Deel dit artikel:

22 mrt 2022

|

Maatschappij

‘Stedelijke ontwikkeling in Nederland moet weer betekenis krijgen’

Nederland is lange tijd voorloper geweest in de ontwikkeling van haar steden, omdat er - in tegenstelling tot het buitenland - stevig ruimtelijk beleid werd gevoerd, gebaseerd op een visie over wat belangrijk is voor kwalitatief hoogwaardige stedelijke ontwikkeling. Als gevolg is bijvoorbeeld het concept gebundelde deconcentratie ontwikkeld, het ABC beleid, waardoor ruim 85 procent van alle Nederlanders op fietsafstand van een treinstation woont. En op veel plekken zijn de meest noodzakelijke voorzieningen binnen fietsafstand te bereiken. Dat is nog steeds een sterk 'merk' waar vele landen en steden watertandend naar komen kijken.

“Maar met het loslaten van een sturend ruimtelijk beleid op nationaal niveau heeft Nederland in rap tempo deze voorsprong verloren”, vertelt Marco te Brömmelstroet, hoogleraar Urban Mobility Futures aan de Universiteit van Amsterdam. “Zo zijn veel woonwijken sterk auto-afhankelijk qua locatie, zijn functies steeds meer gescheiden (woonwijken zonder werkvoorzieningen) en zijn de gemiddelde reisafstanden steeds verder toegenomen met alle gevolgen voor leefbaarheid, duurzaamheid en veiligheid van dien. Nu kijkt Nederland voor inspiratie naar buitenlandse steden waar ze wel in staat zijn om duidelijke visies neer te zetten: zoals de 15 minuten stad in Parijs, of de Superblocks in Barcelona.”

 

“De stad is meer dan een verzameling gebouwen”, gaat Te Brömmelstroet verder. “Het is vooral een plek waar mensen elkaar kunnen tegenkomen. De openbare ruimte van onze steden is echter voor het overgrote deel weggegeven aan de verkeersfunctie. Je kunt er makkelijk doorheen, maar de straat als bestemming is daardoor op veel plekken verdwenen. Dat gaat gepaard - als oorzaak en als effect - met een toenemende individualisering van de maatschappij en compartementalisering van beleid. De gigantische toename van het aantal individuele auto's (met meer dan een miljoen sinds 2000 zitten we in Nederland rond de 9 miljoen auto’s, red.) maakt dat de openbare ruimte vooral een plek is geworden waar we als individu makkelijk van A naar B willen komen en waar we de ruimte rondom onze woningen en werkplekken vooral zijn gaan zien als plek waar we dat private eigendom fijn en dichtbij willen opslaan. Hierdoor verdwijnen allerlei andere waardes, zonder dat we daar goed over nadenken. We hebben de openbare ruimte namelijk ook nodig om te spelen, te ontmoeten, te ontspannen, om hittestress tegen te gaan, om biodiversiteit te ondersteunen en om water op te vangen.”

 

Is een slimme stad dan de toekomst van de stedelijke ontwikkeling? “Allereerst vind ik die term bijzonder, want wie wil er nu in een domme stad wonen met domme mobiliteit? Daar kun je toch niet tegen zijn? Maar we hebben daardoor geen discussie meer over welke waarden we centraal stellen in de interventies die we als maatschappij doen. Of, nog erger, die we toelaten of stimuleren van private partijen in onze openbare ruimte. De meeste ‘innovatie’ is helemaal niet zo ‘slim’ maar versterkt juist allerlei ‘domme trends’ zoals individualisering, onderling wantrouwen, toenemende afhankelijkheid van internationale bedrijven, inbreuk op privacy en problematische verzameling van gegevens over ons gedrag. En dat leidt allemaal af van zaken die we ook kunnen doen: zorgen dat de straat niet meer zo gevaarlijk is dat er dagelijks twee mensen elkaar doden, tientallen mensen elkaar ernstig verwonden en ervoor zorgen dat onze kinderen onbezorgd naar school kunnen (er raken nu iedere dag maar liefst 17 kinderen betrokken bij een verkeersongeval, red.).”


Leefbaarheid is nog zo’n verhullende term, besluit Te Brömmelstroet. “Niemand is tegen een leefbare stad, maar tegelijkertijd is het geen doel op zich. Of zou je je eigen huwelijk ook ideaal noemen als je het omschrijft als 'leefbaar'? Leefbaarheid is een basisvoorwaarde en het onderliggende probleem is dat we met allerlei visieloze interventies de stad voor veel mensen onleefbaar hebben gemaakt. Vaak zelfs letterlijk: niet alleen het verkeersgeweld zelf, maar ook de geluidsoverlast, de lokale luchtvervuiling en de eenzaamheid door een gebrek aan openbare ruimte zorgen voor ontelbare verloren levensjaren. Laten we er voor zorgen dat duurzaamheid, leefbaarheid en veiligheid echt betekenis krijgen en dat onze beleidsmakers gewoon zorgen dat dat op orde is. En dat betekent niet 'kijken naar de normen en daar net boven blijven'. Politieke gesprekken kunnen dan weer gaan over welke waarden we echt belangrijk vinden voor onze steden.” 

 

Lees meer op https://corr.es/snelste

Gesponsord