24 aug 2021
|
Levensstijl
Journalist: Marjon Kruize
Waar bedrijven vroeger vooral beoordeeld werden op hun financiële resultaten en vooruitzichten staan er tegenwoordig hele andere zaken op de agenda. Criteria als duurzaamheid en milieu, sociaal beleid en bestuurlijke zorgvuldigheid wegen veel zwaarder. In het Engels wordt dit omschreven als ESG: Environmental, Social & Governance). En dat geldt ook zeker voor de energiesector.
De energietransitie is immers in volle gang. “Er gaat geen dag voorbij waarin we geen nieuws horen rondom beleid en strategie inzake de energietransitie”, vertelt Sandra Bouma-de Oliveira, manager mechanical engineering in de energiesector. “In onze sector spelen engineers een belangrijke rol. De energietransitie doet namelijk een enorm beroep op de vele competenties in de samenleving en de industrie. Dus zeker, en niet allerminst op de vindingrijkheid van de technische mensen die in de betrokken organisaties werken. We zien dan ook dat er een verschuiving in de arbeidsmarkt op gang komt, die aangeeft dat mensen het belangrijk vinden een bijdrage te leveren in het keren van de klimaatverandering.”
Voor een bedrijf in de industrie staat een goede strategie omtrent de energietransitie dan ook hoog op de agenda. “Deze is ook duidelijk gerelateerd aan het portfolio van een bedrijf”, stelt Hans Brasker, managing director van een leidend bedrijf in de energietransitie. “Zo kan een energiebedrijf zich bijvoorbeeld richten op CO2-besparende technologieën en volledig koolstof-vrije energieoplossingen die de carbon footprint van de bestaande en nieuw te realiseren industrieën verlaagt.”
Maar een goede bedrijfsstrategie voor de energietransitie gaat verder, vertelt Brasker. “Los van het hiervoor genoemde dient tevens een aantal voorwaarden op het niveau van bestuurlijk handelen te omvatten. Ik wijs dan bijvoorbeeld op het stellen van criteria in het operationeel model van het bedrijf, het investeren in productontwikkeling, het aangaan van complementaire samenwerkingsverbanden tussen bedrijven etcetera.”
En daarbij komen de ESG-criteria om de hoek kijken. “Overheden, financiële instellingen, externe auditors, (toekomstige) werknemers, kredietverleners, zakelijke partners en alle andere mensen die te maken hebben met je bedrijf houden deze ESG-criteria goed in de gaten.” En dat is een goede ontwikkeling binnen de sector, stelt Bouma-de Oliveira. “Bedrijven binnen de energiesector proberen elkaar de maat te nemen qua ESG. Vooraan lopen in deze ontwikkeling bevestigt de doelstelling van je bedrijf. Niet alleen in zakelijk verband, maar zeker ook qua prestaties op het gebied van milieu en samenleving.”
Het doorvoeren van een goede ESG-strategie heeft echter wel wat voeten in de aarde. “Het heeft een ontwikkel-element in zich”, vertelt Brasker. “Het begint met het stellen van de doelen; waar wil je zijn op korte en middellange termijn? Welke waarde wil je genereren voor je stakeholders, wat zijn de verwachtingspatronen en welke sociaal-maatschappelijke waarden wil je nastreven? Vervolgens ga je na wat er met je bedrijf moet gebeuren om dit te realiseren. Het staat in ieder geval vast dat ESG echt onderdeel van de bedrijfscultuur moet worden. Daarnaast moet je rekening houden met veerkracht en het vermogen om te veranderen. Ik sluit namelijk niet uit dat ESG-criteria in de sector aan verandering onderhevig zullen zijn en dat het belang van deze criteria alleen maar verder toe zal nemen. Ook nieuw talent aantrekken zal daarom een belangrijk onderdeel zijn van een goede strategie.”
Uiteindelijk kan zo’n ESG-strategie, wanneer goed uitgevoerd, ook de energietransitie verder helpen, vertelt Bouma-de Oliveira. “Het beperken van de carbon footprint van het bedrijf is een belangrijk onderdeel voor het Environmental criterium in de ESG-strategie. Daarin geldt dat niet alleen de carbon footprint van het product dat het bedrijf levert geminimaliseerd moet worden, maar ook die van het fabricageproces en de toeleveranties. Het meten en bespreken van deze footprints doet een enorm beroep op de vindingrijkheid van onze technici en uitvoerenden. Maar het brengt ook een nieuw elan in ons vak, omdat de focus ook op competitief vlak steeds meer op CO2-besparende productie komt te liggen. Deze nieuwe dimensie geeft een enorme energie-boost aan de industrie.”
En dat leidt tot een groot aantal nieuwe ontwikkelingen, vertelt Bouma-de Oliveira enthousiast. “Neem alleen al het feit dat de huidige installaties in de industrie inmiddels klaar zijn om gemoderniseerd te worden met CO2-besparende technologieën. Daarnaast onderkent de gehele industrie dat waterstof een groot deel van de toekomstige schone energievoorziening op zich gaat nemen. Zowel groene als blauwe waterstof maken op dit moment een sterke en versnelde ontwikkeling door. Dan zijn er nog de technologieën waarmee waterstof, bio-methaan, E-fuels en Sustainable Aviation Fuels geproduceerd kunnen worden uit biomassa en afvalstromen. Tot slot is er nog het recyclen van plastic tot voeding voor de ethyleenkrakers. Er wordt door engineers dus volop gewerkt aan oplossingen om duurzamer energie te produceren.”
De verwachting voor de toekomst is dan ook dat er een compleet nieuw zakelijk landschap zal ontstaan waarin duurzaamheid centraal staat. “Veel bedrijven in onze sector, maar ook in aangrenzende sectoren suggereren dat de bestaande bedrijfsmodellen te conservatief zijn en te belemmerend om de complementariteit tussen bedrijven te laten excelleren”, stelt Brasker. “Vast staat in ieder geval dat de industrie samen moet gaan werken willen we het Parijsakkoord ondersteunen. Alleen kunnen we het simpelweg niet halen. Er is een enorme rijkdom aan kansen voor hen die hun competenties willen toepassen in de energietransitie en het brengt een positieve business dynamiek met zich mee. De energiesector is in elk geval enthousiast.”