26 feb 2021
|
Levensstijl
Journalist: Féline van der Linde
Duurzaamheid is een belangrijk thema in het leven van regisseur, schrijfster en actrice Sanne Vogel. De toekomst van de aarde is iets wat haar dagelijks bezig houdt. Zeker sinds ze moeder is geworden van een tweeling. Ze is ervan overtuigd dat als wij, de consumenten, duurzamere keuzes maken we daadwerkelijk een verschil kunnen maken.
Al op jonge leeftijd stond Sanne haar moeder te helpen in de keuken en werd ze op haar twaalfde vegetariër. Twee jaar geleden besloot ze volledig veganistisch te gaan eten. Voor vrienden koken en recepten verzinnen is wat ze het liefste doet. Na jarenlang onderzoek naar wat volgens haar het ideale eten is komt in april haar eerste kookboek ‘De vier seizoenen van Vogel’ uit, met meer dan 80 plantaardige, seizoensgebonden gerechten met de nadruk op lokale ingrediënten.
Op welke manier probeer jij duurzaam te leven?
“Vooral door kritisch te kijken naar hoe ik consumeer en geen dingen te kopen die ik niet nodig heb. Wat we eten heeft een enorme impact op ons klimaat. Ik eet plantaardig en kies zoveel mogelijk voor lokale en biologische en biodynamische producten. Gezonde grond neemt CO2 op, wat ontzettend belangrijk is aangezien we een enorm CO2 probleem hebben, en biologische boeren zorgen voor een gezonde grond onder andere door geen kunstmest en schadelijke pesticiden te gebruiken. Ik zou graag willen zien dat de btw op biologische groenten verlaagd wordt zodat het consumeren ervan voor meer mensen haalbaar wordt.”
"Daarnaast kan je als consument kritisch naar jezelf kijken. Als je vier keer per week goedkoop vlees eet van dieren die gevoerd worden met soja waar regenwouden voor gekapt worden, dan heeft dit een enorme impact op het klimaat. Door nog maar één keer per week voor duurder biodynamisch vlees te kiezen, waar de koeien geen krachtvoer eten maar de resten van de landbouw op de boerderij waar ze wonen, maak je al een enorm verschil. Ik snap dat niet iedereen meteen veganistisch gaat eten, maar je kan binnen je eigen marges alsnog impact maken.”
Het gaat dus om een andere mindset?
“Ja, om de mindset en om kennis. Veel mensen gooien gewoon dingen in hun mandje in de supermarkt zonder te kijken waar een product vandaan komt. Dat is jammer, want we hebben in Nederland zoveel prachtige heerlijke producten die de basis kunnen zijn voor de meest heerlijke recepten. Niet alleen met voeding kun je impact maken, maar ook met de kleding die je koopt. Ik ging vroeger om de haverklap winkelen. Ik vond het heerlijk om thuis te komen met gigantisch veel tassen nieuwe (goedkope) kleding. Tot ik erachter kwam wat de prijs van mijn kleding daadwerkelijk was en ik mij realiseerde dat ik deze niet betaalde, maar de arbeiders aan de andere kant van de wereld, die worden uitgebuit. Nu koop ik minder en koop ik alleen nog maar kleding waarvan ik weet dat het eerlijk wordt geproduceerd. Het maakt mij een gelukkiger mens.”
Hoe denk je dat we voor een andere mindset kunnen zorgen?
“Ten eerste door kennis te verspreiden en op een positieve manier te inspireren. Dat is wat ik hoop dat mijn boek teweeg brengt bij de lezer. Hoe meer mensen duurzamere keuzes maken, hoe meer vraag er komt naar duurzame producten. Dit heeft effect op de grote producenten en dat zie je nu al. Kijk bijvoorbeeld naar Unilever die De Vegetarische Slager heeft opgekocht. Dat zou zo’n grote speler niet doen als ze niet geloven dat ze hier geld mee kunnen verdienen. Sommige mensen noemen het ‘greenwashing’ maar ik kan zulke veranderingen alleen maar toejuichen. Je moet natuurlijk wel altijd kritisch blijven. Zo is vegan nu een trendwoord en krijg ik om de haverklap ‘nepleren’ handtassen aangeboden van merken die op die trend mee willen varen. Tassen van nieuw goedkoop plastic die zonder keurmerken in China worden geproduceerd, zijn dan wel vegan, maar niet duurzaam en het is niet te achterhalen of die arbeiders in de fabrieken geen kinderen zijn of eerlijk betaald krijgen. De keuze om plantaardig te eten maakt een enorme impact op de wereld. Maar ook als veganist is het een duurzamere keuze om meer lokaal te eten, want veganistische recepten zitten vol geïmporteerde producten. En elke dag een avocado eten is heerlijk, maar niet de meest duurzame keuze.”
