Deel dit artikel:

22 mrt 2022

|

Industrie

Procesindustrie gaat voorop in verduurzaming

Journalist: Marc van der Sterren

Nederland moet de lead nemen als het gaat om duurzaamheid, kwaliteit, veiligheid, efficiëntie.

Nederland loopt voorop in Europa als het gaat om deskundigheid en innovaties, om veiligheid, kwaliteit en duurzaamheid. Dit geldt zeker voor de procesindustrie. “Daar zit de aantrekkingskracht van Nederland in”, stelt Dethlef Pieters. Volgens de voorzitter van VOMI, de brancheorganisatie voor de procesindustrie heeft dat niet alleen met het opleidingsniveau te maken, maar ook met het karakter en de attitude. “Nederland wil altijd graag haantje de voorste zijn.”

 

Hij roemt dit als kracht, maar, waarschuwt hij, “We moeten oppassen dat we daar niet in doorschieten.” Nederland is een duur productieland. “We verdwalen soms in procedures en blijven maar polderen. Als regels te strikt worden, kunnen we de vooraanstaande positie wel eens verliezen,” vreest de voorzitter. Hij wijst nog maar eens op de aanstaande verhuizingen van grote multinationals als Unilever en Shell. “Onze havens en onze sterke logistiek houden ons echt wel overeind, maar als meer bedrijven ons land, of zelfs Europa ontwijken, dan komt onze positie onder druk.”

Vraag Pieters naar het belangrijkste thema binnen de procesindustrie, en hij zegt: “duurzaamheid”. Niet veiligheid, want dat ligt te zeer voor de hand. “Natuurlijk willen we in de eerste plaats dat mensen ’s avonds weer veilig thuiskomen. Dat staat boven alles. Maar economisch gezien draait het om duurzaamheid, om de energietransitie en het klimaat.”

 

Wat duurzaamheid betreft is er vooral op de achtergrond veel gebeurd, vertelt Pieters. Pas de afgelopen twee jaar is daarover meer naar buiten getreden. “Als je kijkt naar de grote bedrijven: Naar de Eemshaven in Groningen, de groene waterstoffabriek in Vlissingen, Warmtelinq in Europoort of Chemelot in Limburg; overal draait het om energietransitie en verduurzaming.”

 

En dat zal moeten, vindt hij, want alles eromheen verandert ook mee. De procesindustrie zal daarin een leidende rol moeten nemen vanwege de vooraanstaande positie in de keten.

 

Ook het belang van de overheid is niet te overschatten, denkt de VOMI-voorzitter. De hele sector moet voldoen aan regels die voortkomen uit het regeerakkoord. Maar ook aanverwante sectoren. “Bouw, infra… Iedereen.” Dat geldt zelfs voor de retail en uiteindelijk de consument. “We zien dat steeds meer automobilisten elektrisch gaan rijden. De volgende stap is waterstof.”

 

De overheid zal dit hele proces voortstuwen, met regels en met subsidies. “We moeten dus met elkaar in gesprek blijven, om te sturen dat het overheidsgeld goed besteed wordt en dat het ten goede komt van de doelstellingen.”

Het bedrijfsleven moet slimme dingen doen en innovatief blijven, stelt Pieters. “Als VOMI zullen we daar op sturen. Onder meer met opleidingen zodat we mensen klaarstomen voor de toekomst.” Want voldoende personeel blijft wel een issue.

 

“Personeel is de basis van de bedrijven. Behalve nieuw personeel opleiden en werven moeten we ons inspannen om het huidige personeel te binden en te boeien.”

Werknemers uit Oost-Europa zijn inmiddels onontbeerlijk. “We moeten zelfs mensen van buiten Europa halen om het werk gedaan te krijgen”, verzekert Pieters. En ook dat neemt risico’s met zich mee. “Buitenlandse partijen zitten ook niet stil. Zij kunnen op termijn ook besluiten rechtstreeks aan klanten te leveren.”

 

Dus moeten Nederlandse bedrijven onderscheidend blijven, op het gebied van kwaliteit, veiligheid en certificering. “Onze klanten dienen dit te belonen bij tenders, zodat niet alleen de prijs bepalend is.” Toch is Pieterse wel blij met de buitenlandse partijen. “Zonder hen hadden we snel een nog groter personeelstekort. Als we als Nederland maar de lead blijven nemen.”

Gesponsord