5 mrt 2020
|
Maatschappij
Journalist: Hugo Schrameyer
De belangstelling voor duurzaam opgewekte stroom groeit weliswaar, maar er bestaat nog veel onduidelijkheid over échte groene stroom. De term die in deze context vaak valt, is sjoemelstroom. Daarbij gaat het om fysieke stroom gecombineerd met groene stroomcertificaten uit het buitenland.
Komen we meteen maar tot de hamvraag. Want als particulieren en ook bedrijven steeds meer belangstelling aan de dag leggen voor groene stroom, waar dan op te letten? Heel simpel, reageert groene stroom-expert Joost Posthuma. “Dan moet je letten op de term GvO, een afkorting voor Garantie van Oorsprong. Met dit begrip wordt hetzelfde bedoeld als groencertificaat. Daarmee wordt het bewijs aangevoerd dat de geleverde energie daadwerkelijk duurzaam is opgewerkt. Het wil ook gebeuren dat stroom uit kolencentrales worden vergroend. Dan wordt er ook gebruikgemaakt van een GvO, maar dan van een GvO van waterkracht uit Scandinavië.”
Daar lag de oorspong ook, bij die waterkrachtcentrales in Scandinavië. Door het vermarkten van de groencertificaten werden de bijbehorende duurzaamheidsgaranties op de markt gebracht, waarna ze werden ingekocht door Nederlandse leveranciers die gebruik maakten van stroom uit vervuilende centrales. “In veel gevallen maak je als afnemer geen gebruik van groene stroom, maar van grijze stroom. Dus een soort van tussenvorm: stroom uit bijvoorbeeld een kolencentrale in combinatie met groene stroomcertificaten uit het buitenland.”
Bijkomende probleem is deze stroom wel als groene stroom in de markt wordt gezet. Het volume aan buitenlandse certificaten is enorm groot, hetgeen tevens betekent dat er op Europese schaal een enorme hoeveelheid groene stroom wordt gecreëerd. Daarmee ontbreekt ook de prikkel om een daadwerkelijke duurzaamheidsomslag te maken. “Er bestaat aan afnemerszijde weliswaar steeds meer besef over GvO’s en echte groene stroom, maar we zijn er helaas nog lang niet. Veel energieleveranciers wekken graag de suggestie dat ze iets goeds voor het milieu doen, maar in feite ben je dus gebruiker van grijze stroom.”
En toch. Om de materie net even wat ingewikkelder te maken. Er ligt geen leiding tussen de afnemer en de producent van groene stroom. Dus eigenlijk weet je nooit helemaal zeker of je milieubewust bezig bent. Strikt genomen, is dat inderdaad juist, reageert Posthuma. Om deze complexiteit wat te vergemakkelijken: je zou het stroomnetwerk kunnen vergelijken met een groot zwembad dat is afgevuld met emmers water van groene en van vervuilende leveranciers. “Hoe meer afnemers besluiten dat ze willen kiezen voor groene stroom met een Garantie van Oorsprong, hoe meer emmers de groene leverancier moet leveren. Dus wordt de totale hoeveelheid vanzelf telkens groener.”
Die constatering valt tevens in cijfers uit te drukken. Volgens het CBS werd in 2018 18,2 miljard kilowattuur elektriciteit geproduceerd uit hernieuwbare bron. Dat komt overeen met ongeveer 15% van het totale elektriciteitsverbruik en met 7,4% van het totale energieverbruik in Nederland. Op zich best aardige cijfers, maar de groei zit er nog niet echt in. Er is dus nog altijd werk aan de winkel, aldus Posthuma. “Wat iedere consument in Nederland kan zien, is dat het aantal woningen en gebouwen uitgerust met zonnepanelen een enorme vlucht heeft genomen. Er zijn inmiddels 700.000 gebouwen met een zonnepaneel op het dak. Het is ondertussen gewoon een verdienmodel geworden. Je bent niet alleen milieubewust bezig, je kunt er ook nog aan verdienen.”
Een initiatief dat in dit verband zeker ook genoemd kan worden, is de CO2 Prestatieladder, die door spoorweginfrastructuurpartij ProRail werd ontwikkeld en nu op grote schaal wordt toegepast. Inmiddels maakt niet alleen deze partij er gebruik van, maar ook tal van bedrijven in de bouwsector, Rijkswaterstaat, circa 20 gemeenten, bijna alle provincies en diverse netwerkbedrijven. De kracht van de CO2-Prestatieladder is dat het bedrijven zelf aan het werk zet om, op basis van eigen inzicht en mogelijkheden, ambitie te tonen en maatregelen te nemen, die ook doorwerken in de uitvoering van projecten.
In de bouwsector is er veel te doen over bouwen volgens groene normen. Ook de CO2 Prestatieladder kun je daarbij als instrument inzetten, waarbij er tevens kan worden gekeken naar de eigen inspanning in relatie met de C02-uitstoot van de totale keten. “Wil je in aanmerking komen voor de hoogste norm, dan kun je er niet meer onderuit om te kiezen voor échte groene stroom.”