Deel dit artikel:

21 dec 2021

|

Maatschappij

‘Het hub-and-spoke model is het model van de toekomst’

Journalist: Jerry Huinder

Hybride werken heeft de toekomst. Maar of thuiswerken dat ook heeft? Annelou de Groot ziet meer in dichtbij werken. “Mensen willen niet ver reizen, maar ook niet te veel thuiswerken.”

Of thuiswerken na corona here to stay is? Annelou de Groot draait het liever om. Niet meer fulltime op kantoor werken is here to stay. Want daar gelooft de development director bij IWG, specialist op het gebied van flexibele kantoorruimte, heilig in. “Wat men niet meer wil, is woon-werkverkeer. Wat men niet meer wil, is in de file staan. Maar men wil wel naar kantoor, want het is gebleken dat fulltime thuiswerken bijna niet te doen is. Thuiswerken heeft ontzettend veel beperkingen, dat hebben we wel geleerd tijdens de lockdown: privé en werk liep te veel door elkaar. Het was zwaar voor de meeste mensen.” En de cijfers geven De Groot gelijk. Op het moment dat mensen weer naar kantoor mochten, deden ze dat massaal, met alle gevolgen van dien. De filerecords werden een maand geleden dag na dag gebroken. En dat zijn de mensen wel zat. De oplossing volgens De Groot: hybride werken. “Een beetje vanuit huis, een beetje op het hoofdkantoor en vooral dicht bij huis. De crisis heeft ons bewust gemaakt van het feit dat woon-werkverkeer gewoon in onze privétijd zit. Als je die tijd terug kan krijgen, dan is dat een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde. Ik geloof in work from anywhere, anytime. Dat anywhere heeft covid versneld. Door middel van technologie kunnen we nu overal werken, dat hoeft dus niet altijd op het hoofdkantoor te zijn.”


Ik sprak laatst iemand over e-health. Die zei: ‘We zijn heel lang zwanger geweest van e-health, maar door de coronapandemie is de teerling eindelijk geworpen’. Kan je je daarin vinden wat hybride werken betreft?

“Zeker. Uit ons onderzoek blijkt dat de meerderheid van de werknemers niet meer terug wil naar de oude situatie. Sterker nog, één op de vijf Nederlanders zegt dat ze hun baan opzeggen als ze weer fulltime terug naar kantoor moeten.”


Hoe vindt het pasgeboren kindje de weg naar volwassenheid?

“Deels doordat de hr-afdelingen nu bewijs hebben dat de productiviteit gelijk is gebleven, of misschien wel licht is gestegen, ten tijde van het massale thuiswerken. Dus ze weten nu dat het hun business niet schaadt. Ten tweede is er veel breder scala aan producten om hybride werken te faciliteren. Verder denk ik ook dat er veel is gedaan om thuiswerken mogelijk te maken, en onze sector, de flexibele kantooraanbieders, heeft grote stappen gezet. Ik denk dat wij een grote rol kunnen spelen in de weg naar volwassenheid, omdat werknemers niet ver willen reizen, maar ook niet te veel thuis willen werken.”


Hybride werken is dus way forward: hoe gaat zich dat verhouden?

“Wij denken dat mensen een à twee dagen op het hoofdkantoor zullen werken, want dat blijft heel belangrijk voor de teambuilding, de bedrijfscultuur, het samenwerken, strategische plannen maken, ga zo maar door. Dat hoofdkantoor heeft echt zijn nut en noodzaak. Daarnaast denken we dat thuiswerken de ideale oplossing is voor het begin en het einde van de dag. Zo vermijd je ook de files. En soms zullen mensen wel een hele dag thuiswerken, als dat beter uitkomt. De rest van het werk zal plaatsvinden in het kantoor dicht bij huis. Het zogeheten hub-and-spoke model is het model van de toekomst, er zijn veel corporates die dit model inmiddels hebben omarmd.”


Dus één hoofdkantoor met meerdere satellietkantoren door heel Nederland?

“Precies. En in die flexkantoren kan je werken met directe collega’s die ook in de buurt wonen, of met mensen van andere bedrijven. Dat werkt prima, ik werk in Den Bosch zonder directe collega’s, maar de mensen die er werken, voelen wel als collega’s. Ik zie ze bijna elke dag, ik ken ze, praat met ze bij de koffieautomaat en ik leer ook van ze, want ze brengen andere ervaringen mee. Het voordeel van zo’n flexibel kantoor ten opzichte van thuiswerken, is dat mensen zich vaak veel beter kunnen concentreren, maar je kan er bijvoorbeeld ook zakenpartners ontvangen, die laat je niet thuis langskomen. Dat veel partijen dit herkennen, zie je ook terug in de cijfers: de vraag naar kantoorruimte in B- en C-steden, steden waar het hoofdkantoor niet staat, neemt toe. Die trend zien we heel sterk.”


Hoe gaan de kantoren in dat model er in de toekomst uitzien?

“Hoofdkantoren lijken steeds meer op hotels, dat zie je nu al. Bij binnenkomst kom je in een grote lobby, met een cafeetje, een bankstel, alles is erop gericht om de werknemers een goed gevoel te geven. Op de verdiepingen zie je veel meer ruimtes die geënt zijn op samenwerken, de hokken om alleen te werken, zie je bijna niet meer. Ook de catering is anders dan voorheen: een goed broodje is een must. Nu kan je denken dat dit allemaal overdreven klinkt, maar je komt echt niet meer weg met een saai kantoor: uit ons onderzoek blijkt dat 23 procent van de jongeren hun baan opzegt als de kantoorfaciliteiten niet goed genoeg zijn. Bij de decentrale kantoren zie je veel meer privéruimtes, eenpersoonsruimtes, waar je je echt in een cocon kan terugtrekken om in stilte te werken. Maar ook hier zijn grotere vergaderruimtes om klanten te ontvangen.”


In hoeverre speelt duurzaamheid een rol bij de toekomstige kantoren?

“Dat zit ‘m tegenwoordig vooral in het welzijn van de werknemers. We hadden al een BREEAM-certificaat voor kantoren, waarin geregeld wordt dat de materialen in het pand duurzaam moeten zijn en dat het pand energiezuinig moet zijn, maar nu krijgen we steeds meer te maken met het WELL-certificaat, dat gaat over de mens. Gezonde lucht, gezonde voeding en voldoende lichtinval zijn speerpunten voor dit certificaat en we merken dat er bovengemiddelde interesse is in kantoren die hieraan voldoen. Dit past ook in de trend van gezonder leven die in het algemeen speelt in Nederland.”


Tot slot: work from anywhere dus, anytime?

“Ja, ik hoop van harte dat we ook work from anytime terug gaan zien in de toekomst. Die files staan er tussen acht en negen en tussen vijf en zeven. De hele maatschappij is nog steeds geënt op werken tussen negen en vijf. Terwijl ik bijvoorbeeld echt niet altijd het productiefst ben in die tijd. Ik vind het lekker om soms ook ’s avonds dingen uit te werken en om vier uur ’s middags bij mijn kinderen te zijn. En ik denk niet dat ik daarin de enige ben.” 


Gesponsord