Deel dit artikel:

18 jul 2023

|

Maatschappij

Plastic de wereld uit? Onmogelijk. Maar het moet wel duurzamer

In de weg naar een klimaatneutrale economie, ‘moeten we iets’ met onze plasticconsumptie. Minder gebruiken? Misschien wel, maar ook anders
produceren. Daarvoor hebben we zowel het bedrijfsleven als de politiek nodig.

Geloof het of niet, maar als kunststoffenfabrikant zijn we echt niet voor meer plastics in de wereld”, vertelt Marco Jansen, Sustainability Director bij Braskem. Braskem is oorspronkelijk een producent van petrochemische producten: “Wij maken bijvoorbeeld kunststofkorrels, dat is de grondstof die door onze klanten wordt gebruikt als plastics voor apparaten, speelgoed, eigenlijk alles wat je om je heen ziet.” Plastics hebben nou niet bepaald een duurzaam imago. Toch is de CO2-footprint van kunststof op zich vrij laag, vertelt Jansen: “Als verpakkingsmateriaal is plastic letterlijk duurzaam: het gaat lang mee, het is lichter dan papier of glas en heeft relatief weinig energie nodig bij de productie. Maar ja: al dat afval en zwerfvuil is een groot probleem.” Plastic vergaat bijna niet en de recycling is nu nog veel minder goed ontwikkeld dan bijvoorbeeld bij glas of papier. Braskem zet daarom net als veel anderen uit de industrie steeds meer in op het produceren van kunststoffen op basis van plastic afval. In 2030 zou dit 1 miljoen ton moeten zijn. Maar om de industrie ook CO2 neutraal te maken is meer nodig dan dat. Braskem heeft in 2007 de beslissing genomen om volop in te zetten om de industrie te verduurzamen, onder andere door bioplastics te produceren. Het bedrijf is nu met 260.000 ton bioplasticproductie een van de globale marktleiders. Braskem heeft de ambitie om in 2030 naast 1 miljoen ton plastics op basis van plastic afval ook 1 miljoen ton biobased plastics te produceren.

Voor hun bioplastics gebruikt Braskem bio-ethanol, gewonnen uit duurzame suikerriet. Dat betekent overigens niet dat bioplastics ook biologisch afbreekbaar zijn. Volgens Jansen ligt de grote klimaatwinst van bioplastics vooral in het feit dat het hernieuwbaar is. En suikerriet is een echte CO2-slurper, het slaat meer CO2 op gedurende het groeiproces dan dat je nodig hebt voor de gehele productie van de kunststof.” Jansen benadrukt ook dat suikerriet geen directe concurrentie vormt voor voedselproductie: “Wat over het algemeen wordt gebruikt is een zijstroom van het suikerriet waar heel moeilijk nog suiker uit te maken is. Zo draagt het bij aan een duurzamere keten en biedt extra inkomsten voor de suikerrietindustrie.” De plastics gewonnen uit bio-ethanol zijn chemisch gelijk als de reguliere plastics. “Dat maakt het makkelijk om ze te vermengen met andere plasticstromen waardoor te ook mee gerecycled kunnen worden in de bestaande recycling stromen.”

Bioplastics zijn nu nog wel duurder zijn om te produceren dan conventionele kunststoffen. Om de hele waardeketen ‘mee’ te krijgen is er daarom een schaalvergroting en efficiëntieslag nodig. Jansen: “In onze economie zijn we verslaafd aan goedkope fossiele kunststoffen.. De vraag naar duurzame kunststoffen heeft in eerste instantie stimulering nodig om deze schaalvergroting en verdere ontwikkeling te realiseren. Nederland speelt gelukkig een actieve rol in het stimuleren van duurzame kunststoffen. Vanaf 2027 zijn bedrijven verplicht zijn om gerecyclede of bioplastics in te mengen in hun eindproducten, met als doel 25% tot 30% gerecyclede en bioplastics te gebruiken in 2030.” En daarmee slaan we al een grote slag, ziet Jansen:
Verder moet er beter nagedacht worden over hergebruik, vindt Jansen. “De productie van verpakkingen kan veel beter dan er nu nog vaak gebeurt. Plastic verpakkingen worden vaak van verschillende soorten kunststof en in verschillende kleuren gemaakt. Dat maakt het heel moeilijk te recyclen. We moeten bij de productie van plastic producten veel beter gaan nadenken over hoe we het afval weer als waardevolle grondstof kunnen omvormen. Pas dan krijgt het waarde en wordt het weer interessanter om het in te zamelen en her te gebruiken.”

Ook internationaal valt er nog veel te winnen. Braskem deelt graag hun expertise met beleidsmakers. Bijvoorbeeld over de vraag: hoe zorg je dat ‘duurzaamheid’ geen loze claim is? “Momenteel is er nog geen wetenschappelijk eenduidig systeem om duurzaamheid te meten.

 Daarom werken we samen met onder andere de Europese Commissie en de Verenigde Naties om een uniforme methode te ontwikkelen.” Maar wachten tot alles perfect is uitgewerkt, werkt alleen maar verlammend, waarschuwt Jansen: “Beter stappen zetten in een misschien nu nog imperfect systeem dan helemaal niets doen. Het is belangrijk dat we als land en als industrie de verantwoordelijkheid nemen om toch te bewegen richting CO2-neutraal produceren, in plaats van in een oude, fossiele economie te blijven hangen.”

Gesponsord