21 jun 2024
|
Gezondheid
Journalist: Jan Koning
Vanwege de steeds toenemende vergrijzing is de behoefte aan woon-zorgomgevingen in Nederland explosief gestegen. De schrijnende woningnood zorgt er echter ook voor dat gezocht moet worden naar efficiënte oplossingen om zowel zorgbehoevenden als niet-zorgbehoevenden te voorzien in hun woonbehoefte.
Om erachter te komen wat de trend is in de wereld van de woonzorgbehoefte, wordt deze vraag gesteld aan Michiel Wijnen van Zenzo Maatschappelijk Vastgoed. Hij loopt al vijftien jaar rond in het ‘wereldje’ en houdt er een aantal prachtige inzichten op na. “Kijk, de overheid maakt hun beleid gericht op het kostenplaatje. Dat kan ik ergens nog wel begrijpen, want de kosten rijzen de pan uit. Niemand wil echter dat zorginstellingen dit op gaan lossen door zoveel mogelijk mensen met een beperking in één gebouw te plaatsen. Vanuit de exploitatiegedachte lijkt dit weliswaar rendabel, maar wanneer je kijkt naar het welzijn van de mensen met een zorgvraag, is er nog een derde optie die veel beter in de behoeften voorziet.”
Die optie is precies waarin Zenzo een voorbeeldfunctie speelt waarvan Wijnen hoopt dat deze door heel Nederland zoveel mogelijk navolging zal krijgen. “Tal van sociologische studies wijzen uit dat woongenot niet zozeer te maken heeft met de hoeveelheid woonoppervlakte, maar veel meer met de buren, de omgeving, de cultuur en de sportverenigingen in de buurt. Vooral voor mensen met een beperking en een beperkte mobiliteit, is de woonomgeving van grote invloed. Wij focussen ons daarom juist bij het ontwikkelen van woon-zorgomgevingen niet zozeer op de woonoppervlakte, maar juist meer op de omgeving en dan vooral de faciliteiten in de omgeving. Je hoort mensen met een beperking namelijk zelden klagen over de beperking die ze hebben, maar er is wel heel veel welzijnsleed. Oftewel, ze voelen zich niet echt onderdeel van de maatschappij. En dat is waar het wringt, en waar we juist wat aan kunnen doen.”
Zorgproof De filosofie van Zenzo, tevens de trend die nu speelt op het gebied van woon-zorgomgevingen, is dus dat er zoveel mogelijk wordt ingezet op gemengde woonvormen. “Daarom creëren we woonvormen waar een x-aantal mensen met eenzelfde aandoening in een woonomgeving gaan wonen samen met mensen zonder beperking, met daarbinnen allerlei verschillende voorzieningen zoals een zorgaanbieder, supermarkt, sportschool en meer.”
Alle woningen die Zenzo tegenwoordig maakt – en zeker in ‘appartementvorm’ – zijn volgens Wijnen sowieso zorgproof. Iets waarvan hij verwacht dat ook andere partijen hier navolging aan zullen geven. “Er is in deze woningen en appartementen al sprake van bredere deuren en de drempels zijn verwijderd. Daarbij zitten er standaard loze leidingen voor domotica in. Voordeel daarvan is dat als er mensen zonder beperking wonen, je er niets van ziet. Wanneer je het echter nodig hebt, zijn ze er wel. De ontwikkeling van domotica gaat razendsnel. Daarin zitten hulpmiddelen die de zorg dusdanig verlichten dat we die ontwikkeling met beide handen moeten aangrijpen en implementeren.”
Toevallige ontmoetingen Door de realisatie van dit soort woonvormen – met daarin dus onder meer een zorgorganisatie – is de zorg voor zorgbehoeftigen altijd dichtbij. “Er hoeft geen zorgmedewerker meer met een auto een hele stad of dorp rond om mensen te bezoeken. Hierdoor halen we de logistieke kosten omlaag, maar wat het allerbelangrijkste is – nog buiten de technische oplossingen als bredere deuren, geen drempels en domotica – is dat we ruimtes creëren waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Wanneer wij bijvoorbeeld een gebouw maken met verschillende appartementen waarin mensen met een zorgvraag wonen, kijken we bijvoorbeeld naar de mogelijkheden voor een kinderdagverblijf. Bijkomend voordeel daarvan is dat ouders ’s ochtends en ’s avonds hun kinderen komen brengen en halen. Kinderen zijn namelijk onbeschreven blaadjes en die lopen veel makkelijker op mensen met een beperking af, en dus gaan de ouders mee. Zo zorgen we er dan voor dat – zonder dat iemand hierover na hoeft te denken of dit in de gaten heeft – verschillende mensen uit de maatschappij in contact komen met elkaar. We ensceneren hiermee als het ware de ‘toevallige ontmoetingen’. Wat we namelijk hebben gemerkt, is dat wanneer iemand zonder zorgbehoefte iemand met zorgbehoefte maar vaak genoeg tegenkomt, hij of zij sneller geneigd is om te gaan helpen. Je ziet hierdoor de bereidheid voor vrijwilligerswerk en mantelzorg toenemen. Het ontstaat gewoon echt! En dat is uiteindelijk toch de toekomst. We kunnen mensen niet meer simpelweg naar een zorginstelling sturen. Die tijd ligt achter ons. We zullen meer voor elkaar moeten zorgen.”