24 mrt 2021
|
Maatschappij
Journalist: Marjon Kruize
Onze gebouwen worden steeds slimmer. Ze zitten vol vernuftige technologieën waarmee van alles gemeten en gereguleerd kan worden. Maar wat doen we nou echt met die data? En wanneer is een gebouw echt slim?
“Slimme gebouwen leveren data”, stelt Nicholas White, mede-oprichter van Smart Building Certification. “Maar alleen het implementeren van technologie is niet genoeg. Het gaat er uiteindelijk om wat je met die technologie doet. Je ziet vaak dat mensen een slim gebouw maken en zich vervolgens afvragen waar hun waarde blijft. Dan heb je het dus niet op de juiste manier aangepakt. Een slim gebouw heeft technologie en is gemaakt met technologie die geïntegreerd is in het bedrijfsproces, alleen dan kan het waarde leveren.”
Een slim gebouw is dus niet enkel een gebouw waar technologie ingezet is, maar een gebouw dat daarmee ook extra waarde levert. “De gebruiker van de gebouwen moet iets kunnen met de data die uit het gebouw komt”, stelt Wouter Truffino, tevens mede-oprichter van Smart Building Certification. “Zij moeten hier inzichten uit kunnen halen om het gebouw beter te laten werken voor de gebruikers, het bedrijf en de wereld eromheen. Wat dat is, is daarom ook volledig afhankelijk van de wensen die je hebt. Wil je een energieneutraal gebouw of wil je meer services bieden voor je mensen? Uiteindelijk gaat het over gebruik, performance, environment, gezondheid, veiligheid, gedrag, design en connectiviteit. Als je niet de juiste data uit je sensoren kunt halen, heb je er niet zoveel aan. Dus het moet wel met elkaar verbonden worden en de juiste data leveren voor jouw doelstellingen.”
Om aan te tonen dat een gebouw slim is, wordt daarom op dit moment certificering uitgerold. “Nicholas en ik zijn hier samen met Elizabeth Nelson mee begonnen om de bouw slimmer te maken en gebouwen te kunnen vergelijken, zodat we sneller kunnen leren wat een slim gebouw is”, stelt Truffino. White: “Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de aanwezige technologie, maar ook naar hoe deze gebruikt wordt. Hebben de juiste mensen toegang tot de data? Is de technologie onderdeel van de bedrijfsstrategie? We bedenken als het ware het minimum als het gaat om goed building usage management en building environment management en de methodologie, maar slimme gebouwen zijn flexibel, dus er is ook ruimte voor nieuwe innovaties. Het is een technisch verhaal over wat het is en hoe het werkt, maar belangrijker nog is dat je de brug slaat en gaat kijken waarom we het doen.”
Er zijn namelijk een aantal uitdagingen waar gebouweigenaren momenteel mee kampen. “Denk alleen al aan het hele COVID-19 verhaal”, stelt White. “Een gebouw dat niet slim is kan in de huidige tijd eigenlijk niet openblijven, want je moet informatie hebben over social distancing, ventilatie, luchtkwaliteit en hygiëne en dit ook kunnen managen. Daarnaast moeten we ook na gaan denken over de periode na corona, waarin een groot deel van de bedrijven minder kantoorruimte wil gaan gebruiken. Hoe kan je er dan voor zorgen dat het kantoor slim en efficiënt ingezet kan worden waardoor het toegevoegde waarde blijft bieden.”
En dan is er natuurlijk ook nog het duurzaamheidsverhaal. Truffino: “We willen in 2030 voldoen aan het klimaatakkoord en dan kan je wel gaan roepen dat je gebouw duurzaam is, maar je moet dat ook met data inzichtelijk kunnen maken. Slimme bouw kan daarin echt iets toevoegen. Momenteel is dit nog vrij kostbaar, maar door de exploitatie slimmer aan te pakken en tech in te zetten om bedrijfsprocessen te ondersteunen kan dat in de toekomst veel goedkoper. Daar ligt de toekomst, maar ook de uitdaging. Uiteindelijk gaat het om de procestransformatie waarin gebouwen niet alleen de nieuwste snufjes bezitten, maar ook echt een toegevoegde waarde leveren voor mens, bedrijf en milieu.”