25 mrt 2022
|
Maatschappij
Journalist: Mark van der Heijden
|
Foto: Persfoto
In de samenwerking tussen overheid en ontwikkelaars bij project- en gebiedsontwikkelingen is volop werk te verrichten.
“NEPROM is als de spin in het web. Onze leden werken vroegtijdig, op risico en vaak langjarig met gemeenten samen om goede plekken te maken voor wonen, werken, winkelen en recreëren. Daarbij spelen we tegelijkertijd in op de uitdagingen van klimaat, water, biodiversiteit en energie. En daar zijn lessen uit te halen.”
NEPROM biedt daarvoor verschillende innovatieprogramma’s. “Als we vooruitstrevend willen zijn en klimaatadaptief en circulair willen bouwen, dan heeft dat gevolgen voor de ontwikkelaar. Wij willen met kennis van de uitvoering bijdragen aan nieuwe wet- en regelgeving ten behoeve van de noodzakelijke transitie.”
De vereniging bundelt kennis, ontwikkelt deze door en kijkt vanuit de eigen ervaring vooruit naar wat er in de nabije toekomst nodig is. De verdichting van steden, bijvoorbeeld, werpt nieuwe vragen op, over mobiliteit en vergroening. “De extra aandacht voor inbreiding hebben we al in 2016 beetgepakt. We initieerden het programma Stedelijke Transformatie, waarin onder andere gemeenten en ontwikkelaars samenwerken aan het versnellen en opschalen van transformatie. Bij de uitvoering komen veel zaken kijken die je beter in goede samenwerking tot een oplossing kunt brengen.”
De noodzakelijke kennis voor project- en gebiedsontwikkeling, deelt NEPROM onder haar leden en daarbuiten. Met diverse kennisbijeenkomsten en opleidingen draagt zij bij aan de professionalisering van spelers in het veld van vastgoedontwikkeling.
Daarnaast lobbyt NEPROM richting overheden en politiek voor beleid en wetgeving, waardoor de sector maximaal maatschappelijke waarde kan toevoegen. Zo is NEPROM een van de initiatiefnemers van de Actieagenda Wonen, een oproep van 34 maatschappelijke organisaties uit 2021 om het woningbouwbeleid aan te passen en gelden vrij te maken voor (betaalbare) woningbouw.
Het is nodig, zegt Uitzetter. “We zitten bij gemeenten aan tafel, omdat samenwerking essentieel is bij project- en gebiedsontwikkeling. Ze hebben vaak te weinig deskundige mensen die echt knopen kunnen doorhakken en nieuwe projecten tot realisatie kunnen brengen. Veel mensen zijn bij gemeenten vertrokken in de afgelopen 10 jaar. Dat moet echt anders.”
“Er zijn bijvoorbeeld te weinig locaties waar we versneld voldoende woningen kunnen realiseren om het woningtekort in te lopen. Daar moet het kabinet nú werk van maken. Gemeenten hebben daar vaak onvoldoende capaciteit voor. Soms nemen ontwikkelaars taken over van gemeenten, zoals bijvoorbeeld het maken van een bestemmingsplan. Het is de vraag of dat een oplossing voor de lange termijn is. Er is ons veel aan gelegen dat gemeenten ook weer volledig op kracht komen.”
Het belang daarvan wordt alleen maar groter nu gemeenten vooral binnen de stadsgrenzen zoeken naar ruimte voor nieuwe woningen. Het vraagt veel kennis en kunde om bijvoorbeeld een bedrijventerrein een andere bestemming te geven. Niet voor niks roert het bedrijfsleven zich, bedrijven voelen zich de stad uit gedreven.
Het is daarom van belang dat ook gemeenten weten wat realistisch is. “Het is vrij optimistisch te denken dat je een gebied binnen enkele jaren kan ‘verkleuren’. Ruimte maken voor voorzieningen, bedrijven, natuur, klimaatadaptie, energietransitie en infrastructuur; dat ligt allemaal op het bord van de ontwikkelaar. En dan moet het ook nog een plek zijn waar mensen willen wonen.”