5 mei 2021
|
Levensstijl
Journalist: Féline van der Linde
Wat begon als het vegetarisch eten uit het geitenwollensokken hoekje halen is inmiddels uitgegroeid tot een missie om mainstream impact te maken met duurzamere voeding, waarbij Nederland overtuigen van een meer plantaardig voedingspatroon centraal staat.
“Mijn missie begon eigenlijk op mijn negende”, vertelt Isabel Boerdam, eigenaar van communicatiebureau Green Food Lab en initiatiefneemster van de Nationale Week Zonder Vlees. “Op het moment dat ik erachter kwam dat de saus van mijn favoriete pastagerecht deels bestond uit gehakt van een dode koe besloot ik vegetariër te worden. Waar mijn overtuiging eerst vanuit dierenleed ontstond, kwam daar later ook het stukje gezondheid bij. Toen ik op de basis- en middelbare school zat, en zelfs later nog in mijn studententijd, was vegetarisch eten zeldzaam. Om die reden ben ik mijn foodblog De Hippe Vegetariër gestart om de mensen te laten zien dat vegetarisch eten ook behoort tot een heel gezond en modern eetpatroon. Ik vond dat ik dat moest laten zien dat het helemaal niet saai was, maar juist heel lekker en kleurrijk.”
Isabel Boerdam, Eigenaar van communicatiebureau Green Food Lab
Bovendien leek het, met name vanaf het Akkoord van Parijs dat eind 2016 in werking trad, in de discussie rondom het klimaat alleen maar te gaan over windenergie, zonnepanelen en elektrische auto’s, gaat Boerdam verder. “Allemaal heel goed, maar als we allemaal minder vlees gaan eten kunnen we al een enorme bijdrage leveren.” Vlees is namelijk verantwoordelijk voor 40 procent van de broeikasgassen die vrijkomen bij de productie. Vlees heeft zo’n grote impact op het klimaat omdat voor de productie van een kilo vlees gemiddeld 5 kilo plantaardig voedsel nodig is. Daarnaast verbruikt de vleesindustrie veel water en antibiotica, meldt milieucentraal.nl. “Ik miste in het debat dus enorm de focus op het minder eten van vlees en daarom ben ik in 2018 de Nationale Week Zonder Vlees gestart. Ik dacht: Als niemand iets doet met deze focus, dan doe ik het! In het begin probeerde ik hiervoor geld in te zamelen bij een paar grote partijen. Maar al gauw merkte dat dat niet lukte en besloot ik veel meer partijen te benaderen die mij zouden kunnen helpen bij de realisatie van de Week Zonder Vlees. En dat lukte!”
Tijdens de vierde editie afgelopen maart hadden we 63 partners die de Nationale Week Zonder Vlees medemogelijk maken, aldus Boerdam. “Ons onderzoek van vorig jaar laat zien dat 52 procent van de deelnemers (2.4 miljoen) na zes maanden nog steeds minder vlees eet. Daar ben ik heel erg trots op. Maar er is nog veel werk aan de winkel. Al laten deze cijfers zien dat we minder vlees eten, dat betekent nog niet dat het eetpatroon in Nederland ook daadwerkelijk is veranderd en een grotere focus heeft op vegetarisch eten. De richtlijnen van het Voedingscentrum geven aan dat we 500 gram vlees per persoon per week mogen eten, maar de gemiddelde Nederlander zit nog altijd op de 770 gram per persoon.”
Het belangrijkste is om vraag en aanbod naar elkaar toe te brengen, aldus Boerdam. “We eten nog altijd meer vlees. Als je kijkt naar de verhouding vleesverkoop vs. vleesvervangerverkoop vormen vleesvervangers slechts een paar procent. De twee producten worden dus totaal niet op dezelfde schaal geproduceerd en gekocht. Om deze reden is de prijs dan ook niet gelijkwaardig. Zodra de vleesvervangers meer gegeten worden zal de schaal van productie omhoog gaan en zal uiteindelijk de prijs ook dalen. Op een dag zullen de twee dan ook gelijk geprijsd zijn. Maar daarvoor hebben we nog een lange weg te gaan en ik hoop dat voor velen, niet alleen hier in Nederland, de Week Zonder Vlees een goede eerste stap zal zijn naar een voedingspatroon waarin veel minder vlees wordt gegeten!”