27 nov 2023
|
Gezondheid
De afhandeling van luchtvracht op Schiphol verloopt vergaand gedigitaliseerd. Nu is het in het Smart Cargo Mainport Program (SCMP) tijd voor de slag van ‘gedigitaliseerd papier’ naar een datastroom die de fysieke stroom aanstuurt. Head of Cargo Schiphol Group Joost van Doesburg en Managing Director van Air Cargo Netherlands Maarten van As zien daarbij ketensamenwerking en de menselijke maat in nieuwe processen als cruciaal. De inzet: de snelste, betrouwbaarste en veiligste luchthaven voor luchtvracht met toegevoegde waarde zijn.
Maarten van As, Managing director, Air Cargo Netherlands
Joost van doesburg, Head of Cargo Schiphol Group
Niemand van de luchthaven zelf raakt de luchtvracht aan”, zegt Van Doesburg. “Dat doen onze partners: expediteurs, luchtvrachtafhandelaars en vervoersbedrijven op de luchthaven. Wij regisseren de goederenstroom binnen ons gebied, onder andere via ons volledig vernieuwde digitale platform Cargonaut. Alles moet perfect in elkaar grijpen voor de hoogste betrouwbaarheid bij bijvoorbeeld het gekoelde transport van vaccins van Abbott en Abbvie of het trillingsvrije vervoer van delicate hightech componenten van ASML en Philips.”
Luchtvracht is gemiddeld kostbare lading: met een half procent van het mondiale transportvolume vertegenwoordigt het veertig procent van de vervoerde waarde. “Meer dan ooit richten we ons op toegevoegde waarde boven volume”, zegt Van Doesburg. Van de vijf dagen van deur tot deur tussen Singapore en Nederland is lading maar dertien uur in de lucht. De rest van de tijd is handling, opslag en transport door partijen op de grond. ” Van As: “Daar kun je het verschil maken en de verwachtingen van de verlader waarmaken. Daar zetten we op in.”
Concurrentievoordeel
Digitalisering is daarbij cruciaal. Stapels papieren documentatie hebben al plaatsgemaakt voor data. Maar het kan beter, zegt Van Doesburg: “Nu komt de informatiestroom grotendeels achter de goederen aan. Het SCMP is erop gericht die volgorde om te draaien.” Van As: “Met behulp van digitalisering herontwerpen en optimaliseren we processen. De informatiestroom stuurt het proces langs de verschillende partijen op de luchthaven.”
De sleutel hiervoor ligt in ketensamenwerking. Daarin spelen ook de douane-autoriteiten met hun informatie- en goederencontroles een belangrijke rol. Van Doesburg: “De organisatie zet zich ervoor in om dat met zo min mogelijk verstoring van de goederenstroom te doen.” Van As haakt hierop in: “Het onderscheidend vermogen van Schiphol ligt in de vlotte afhandeling door de douane. Dat levert concurrentievoordeel op voor Nederland. De douane is betrokken bij het overleg in de keten en bij het optimaliseren daarvan, met instandhouding van haar controlefunctie en inningstaak.”
Parallelle stromen
De data, die via port community systeem Cargonaut gedeeld wordt, loopt voor op de fysieke goederenstroom. “Daardoor weet iedereen in de keten wanneer een zending op een bepaalde plek moet zijn”, zegt Van Doesburg. “Dat betekent ook dat de bereikbaarheid van de afhandelaren voor vrachtwagens omhoog moet. De fysieke infrastructuur moet de digitale planning betrouwbaar kunnen volgen. Tenslotte is het minstens even belangrijk, dat medewerkers in de keten worden begeleid in de overschakeling op die nieuwe manier van (samen)werken.”
Een digitaal systeem is op zichzelf namelijk geen oplossing, weet Van As:
“Het moeilijkste stuk is dat alle partijen hun processen erop aanpassen en hun mensen meenemen in de verandering; voldoende aandacht voor de implementatie. Daarin zit de kracht van het SCMP: De enorme betrokkenheid van de luchtvrachtsector. Niemand legt ons die regels op; we maken ze zelf en committeren ons aan de uitvoering.”
Om tafel
Dat gebeurt in een keten waarin niet alle partijen altijd dezelfde belangen hebben. Bij het oplossen van belangentegenstelling komen kenmerkende Nederlandse trekjes kijken: veel voorbereiden, veel met de partijen om tafel gaan. Van As: “Net zo lang tot ze elkaars processen en belangen begrijpen, net zo lang tot het grote plaatje van een optimaal functionerende keten is geland. Het begint met standpunten uitwisselen: ‘ik wil...’. Maar uiteindelijk komt het er op aan dat alle ketenpartijen vanuit hun eigen processen en belangen een zodanig gebalanceerd voordeel bereiken, dat iedereen daarmee aan
de slag gaat.”
De betrokkenen in het SCMP vatten dat samen als: ‘alleen ben je sneller, samen kom je verder.’ Van Doesburg: “Met tien als maximale voordeel wil iedereen aanvankelijk negen binnenslepen. Maar het kan zijn dat de ketenkwaliteit naar tien gaat, als elke individuele partij minimaal vier en maximaal zes aan voordeel behaalt. Elders wordt daarbij vaak geen gedeelde visie bereikt. Iedereen blijft in zijn eigen wensen steken. Overleg kost tijd, maar leidt hier wel tot resultaat.” De rol van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat mag daarbij niet onvermeld blijven, vindt Van Doesburg. “Het ministerie biedt volop ondersteuning bij de aanleg van de benodigde Basis Data Infrastructuur (BDI): een afsprakenstelsel die digitalisering van de goederenstroom mogelijk maakt, die als eerste wordt geïmplementeerd bij de mainports.”
Schoon en aantrekkelijk
Optimaliseren door digitaliseren staat niet op zich. Duurzaamheid is een randvoorwaarde voor toekomstig bestaansrecht, weet Van Doesburg. “Dat betekent dat zodra dat kan – want de netcongestie is in onze regio momenteel nog nijpend - we alle fossiel gestookte voorzieningen rond luchtvracht volledig gaan elektrificeren: generatoren, pushback-trucks, hulpmiddelen voor laden en lossen. In het Europese TULIPS-project wordt daar belangrijk onderzoek gedaan. Verder gaan we de loodsen verduurzamen; ook in de energietransitie willen we koploper zijn.” Dankzij de digitalisering kan de beladingsgraad al omhoog. Zo komen de maatregelen ook de ecologische voetafdruk van de verladers ten goede. Dat is een steeds belangrijkere parameter voor hen.
Prettige arbeidsomstandigheden zijn een ander aandachtspunt. Van Doesburg: “Het gaat om toekomstzekerheid. Daarvan is goed werkgeverschap, mensen aantrekken en binden, net zo goed onderdeel als digitalisering. Dat betekent dat we het werk lichter moeten maken. Daarvoor gaan we automatiseren en robotiseren met het oog op. Voor toekomstig succes is het belangrijk een aantrekkelijke werkgever te zijn.”
Dat geldt al evenzeer voor het steeds meer integreren van AI in digitalisering. Van Doesburg: “We passen nu al machine learning toe voor het interpreteren van de bestemming van goederen met onvolledige of onjuiste informatie. Daardoor komt het automatisch toch op zijn bestemming, zonder vertragend handwerk. Het is een eerste stapje, maar dit soort toepassingen zullen we steeds meer gaan invoeren.”