Deel dit artikel:

17 mei 2018

|

Maatschappij

Smart Lighting cruciaal voor verdere verduurzaming

Journalist: Aäron van der Sanden

Gloeilampen zijn verleden tijd: ledverlichting – en daarmee smart lighting – is de toekomst.

Wanneer we gloeilampen en ledverlichting naast elkaar leggen, blijft er weinig van de eerste variant over. Gloeilampen zijn bijvoorbeeld bijzonder inefficiënt en milieuonvriendelijk: de Europese Commissie heeft voorgerekend dat het verdwijnen van de gloeilamp een besparing van 40 miljard kWh oplevert en 15 miljard kilo aan CO2-uitstoot scheelt. Geen kleine cijfers, die het uitfaseren van de gloeilamp sinds 2009 uitstekend verklaren. Geen technologie met zoveel dichtheid als die van verlichting, dus dat hier veel winst mee valt te behalen hoeft niet te verbazen.


Jacqueline Cramer, voormalig minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (een Ministerie dat vandaag de dag niet meer bestaat, veel taken zijn anno 2018 ondergebracht bij onder meer het Ministerie van Infrastructuur en Milieu), heeft nog helder voor ogen wanneer ze deze uitfasering startte en daarna wettelijk wist vast te leggen in Brussel. “Honderd dagen na mijn aantreden als minister kondigde ik met Philips samen het initiatief aan. In 2009 volgde het besluit tot uitfasering en vastlegging in Europese wetgeving.” Niet dat iedereen stond te springen om led te gaan gebruiken, maar toch besloot Cramer er haar nek voor uit te steken. Ze is daarover nog steeds heel tevreden. Cramer: “Omdat LED met behulp van digitale hulpmiddelen gereguleerd kan worden, is er zoveel meer mee mogelijk dan met gloei- en spaarlampen. Kijk alleen al naar alle mooie initiatieven die ontstaan.” 


Zo wordt er in Eindhoven veelvuldig met ledlampen geëxperimenteerd, bijvoorbeeld in de uitgaansstraat van de stad, het Stratumseind. Al jarenlang is de gemeente, in samenwerking met verschillende technologiebedrijven en de technische universiteit, bezig om de veiligheid in de kroegstraat te verbeteren. Ook wordt ledlicht gebruikt om te achterhalen in hoeverre bepaalde kleuren en lichtsterktes de gemoedstoestand van mensen beïnvloeden. Cramer: “Een geweldig voorbeeld van samenwerking tussen technologiebedrijven, de overheid én burgers.”


In de openbare ruimte kan ledverlichting dus worden gebruikt om gedrag en het gevoel van veiligheid te sturen, maar in huis en op kantoor is led uitermate geschikt om licht efficiënt te gebruiken. Rolf Heynen, directeur van GOOD!, dat binnen duurzaamheidssectoren marktonderzoek doet, events organiseert en consultancywerkzaamheden verricht, ziet dat hier nog ongelofelijk veel in mogelijk is. “Als je led ziet als elektronica, ga je verlichting veel meer als een integraal onderdeel van het gebouw en de omgeving zien. Je kunt je ledverlichting bijvoorbeeld koppelen aan je alarm en zo instellen dat het op bepaalde momenten aan- en uitgaat, wanneer je niet thuis bent.”


Door ledverlichting in sensoren te verwerken, kunnen flexwerkplekken veel efficiënter met licht en beschikbare werkplekken omgaan. “De sensoren in de ledverlichting registreren dat er niemand zit, dus dat lampen uit kunnen blijven. Iemand die het gebouw binnenkomt, kan vervolgens met zijn smartphone controleren waar plek is om te werken. Anderzijds kan verlichting worden gebruikt om mensen te sturen richting specifieke plekken, zodat iemand pas op de ene verdieping gaat zitten werken wanneer de andere verdieping vol zit.” Zo hoeven het licht en de klimaatcontrole niet op iedere verdieping aan en wordt er veel energie bespaard. 


Hebben we het nu nog over ‘LEDification’ en ‘smart lighting’, langzaam maar zeker schuiven we op naar human centric lighting: verlichting die in dienst staat van de mens. Heynen: “Ledverlichting dat een prettig en efficiënt werkklimaat creëert, dat per gewas kan worden aangepast, om de interne landbouw te helpen. Licht dat helpt om de gezondheid te bevorderen: blauw licht in de ochtend, om wakker te worden, meer rood licht gedurende de avond, om tot rust te komen.” Allemaal wetenschappelijk bewezen concepten, die binnen nu en vijf jaar een vlucht gaan nemen, verwacht Heynen.

Gesponsord