29 mrt 2018
|
Gezondheid
Journalist: Jerry Huinder
Het moment is nu. De gezondheidszorg is klaar om de technologische revolutie volledig te omarmen. Althans, volgens Lucien Engelen. “Ik denk dat we over vijf jaar terugkijken naar dit moment en dan concluderen: toen gebeurde het.”
An object formerly known as a plant. Lucien Engelen wees afgelopen juni in een vlog achter zich naar een lusteloze, uitgedroogde plant toen hij zijn gemoedstoestand probeerde te omschrijven. Zeven jaren als Director Radboudumc REshape Center for Innovation hadden hun tol geëist. Dag in dag uit was Engelen met veel passie bezig geweest met het duiden van de mogelijkheden van technologische innovatie in de gezondheidszorg. Een baan die je opslokt, aldus Engelen, want innovatie werkt volgens de innovator verslavend. Hij nam een stapje terug om aan zijn eigen gezondheid te werken. Om het los te laten. Inmiddels is hij weer volop bezig met zijn missie om de gezondheidszorg toekomstbestendig te maken. En hoewel hij een paar keuzes heeft gemaakt is dat loslaten niet helemaal gelukt. Zoals hij zelf al voorspelde: ‘Once you’ve seen the things that are possible, you impossibly can make it unseen.’ Alleen: waarom denkt de rest van de mensen in de gezondheidszorg toch niet hetzelfde? “Er komt een moment dat artsen worden aangeklaagd omdat ze niet alle technologische ontwikkelingen hebben benut. Je kunt je er niet aan onttrekken.”
Zoveel mogelijkheden, zo weinig ingezet. Was het zo frustrerend dat je een stapje terug moest doen?
“Mijn stapje terug had ook een puur medische reden, laat dat duidelijk zijn, maar het is zeker frustrerend dat de mogelijkheden niet volledig benut worden, die combinatie maakte een reset onvermijdelijk. Aan de ene kant komt er een verdubbeling aan in de zorgvraag terwijl het budget op zijn hoogst gelijk blijft. Aan de andere kant zijn er dus volop technische mogelijkheden die in andere sectoren wel volledig worden uitgerold. Denk aan de muziekwereld of aan de banken. Daar is technologie niet meer weg te denken.”
Volgens de eHealth-monitor van Nictiz/NIVEL wil driekwart van de patiënten aan de slag met nieuwe technologieën, maar krijgt het niet aangeboden. Wat is het grootste obstakel?
“Ten eerste zeggen de professionals dat de patiënten er niet om vragen, dus voelen ze de noodzaak niet, je ziet dus een bijzondere kloof van partijen die op elkaar wachten. Ten tweede is het meestal een geldkwestie, maar dit klopt niet, want door technologische ontwikkeling bespaar je juist uiteindelijk veel geld. Alleen niet daar waar het uitgegeven wordt en dát is het probleem. Stel je voor dat een oudere patiënt niet naar het ziekenhuis hoeft te komen voor een afspraak, maar vanuit huis de dokter kan spreken. Je bespaart dan op het vlak van vervoer en dus CO2-uitstoot, je bespaart op gewonnen arbeidsuren omdat het kind geen vrij hoeft te nemen om zijn ouder te begeleiden, je bespaart op het geld voor de parkeergarage, ga zo maar door. Alleen ziet het ziekenhuis, degene die de investering moet maken, hier niks van terug. Eigenlijk is geld dus geen echt obstakel, maar wordt het vaak gebruikt als excuus.”
Maar als financiën het probleem niet zijn, wat dan wel?
“Het is een gevoelskwestie. Zeventig procent van de patiënten googlet tegenwoordig eerst wat hij heeft en gaat daarna naar de dokter voor een ‘second opinion’. Die professionals denken dan: ‘Ja maar daar heb ik niet 17 jaar voor gestudeerd!’ Ze hebben onvoldoende notie van de druk die er in de toekomst komt te liggen op hun werk. Ik probeer ze dan uit te leggen dat ze het met hun huidige budget sowieso niet gaan redden. Zonder technologische hulp kunnen ze misschien 8 patiënten zien, terwijl dat er met hulp wel 16 kunnen zijn.”
Is die weerstand goed te vatten in het nieuws dat onlangs naar buiten kwam? Namelijk dat patiënten die dat willen hun onderzoeksuitslagen in hun online ziekenhuisdossier moeten kunnen inzien zodra die beschikbaar zijn, aldus Patiëntenfederatie Nederland. En ze niet onnodig lang hoeven te wachten tot artsen de tijd hebben om de uitslagen voor te leggen?
“Deze discussie heeft veel lagen. Ons Academisch Medisch Centrum, het Radboudumc, was in 2012 de eerste die de dossiers openstelde voor patiënten. In UMCUtrecht hebben ze dossiers twee jaar later zelfs real time beschikbaar gemaakt. Dus het gebeurt wel, maar niet altijd en artsen hebben daar wel deels een valide reden voor, namelijk: met de uitslag alleen kun je niet zo veel. Het gaat om het vervolg.”
