5 mei 2021
|
Levensstijl
Journalist: Marjon Kruize
Mensen worden ouder en we doen al op jongere leeftijd meer. Met als gevolg dat er steeds meer mensen kampen met slijtageklachten, ook al op jongere leeftijd. Dat lijdt tot verminderde mobiliteit, maar ook pijn en een verminderde energie.
Iemand die last heeft van slijtage kampt over het algemeen met klachten als nachtpijn, stijfheid in de ochtend en belasting afhankelijke klachten. “Wanneer iemand met deze klachten bij de huisarts terechtkomt kan deze de diagnose heup- of knieslijtage stellen”, vertelt Nanne Kort, orthopedisch chirurg bij CortoClinics. “In samenspraak met de cliënt wordt vervolgens een behandelplan opgesteld. Eerst zonder operatie, met bijvoorbeeld pijnstilling, fysiotherapie, een brace, glucosamine of een prik in de knie of heup. Pas als deze opties onvoldoende blijken te helpen wordt een operatie overwogen.”
En dat moment is voor iedereen anders, stelt Kort. “Slijtage vraagt om een hele individuele aanpak. De ene cliënt is al tevreden als hij naar de supermarkt om de hoek kan lopen, de ander wil nog skiën, fietsen en wandelen. De een heeft een zittend beroep, de ander is bijvoorbeeld dakdekker. De hoeveelheid pijn en mobiliteitsverlies die zij kunnen verdragen verschilt dus enorm. Maar over het algemeen geldt: mobiliteit is kwaliteit. Iedereen wil zo goed mogelijk kunnen bewegen zonder pijn te ervaren.”
Over het algemeen begint de behandeling van artrose bij fysiotherapie. “In principe kan veel rust nemen helpen om de gewrichten te ontlasten en irritatie te verminderen”, vertelt Kort, “maar het is ook niet goed om helemaal niet te bewegen. Bij de fysiotherapeut leert iemand met slijtageklachten gedoseerd te trainen. Dat is deels gericht op optimalisatie van het spiercorset, maar gaat ook over begeleiding bij het vaststellen van de grens. Dit helpt vaak omdat je de spieren weer optimaliseert, en dat is ook gunstig als er daarna toch een operatie nodig is.”
Als het echt niet meer gaat, dan is een operatie mogelijk om de knie of heup te vervangen. “Dat is natuurlijk geen makkelijke beslissing”, vertelt Kort. “Veel mensen vinden dat ook heel spannend, dus het is belangrijk dat ze goed voorgelicht worden. Als mensen bij ons terechtkomen hebben ze alle andere opties vaak al geprobeerd en werken deze onvoldoende. Wij houden ons dagelijks enkel bezig met knie- en heupoperaties en kunnen de cliënt dus voorzien van enorm veel informatie en hen ook geruststellen. Uiteindelijk komt het er altijd op neer dat een knie- of heupprothese het versleten mechaniek vervangt, waardoor het bot op bot contact weg is. Dat zorgt voor een betere kwaliteit van leven, verlichting of zelfs het verdwijnen van de pijn en meer mobiliteit. Het leven wordt daar simpelweg aangenamer van.”
Echter, het is niet iets om lichtvoetig over te doen. Kort: “Wij gaan daarom ook hier het gesprek met de cliënt proactief aan. Het is planbare zorg, dus je moet er echt zelf klaar voor zijn en de juiste informatie hebben. Wij geven de patiënten alle nodige informatie mee zodat ze voor zichzelf de risico’s af kunnen wegen. De patiënt is de kapitein op het schip, het is hun lichaam en ze beslissen zelf wat ze willen, de orthopeed is daarin ondersteunend. Behalve tijdens de operatie zelf, dan sta ik even aan het roer.”
Maar de planbare zorg, die is momenteel toch afgeschaald? “In de grote ziekenhuizen wel”, stelt Kort. “Maar gespecialiseerde klinieken konden de afgelopen maanden wel gewoon doorwerken, waardoor we niet kampen met lange wachtlijsten. Men is vaak bang dat zo’n kliniek heel duur is, maar deze zorg is, net als zorg in een normaal ziekenhuis, verzekerd. Met een verwijsbrief van de huisarts kan iedereen bij onze kliniek terecht. Je krijgt dus gespecialiseerde aandacht op maat zonder hoge kosten of ellenlange wachttijden.”