26 aug 2020
|
Economie
‘Wie zijn toekomst wil veranderen, zal eerst zijn geschiedenis moeten begrijpen’. Dit is een uitspraak die mij altijd is bijgebleven. Nu ik deze zomer op de Friese wateren na een hectische periode weer eens tijd had om te lezen, ben ik me wat meer gaan verdiepen in de geschiedenis van ons Nederlands bedrijfsleven. En op die geschiedenis mogen we best wat trotser zijn.
Die geschiedenis bestaat uit een reeks aan veranderingen en ook tal van sociale ontwikkelingen. Een geschiedenis van constante vooruitgang. Wie daarom iets wil zeggen over het ‘Nieuwe Werken’, zal eerst deze context moeten begrijpen om de huidige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in het juiste perspectief te plaatsen.
De komende jaren vinden er fundamentele veranderingen plaats in hoe we met elkaar gaan werken. Door de coronacrisis zijn we bijvoorbeeld van de ene op de andere dag overgeschakeld naar (vrijwel) volledig thuiswerken. Hoewel dit voor veel bedrijven en werknemers niet het ideaal is, zullen we in de toekomst zeker gedeeltelijk aan thuiswerken blijven vasthouden. Omdat ook de voordelen evident zijn.
Ook op de langere termijn vinden er ontwikkelingen plaats die een ingrijpende invloed zullen hebben op de hoeveelheid werk, de sectoren waar het werk zich bevindt en de manier waarop dit werk wordt uitgevoerd. We werken in Nederland toe naar een duurzame en innovatieve economie met daarin een steeds belangrijkere rol voor digitalisering. Dit zal betekenen dat sommige beroepen op termijn gaan verdwijnen en dat daarvoor andere, nieuwe beroepen in de plaats gaan komen.
We staan hiermee aan de vooravond van een enorme transitie waarin we enerzijds onze toekomstige werknemers anders moeten gaan opleiden en anderzijds onze huidige werknemers (deels) moeten om- en/of bijscholen. Al deze veranderingen zullen een enorme impact hebben. Impact op onze ondernemers, op markten maar ook op onze medewerkers. En niet iedereen zal al deze verandering even goed kunnen bijbenen.
Als scheidend VNO-NCW voorzitter wil ik u daarom een ding meegeven: laten we er nu met elkaar voor zorgen dat we ook aandacht hebben voor de mensen die deze veranderingen minder goed kunnen bijbenen. Hiervoor is een gezamenlijke inzet vereist van werkgevers, vakbonden, het kabinet én de onderwijssector om mensen door ‘een leven lang leren’ aan een nieuwe baan te helpen. Alleen op deze manier maken we werknemers weerbaarder op de steeds veranderende arbeidsmarkt. Zo zorgen we ervoor dat ook het ‘Nieuwe Werken’ onderdeel blijft van onze geschiedenis van vooruitgang.
Hans de Boer,
Voorzitter VNO-NCW