: Marc van der Sterren
|
Foto: Persfoto’s
Sommige eiwitten moet je uit het gras halen vóór de koe er stikstof van maakt. Die kun je dan aan varkens voeren. Zo los je de stikstofcrisis én de sojaproblematiek op.
Nederland is van gras. Althans: toch wel een vierde deel, grofweg één miljoen hectare. En hiervan bestaat de helft uit marginale gronden die ongeschikt zijn voor voedselproductie. Hier groeit alleen maar gras.
Gras is de basis van een belangrijke Nederlandse sector: de melkveehouderij. Want het mooie van de koe is dat ze beschikt over vier magen, wat haar in staat stelt gras te verteren en om te zetten naar hoogwaardige eiwitten in vlees en melk. De helft van al het gras wordt ingekuild en ’s winters gevoerd.
Probleem is alleen dat het herkauwen een nogal inefficiënt proces is. Veel eiwitten uit gras zet het dier om in mest, methaan en ammoniak. Zo veroorzaakt de koe problemen als stikstofoverschotten die zelfs de politiek kopzorgen oplevert.
Dit terwijl de eiwitten die deze problemen veroorzaken, hoogwaardige eiwitten zijn die uitstekend zijn te vermarkten. Het bedrijf Grassa in Venlo weet deze eiwitten uit het gras te halen. “Gras is een ontzettend rijke eiwitbron”, weet Rieks Smook, algemeen directeur van Grassa. Eén hectare gras levert 2,5 keer zo veel eiwit als soja. “En met ons proces kunnen we dat eruit halen”, beweert de directeur. Bioraffinage heet dit proces. In het kort: persen, verhitten en filteren. “Zo splitsen we het gras op in vier delen. En de som der delen levert niet alleen meer euro’s op, maar ook meer duurzaamheid.”
Het eerste deel is het genoemde hoogwaardige eiwit dat een uitstekend alternatief vormt voor importsoja. Eiwitten die niet alleen geschikt zijn voor varkens, maar ook voor mensen. Voor humane voeding moet wel een ingewikkelde procedure worden gevolgd, dus het duurt nog drie tot vijf jaar voor we de graseiwitten aantreffen in pasta’s, vegaburgers of shakes.
Het tweede product is fructo-oligosacharide. Suiker met een probiotische werking zoals die in zuiveldrankjes als yakult. Ook dit is op termijn geschikt voor humane consumptie. Vooralsnog wordt het gebruikt om in de varkenshouderij het antibioticagebruik omlaag te brengen. Als derde product is er een plantaardig alternatief voor kunstmest.
Wat overblijft is het ontsloten gras. Dit is vergelijkbaar met, of zelfs beter dan het gangbare kuilgras, want de koe kan de overgebleven eiwitten eenvoudiger verteren. De melkproductie blijft gelijk of verbetert. De uitstoot voor de koe gaat wel omlaag. Ammoniak (lees stikstof) en fosfaat met wel dertig procent en het broeikasgas methaan met tien tot vijftien procent.
“Als we de helft van het kuilgras vervangen door ontsloten gras, dan haalt de veehouderij de stikstofdoelen, zonder dat de veestapel hoeft te krimpen”, claimt Smook.
Zijn claims zijn aangetoond door verschillende nationale en internationale onderzoeken en aangetoond in de testfabriek van Grassa. Hier verwerken ze 3 ton vers gras per uur, in 2023 willen ze de contouren gereed hebben voor de eerste commerciële fabriek die 32 ton gras gaat verwerken.
“We hebben de potentie een nieuwe schakel in de keten tussen gras en voedsel te worden”, zegt Smook vol overtuiging. Een schakel die nu nog de boer voorziet van voer, maar op termijn ook rechtstreeks de voedselfabrikanten bedient. Want wat met gras kan, kan met alle plantaardige grondstoffen. Met bietenloof, preiloof, eendenkroos… de mogelijkheden zijn schier oneindig. De toekomst is ontsloten.