19 dec 2019
|
Economie
Uitzendwerk staat synoniem voor een concept waarbij er een soort van los/vast-relatie bestaat tussen opdrachtgever en werknemer. Die vooringenomenheid is echter veel te kort door de bocht, vindt Suzan Blaakenburg, werkzaam in het management van een grote uitzendorganisatie. Ook in overleg met uitzendkrachten wordt wel degelijk nagedacht over hun carrièrepad.
Zeker in deze tijd van arbeidskrapte bestaat er de neiging om vaste medewerkers in de watten te leggen. Of in ieder geval: er is volop aandacht voor welzijn en welbevinden. Er is aandacht voor ontwikkelingstrajecten, voor een passende werkomgeving en bijvoorbeeld tevens voor gezondheid en fitheid van de medewerker. Blaakenburg: “Ook aan de kant van de uitzendkracht willen we daar als organisatie niet te kort in schieten. De relatie die als vanzelfsprekend wordt ervaren bij vast personeel hebben wij doorvertaald naar onze eigen uitzendkrachten. De basis die wordt gelegd middels beoordelingsgesprekken vindt zijn vervolg in het omzetten van wensen naar concrete doelen.”
Dat de uitzendbranche zich in toenemende mate bekommert om het duurzaam inzetbaar maken van medewerkers vindt Blaakenburg eigenlijk volkomen logisch. De kern van de business bestaat uit het vinden van de juiste match, terwijl de verantwoordelijkheid daaromtrent verder strekt dan het op pad sturen van uitzendkrachten. “De flexbranche is verantwoordelijk voor 35 procent van alle banen in Nederland. En is daarmee de grootste werkgever. We moeten ons blijvend afvragen of we de juiste mensen op de juiste plek hebben zitten. Alleen zo krijg je mensen voldoende in beweging om opdrachtgevers optimaal te ondersteunen.”
Deze uitdaging raakt uiteraard ook de branche zelf. Niet alleen de uitzendkracht dient verantwoordelijkheid te nemen, dat geldt tevens voor de sector, die voldoende kwaliteit in huis moet hebben om goede loopbaangesprekken te organiseren of bijvoorbeeld trainingen om medewerkers vooruit te kunnen helpen. “Het is onze missie om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Dat behelst meer dan het organiseren van een kaartenbak.”