Maar wellicht is een appje van het ziekenhuis met de tekst ‘Hoi, uw resultaten zijn bekend, u heeft longkanker, maak gauw een afspraak met uw longarts voor de bestraling’ niet helemaal de weg die we willen inslaan in Nederland. Hoe ziet u dat?
“Dan zet je het wel heel scherp neer, de werkelijkheid is veel minder kil. Patiënten zien hun resultaten in een portal waar ook de mogelijke behandelingen komen te staan met gevalideerde informatie. En ik snap best dat er mensen zijn die liever thuis op de bank met hun partner het slechte nieuws te horen krijgen. Maar tegelijkertijd zijn er ook mensen die dit helemaal niet willen en het liever persoonlijk van een arts horen. Het moet een keuze van de patiënt zelf zijn, de sector moet die mogelijkheden bieden.”
U bent een groot voorstander van zelfzorg van patiënten door middel van digitale zorg. Wat is de grootste doorbraak geweest die u ooit heeft meegemaakt op dit gebied voor onze gezondheidszorg?
“Misschien moet de grootste doorbraak nog komen. Of beter: de grootste doorbraak is nu aan het ontstaan. Patiënten accepteren het niet meer om geen digitale mogelijkheden te hebben. En geef ze eens ongelijk. Vergelijk het met een bank. Stel je voor dat iemand zijn saldo wil weten en dan het antwoord krijgt: ‘Nee, nee, nee, komt u maar even langs, wie weet wat er allemaal misgaat als u zomaar uw saldo ziet. Een andere grote doorbraak is dat de grote techbedrijven met oplossingen komen en in het gat springen dat we als zorg open hebben laten liggen. Mensen hebben te maken met verschillende dokters, ziekenhuizen, gezondheidscentra en die hebben allemaal hun eigen portal. Het nieuws dat Apple dit nu gaat samenvoegen in één app zodat je alles in één keer kan zien op je iPhone is een grote stap voorwaarts. Natuurlijk heeft niet iedereen een iPhone maar Apple is vaak een voorloper en concurrenten gaan dit kopiëren.”
Smart cities, smart driving, smart gezondheidszorg?
“De gezondheidszorg is natuurlijk al heel smart, maar het feit dat Apple zich er nu mee gaat bemoeien is echt een omslagpunt. En Apple is niet de enige. Ook Amazon is bezig. Die kochten vorig jaar de supermarktketen Whole Foods en laat de supermarkt nou de volgende hub worden voor laagdrempelige gezondheidszorg. Dan moet je denken aan bloeddruk meten bijvoorbeeld, dat gaat in de supermarkt gebeuren in de toekomst. En als er dan medicijnen nodig zijn, dan heeft Amazon het distributienetwerk om de volgende dag te leveren. Ik denk dat we over vijf jaar terugkijken naar dit moment en dan concluderen: toen gebeurde het.”
Leuk al deze nieuwe technologieën en mogelijkheden, maar hoe zit het met privacy?
“Dat los je op by design, dat wil zeggen: in alles dat je doet neem je privacy als uitgangspunt. Privacy in de gezondheidszorg is natuurlijk van alle tijden, alleen ligt de focus er nu enorm op. Het gevaar is dat de privacydiscussie de ontwikkeling geheel stil legt. Daar moeten we voor waken. Natuurlijk, veiligheid is belangrijk, maar het moet de nieuwe ontwikkelingen niet te complex maken. Op het gebied van privacy maken mensen zich ook zorgen om de techgiganten. Maar ik heb liever een app van Apple, een bedrijf dat enorm veel te verliezen heeft als er iets misgaat, dan een app van een onbekende ontwikkelaar op een zolderkamer ergens in Oost-Europa. De grote techgiganten kijken wel uit met privacy issues, die hebben een reputatie hoog te houden.”
En hoe krijg je dan uiteindelijk toch de artsen mee?
“Er zijn professionals die niet kijken naar de technische mogelijkheden omdat ze bang zijn dat ze worden aangeklaagd omdat ze bijvoorbeeld ’s nachts niet hebben gereageerd op een bericht in de portal. Tegen die mensen zeg ik altijd: ‘Er komt een moment dat artsen worden aangeklaagd omdat ze niet alle technologische ontwikkelingen hebben benut. Je kunt je er niet aan onttrekken.”
En als de artsen dan mee zijn, waar gaan we dan naartoe?
“Tja, je weet niet wat je niet weet, ik kan niet in de toekomst kijken. Wat ik wel weet is dat ons hele denken op de kop gaat. Alle ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie, blockchain en impact DNA gaan ons zoveel kennis geven over ons lichaam. Dat gaat veel verder dan nu. We staan aan het einde van het begin.”