27 okt 2020
|
Levensstijl
Journalist: Marjon Kruize
“Het begon met witte, gevoelloze vlekken. Al snel had ik links en rechts wondjes – ik voelde het niet als ik mij bezeerde. Zelfs als ik een hete pan tegen mijn huid kreeg, voelde ik het niet. Pas toen mijn handen verkrampten en vervormden, realiseerde ik me dat er iets goed mis was. Ik was zo bang’’, zegt Parbati uit Nepal. Zij is de vrouw op de foto.
Acht jaar geleden kreeg Parbati de diagnose: ‘je hebt lepra’. “Plaatsgenoten begonnen mij te mijden”, vertelt Parbati. “Ze klampten mijn broer aan bij wie ik woonde: ‘Kijk uit voor haar, straks besmet ze jou’. We gingen daarom van verschillende borden eten. Al mijn spullen moest ik apart houden en ik mocht niets meer aanraken. Maar mensen om ons heen bleven bang en zeiden: ‘Zij moet ergens anders wonen’. Uiteindelijk moest ik weg en leefde ik verstoten, gescheiden van iedereen. Het ging steeds slechter met me. Ik kon niet meer lopen. Wilde ik me verplaatsen, dan kroop ik als een dreumes, of ik liep op mijn knieën. Jarenlang.’’
“Mijn vader is gestorven en mijn broer emigreerde naar een ander land. Ik zie mijn familie nooit meer. Lepra legt een smet op je familie, mensen denken dat het een vloek of straf van God is. Ze willen daarom niet meer met je omgaan, ook omdat ze bang zijn besmet te raken.’’
Maar er is iets goeds gebeurd in het leven van Parbati. “Ik ben gevonden door een opsporingsteam. Zij brachten me naar het lepraziekenhuis in Anandaban, waar ik wondverzorging kreeg, behandeling en operaties. Na mijn genezing leerde ik lezen en schrijven. Ik heb nu zoveel lieve mensen om mij heen – ik zie hen als mijn familie. Ze hielpen mij mijn waardigheid terugvinden. Nu heb ik weer hoop en toekomst.’’
Inmiddels heeft Parbati, met steun, een klein winkeltje geopend. “Ik verkoop van alles en nog wat. Het draait goed, al heeft COVID-19 nu wel een heel negatieve invloed. Maar weet je, ik kan op mijn eigen benen staan. Niet letterlijk natuurlijk, maar ik kan mezelf onderhouden. Ik ben daar ongelooflijk dankbaar voor. Mijn leven is hersteld. Naar alle mensen toe, die hulp mogelijk maakten voel ik diepe dankbaarheid. Het liefste zou ik hen allemaal persoonlijk bedanken, voor hun daden, voor hun gebeden, voor hun giften. Dat gaat niet lukken, maar ik ben blij dat ik hier op deze plek mag zeggen: dank jullie wel, God bless you!’’
Dit jaar ervaren we zelf hoe het is om afstand te moeten houden van elkaar – of zelfs om in quarantaine te leven. Leprapatiënten weten als geen ander hoe isolement en diepe eenzaamheid voelen. Iedereen ziet de schade aan je lichaam en uit angst voor besmetting blijven mensen ver uit je buurt, ook al ben je genezen.
Lepra, ook bekend als melaatsheid, is een besmettelijke ziekte die kan lijden tot ernstige vervormingen aan onder andere handen, voeten en ogen. Misschien klinkt lepra als een ziekte van eeuwen geleden, maar de realiteit is dat elke twee minuten iemand de diagnose lepra krijgt. De infectieziekte is goed te genezen, maar daarvoor is wel financiële steun nodig.