23 okt 2025
|
Gesponsord
Al ruim tien jaar gonst het van plannen rond het mobiliteitsbudget. Dit maandelijkse geldbedrag krijgt een werknemer om zelf te kiezen hoe hij of zij reist voor het werk, bijvoorbeeld met auto, fiets of openbaar vervoer. Het biedt flexibiliteit en vraagt om eigen verantwoordelijkheid. Het is een alternatief voor de klassieke leaseauto, geeft meer vrijheid aan werknemers én schept kansen voor duurzamere mobiliteit. Toch bleef het te vaak bij pilots en voornemens. Vanaf 2026 echter volgt de definitieve doorbraak, gedreven door fiscale hervormingen. Wordt dit het moment dat het budget volwassen wordt, of blijft het bij symboolpolitiek?
Twee cruciale ontwikkelingen maken 2026 tot kanteljaar: • Vanaf 2026 vervalt het bijtellingsvoordeel voor elektrische auto’s: alle leaserijders betalen 22%. Nieuwe contracten worden daardoor fors duurder. • Vanaf 1 januari 2027 betalen werkgevers extra belasting op leaseauto’s die niet volledig uitstootvrij zijn en privé worden gebruikt, ook voor woon-werkverkeer. Deze zogenaamde pseudo-eindheffing bedraagt 12% van de catalogusprijs van de auto. Voor werkgevers kost dit duizenden euro’s extra per jaar.
Deze ontwikkelingen maken klassieke leaseconcepten minder aantrekkelijk voor zowel werkgevers als werknemers – en dwingen organisaties om alternatieven te zoeken. Het mobiliteitsbudget komt daarmee in beeld als financieel én strategisch alternatief.
Een praktijkvoorbeeld &Morgen begeleidt werkgevers én overheden bij alle fasen van de transitie: van strategie en beleid tot implementatie en gedragsverandering. Het succes van het budget hangt niet af van de vraag óf u het invoert, maar van hóe u het inricht.
De valkuilen In theorie leidt het mobiliteitsbudget tot een duurzame modal shift: werknemers stappen af van de auto en kiezen voor trein, fiets of deelvervoer. In de praktijk zijn de voorkeuren minder idealistisch. Voor een fervent automobilist kan het verleidelijk zijn om de elektrische leaseauto in te leveren en vervolgens een oudere benzineauto aan te schaffen. Dat is problematisch, zeker doordat grote werkgevers sinds juli 2024 onder de rapportageplicht werkgebonden personenmobiliteit (WPM) vallen. Dit betreft nu nog organisaties met 100 of meer werknemers, maar dat wordt waarschijnlijk verhoogd naar 250 of meer. Bedrijven die moeten rapporteren onder WPM-regels, moeten jaarlijks inzicht geven in woon-werk- én zakelijke kilometers, uitgesplitst naar vervoerswijze en brandstofsoort. Als de CO₂-uitstoot via fossiele kilometers stijgt, komt dat zwart op wit terug in de rapportagecijfers. Dat schaadt zowel de reputatie als de duurzaamheid. Op de site van RVO staat dat een mobiliteitsbudget niet per se duurzaam is als het systeem geen kaders bevat: “Op het moment dat u als werkgever weinig kaders stelt, kan de uitstoot van reizen zelfs toenemen.”
Hoe houdt u grip als werkgever? Een mobiliteitsbudget zonder spelregels is geen mobiliteitsbeleid. Werkgevers die wél duurzaam willen sturen, kunnen met slimme voorwaarden het goede gedrag versterken, zoals: • hogere vergoeding voor duurzame kilometers dan fossiele kilometers • eisen stellen aan maximale CO₂-uitstoot van de auto die wordt aangeschaft • mogelijkheid om (een deel van) het jaarbudget vooruit te ontvangen om een zuinige of elektrische auto te financieren • geen vergoeding van parkeerkosten in stadscentra (dus stimuleren van OV-gebruik) • uitgifte van een mobiliteitskaart die toegang biedt tot OV, deelauto’s en fietsplatforms
Waarom &Morgen als partner? &Morgen is een adviesbureau dat mobiliteit én gedrag verbindt. We werken met werkgevers én overheden aan mobiliteitsbeleid dat breed gedragen wordt. We kennen de fiscale kaders, weten draagvlak te creëren binnen organisaties en hebben tientallen praktijkcases gedaan. We helpen bij het ontwerpen van beleid, het betrekken van inwoners en het opzetten van pilots. Zo zorgen we dat plannen niet in de la belanden, maar tot zichtbaar en blijvend resultaat leiden.
Doorbraak met voorwaarden In 2026 breekt het mobiliteitsbudget door, maar het is geen vanzelfsprekend succesverhaal. Voor medewerkers is het financieel aantrekkelijk, maar duurzaam is het vaak niet. Dit wordt het pas als werkgevers binnen het mobiliteitsbudget echt durven te sturen. Het succes hangt af van een duidelijke inrichting, heldere spelregels, duurzame prikkels, eenvoudige toegang tot duurzame mobiliteit voor medewerkers en geïntegreerde rapportageverplichtingen.