25 okt 2021
|
Maatschappij
Journalist: Marjon Kruize
In de afgelopen anderhalf jaar waren we voor ons onderwijs grotendeels afhankelijk van online middelen. Lessen vonden plaats in videomeetings en studenten zaten dagenlang in hun eentje op hun studentenkamers te zwoegen. Dit alles liet ons, ondanks de wijze lessen die we uit het digitale onderwijs konden leren, eens te meer zien hoe belangrijk fysiek onderwijs is.
Want je weet soms pas wat je mist als het er niet meer is. “Bij fysiek onderwijs was dat echt het geval”, vertelt Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen. “Veel studenten voelden zich eenzaam en kampten met een gebrek aan motivatie. Dat gold natuurlijk niet voor iedereen, maar veel studenten vonden het lastig om zelf een ritme aan te houden en de juiste discipline op te brengen om te blijven studeren. Thuis studeren is toch heel anders dan in het klaslokaal met je medestudenten, waar je kunt praten over de zaken die je interessant, ingewikkeld of juist makkelijk vindt.”
Daarnaast was het ook voor de docenten een behoorlijke omschakeling. “We hoorden veel docenten zeggen dat ze geen docent waren geworden om de hele dag achter een laptop te zitten”, stelt Limmen. “Maar juist een aantal zaken die vooral op het HBO essentieel zijn, zoals samenwerken in teams en interdisciplinair samenwerken kan je online niet meegeven.”
Echter, elk nadeel heeft zijn voordeel en ook uit het online lesgeven zijn een aantal goede dingen voorgekomen. “En die lessen moeten we ook meenemen. Er waren namelijk wel degelijk studenten en typen onderwijs waarvoor hybride lesgeven juist goed werkte. Denk bijvoorbeeld aan een groot hoorcollege. Als dat online gegeven kan worden kunnen er nog meer mensen deelnemen en daarnaast kunnen sommige studenten zich bij zo’n hoorcollege beter concentreren als ze thuis college kunnen volgen. Bijvoorbeeld omdat ze onder normale omstandigheden een extra kwetsbaarheid hebben. En ook uitlegmogelijkheden als animaties en infographics kunnen de lesstof zeer goed ondersteunen.”
Daarnaast zijn bijvoorbeeld ook de één op één ontmoetingen in het onderwijs goed online vorm te geven. “Denk bijvoorbeeld aan stagebegeleiding”, vertelt Limmen. “De stagebegeleider kan via een videomeeting gelijk even meekijken met de stagiaire en kan efficiënt meedenken.”
Toch zal fysiek ook in de toekomst de norm blijven, meent Limmen. “Er gaat eigenlijk niets boven fysiek onderwijs. De studenten kunnen beter samenwerken en kunnen gemakkelijker in contact komen met elkaar en met de docenten. Nu is het dus zaak om die combinatie van fysiek en online onderwijs goed in te richten. En dat zal voor elke opleiding weer anders zijn. Ze moeten dus bij zichzelf nagaan wat zij als opleiding precies nodig hebben om hybride onderwijs vorm te geven. De goede dingen van het digitaal lesgeven willen we natuurlijk blijven incorporeren in het onderwijs, maar wel alleen als aanvulling op fysiek onderwijs. Het doel is dat digitale hulpmiddelen een extra dimensie geven aan het onderwijs. Maar elkaar ontmoeten? Dat blijft in het onderwijs van groot belang.”