Lokaal is dus key?
“Ik zeg niet dat we nooit meer een avocado mogen eten, absoluut niet. Maar wees er bewust van dat deze een enorme weg moet afleggen. Kies bewust wat voor avocado je koopt. Je hebt boeren die op een zo duurzaam mogelijk manier avocado’s produceren, maar je hebt ook bedrijven die het grondwater leeg trekken waardoor de lokale bevolking van een gebied watertekort heeft. De meeste groenten die ik eet, bestel ik lokaal bij de biodynamische boeren, zonder tussenkomst van een supermarkt, en zij hebben zoveel mooie producten! Doordat er geen supermarkt tussen zit, krijgen de boeren meer geld voor hun producten. Geld wat ze direct investeren in hun land. Hierdoor ben ik mij ook heel erg bewust geworden van de seizoenen. Aan het begin van de winter aten we veel koolrabi’s, palmkool en aardperen. En als ik op vakantie ben met mijn gezin typ ik op Google Maps biologisch in, dan komen er boerderijen of markten naar boven en gaan we daar de boodschappen kopen. Het is ook echt leuk om op zulke plekken te komen. Soms zie je een boer een bos wortelen uit de grond trekken en reken je die bos drie minuten later af in de boerderijwinkel. Verser kan niet.”
Waar komt je interesse voor koken en eten vandaan?
“Al van jongs af aan stond ik mijn moeder te helpen in de keuken. Op mijn twaalfde besloot ik vegetariër te worden, want dierenwelzijn was voor mij altijd al heel belangrijk. Wij hadden daar alleen niet zoveel kennis over thuis. Ik at veel vleesvervangers en veel zuivel, maar ik had vaak buikpijn, uitslag en overgewicht. Toen ben ik gaan uitzoeken waardoor dit kwam en bleek ik niet goed tegen zuivel te kunnen. In die zoektocht leerde ik steeds meer over voeding en werd ik mij bewust van de impact die de zuivelindustrie heeft op de CO2 uitstoot. Daarnaast was ik me er ook niet bewust dat plastic niet afgebroken kan worden. Mijn generatie is opgegroeid met plastic en met eindeloos veel mogelijkheden door welvaart en dat heeft een enorme impact gemaakt op de kwaliteit van onze aarde. Toen dat doordrong, en dat doet het bij steeds meer mensen, ben ik andere keuzes gaan maken. Toch hoor ik mensen weleens zeggen ‘ik mag dit al niet, nu mag ik ook al geen vlees meer eten, er mag steeds minder’. Dat snap ik, het is lastig om tradities los te laten. Maar je kan het ook anders zien, nieuwe producten ontdekken die je nog niet kent, nieuwe tradities maken met de kennis van nu. Nieuwe tradities die de generaties na ons een kans geven, die ze kunnen overnemen zonder dat ze natte voeten krijgen door een stijgende zeespiegel.”
Wat voor recepten kunnen we in je nieuwe kookboek verwachten?
“Het zijn meer dan tachtig geworden, recepten met groenten in de hoofdrol. Ik heb ze allemaal thuis ontwikkeld en met een klein team in mijn huis gefotografeerd. Dat was nog best een uitdaging in een huis van 64m2 met twee baby’s, twee katten en een klein keukentje. Als mijn vriend kookt zegt hij steeds: ‘Ik kan niet geloven dat je in dit keukentje een heel kookboek hebt kunnen maken’ haha. Het boek bestaat uit zes hoofdstukken, de vier seizoenen, een hoofdstuk Altijd met ingrediënten die je het hele jaar lokaal kunt krijgen en een hoofdstuk Soms. In dit hoofdstuk maak ik gebruik van geïmporteerde producten die te lekker zijn om te laten liggen maar die ik niet elke dag zou eten. Daarnaast heb ik zes voedselproducenten geportretteerd die mij inspireren, zoals de mannen van Tomasu. Zij maken de eerste Europese sojasaus die waanzinnig lekker is en gemaakt is van sojabonen die geteeld worden in de Hoekschewaard. De recepten variëren bovendien van makkelijk naar moeilijk. Voor ieder wat wils dus.”
Smaakt het maken van een kookboek naar meer?
“Absoluut! Ik heb eigenlijk al zes andere ideeën klaarliggen. Maar eerst maar eens zien wat men van mijn eerste kookboek vindt! Daarnaast ben ik op dit moment bezig met de ontwikkeling van een nieuwe film en serie.”