1 mrt 2018
|
Maatschappij
Journalist: Aäron van der Sanden
De toenemende druk op het stedelijk gebied zet de leefbaarheid binnen de stadsring onder spanning. De stad duurzaam (ver)bouwen en inrichten moet dit probleem tackelen.
Woningen in het stedelijk gebied moeten niet alleen de hoogte in, maar ze moeten ook meer energie gaan produceren dan consumeren. Dat dit mogelijk is, daar is architect Paul de Ruiter allang van overtuigd. De Ruiter: “Sla de warmte die je in de zomer overhoudt op om daar in de winter je woning mee te verwarmen en gebruik het teveel aan winterse kou om in de zomer je huis mee af te koelen.” Met zijn architectenbureau Paul de Ruiter Architects is hij al sinds 1994 bezig om energiezuinige architectuur te realiseren. “Was dat toen nog idealistisch, vandaag de dag zien veel partijen er business in en is het zelfs noodzakelijk, om gebouwen toekomstbestendig te maken.”
Naast het duurzame karakter, moet wonen in de stad ook betaalbaar blijven. In dat opzicht is de door Paul de Ruiter Architects ontworpen Amsterdamse B’mine Toren, een initiatief van gebieds- en vastgoedontwikkelaar AM en belegger MN, met zijn Friends-concept een toonbeeld van duurzaam én betaalbaar wonen. De Ruiter: “De meeste woningen zijn gericht op gezinnen, dus met één grote en één of meer kleinere slaapkamers. Binnen het Friends-concept zijn er meerdere gelijkwaardige slaapkamers. Bovendien kunnen meerdere personen hoofdhuurder zijn.” Deze nieuwe vorm van samenwonen maakt het ook voor eenpersoonshuishoudens mogelijk om betaalbaar te huren binnen de stadsring. Een mooi alternatief voor een doelgroep die in 2030 zo’n 3,4 miljoen mensen omvat, aldus het Planbureau voor de Leefomgeving.
En aan welke voorwaarden moeten de wijken waar deze nieuwe gebouwen in komen te staan voldoen? Jan Rath, hoogleraar Stadssociologie aan de UvA, ziet in ieder geval dat de buurten worden ingericht om tegemoet te komen aan de wensen van nieuwe inwoners uit de middenklasse. Rath: “De nieuwe middenklasse bestaat uit dienstverleners en creatievelingen. Zij komen bij elkaar in koffiebars en wonen graag in buurten waar iets gebeurt. Niet in een functionele wijk zoals Amsterdam Sloterdijk, maar eerder in bijvoorbeeld de ‘opkomende’ Indische Buurt.”
Dit heeft wel een invloed op de blue-collar workers, die de binnenstad uitgedrukt worden vanwege de stijgende woningprijzen die door de ‘yuppen’ wel worden betaald. Investeren in betaalbare woningen en hoogwaardig openbaar vervoer is dan ook noodzakelijk. “Degelijk openbaar vervoer zorgt ervoor dat de stad voor iedereen bereikbaar blijft. Ook voor expats: die vinden het helemaal niet erg om twintig minuten te reizen voordat ze in het centrum zijn.” Als de voorzieningen die ze nodig hebben ook maar te vinden zijn op plaatsen buiten de stadscentra.