Deel dit artikel:

24 sep 2018

|

Gezondheid

Hygiëne in zorg kan stimulans gebruiken

Journalist: Hugo Schrameyer

Onder druk van bezuinigingen is het schoonmaakbudget in de gezondheidszorg de afgelopen jaren behoorlijk afgeroomd. 

Er treedt een verschuiving op in de schoonmaakbranche. Ook als het gaat om de hygiëne in zorginstellingen als ziekenhuizen en verpleeghuizen. In plaats van inspanningsgerichte prestaties (‘twee maal per dag het toilet reinigen’), verschuift de nadruk steeds verder richting resultaatgerichte prestaties. Oftewel: als het schoon oogt, niets meer doen. Dat klinkt absoluut acceptabel, zeker in een kantoorruimte, maar schijn bedriegt, benadrukt Charlotte Michels. Zij is afgelopen twintig jaar in verschillende ziekenhuizen als deskundige Infectiepreventie werkzaam geweest. In 2003 heeft ze CareB4 opgericht, een adviesorganisatie voor infectiepreventie.


Probleem is dat het resultaat van een schoonmaakactiviteit niet altijd gemakkelijk valt te beoordelen. “Als je eerst met een doekje de wastafel schoonmaakt, daarna het toilet en vervolgens de deurknop, dan ziet het er misschien schoon uit. De realiteit is echter dat de deurknop dan krioelt van de bacteriën”, constateert Michels. 


Beter is het eigenlijk om terug te keren naar inspanningsgerichte werkzaamheden, waarbij volgens een vooraf opgesteld schema schoonmaakdiensten worden verricht. Dat kost echter vaak meer tijd en dus meer geld. “De schoonmaakbranche is helaas nog steeds een sector die financieel gestuurd is. Als de geldkraan verder wordt dichtgedraaid, stijgen de infectierisico’s. Dat komt omdat risicovolle ruimtes als een patiëntenkamer en toilet dan ook resultaatgericht schoongemaakt worden”, stelt Michels, die niettemin net zo goed ruimte neemt voor een meer positieve insteek.


Je kunt namelijk zeggen dat de schoonmaaksector onder druk staat. Je kunt ook stellen dat verbeteringen niet meer zo snel gaan als voorheen. De eisen aan de kwaliteit van schoonmaak worden steeds hoger door intensievere zorg en daarmee intensiever gebruik van ruimten. Er is veel aandacht voor resistente bacteriën, die absoluut niet verspreid mogen worden. Scholing van medewerkers is daarom pure noodzaak. “Je ziet dat leveranciers slagen maken om hun producten te verbeteren, hoewel je natuurlijk altijd kritisch moet blijven op de kwaliteit ervan.” 


Annette van der Meulen is directeur van de Nivo Groep en Nivo Academie, een instituut dat schoonmaakopleidingen verzorgt. De schoonmaaksector is een tak van sport met twee ontwikkelingslijnen, reflecteert zij. Enerzijds mag je stellen dat de industrie de ambitie heeft om tot interessante innovaties te komen. En dan heb je het bijvoorbeeld over hangende toiletpotten, kunststof vloeren of vloeistofdichte voegen tussen de tegels. En aan de andere kant valt inderdaad niet te ontkennen dat er zoiets bestaat als een bezuinigingsdrang.


“Dat heeft bijvoorbeeld tot consequentie dat toiletgroepen niet twee keer,  maar één keer per dag worden schoongemaakt”, vertelt Van der Meulen. “Dat lijkt geen drama, maar geloof me: dat kan een wereld van verschil betekenen. Zeker op bezoekersintensieve locaties, zoals scholen, ziekenhuizen of andere openbare instellingen, kan een regelmatige schoonmaakbeurt duidelijk de doorslag geven.” En wat ook wel gezegd mag worden: de verruwing in de maatschappij helpt daar niet echt bij. “Het is zeker niet allemaal kwaadwillendheid. Een oudere die naast de pot plast, kun je dat misschien niet helemaal kwalijk nemen. De opvatting over respect voor andermans bezit, dus ook over sanitaire voorzieningen in openbare ruimtes, is de laatste jaren duidelijk veranderd.”


Wat in de context van de ontwikkelingen tevens meespeelt, is de drijfveer van schoonmaakpersoneel. Het leeuwendeel van de medewerkers in deze branche zit er in voor het salaris aan het einde van de maand. Er bestaat vrijwel bij niemand zoiets als intrinsieke motivatie. “We doen veel aan trainingen om mensen bewust te maken van schoonmaakbelang, maar toezicht blijft onverminderd nodig. Goede begeleiding en aandacht voor de inspanning is noodzakelijk om medewerkers te blijven wijzen op hun verantwoordelijkheden.”


Gesponsord