29 mei 2020
|
Maatschappij
Journalist: Féline van der Linde
In 2050 moeten alle huizen in Nederland aardgasvrij zijn. Maar wat zijn de alternatieven en hoe wordt deze transitie in de praktijk tot stand gebracht? Mensen staan nog altijd niet te springen om over te stappen voor groenere opties. Vaak spelen gebrek aan informatie en financiële kosten hierbij een grote rol. Maar is dit terecht?
Marjan Minnesma, directeur van Urgenda, licht de verschillende alternatieven toe en vertelt waarom het niet alleen beter voor het milieu is, maar ook voor onze portemonnee beter zou zijn om van het aardgas af te stappen, bij voorkeur veel eerder dan 2050. “We gebruiken aardgas in onze huizen voor drie dingen, namelijk om te koken, ons huis te verwarmen en voor warm water. Voor deze drie dingen moet er dus een oplossing komen.” Het koken met aardgas is gemakkelijk te vervangen voor een inductieplaat in de keuken. Deze plaat is niet extreem duur en je hebt misschien alleen een andere pannenset nodig, aldus Minnesma. “Het verwarmen van de huizen kan met een warmtepomp. Het enige nadeel hieraan is dat deze minder heet wordt dan een CV ketel. De radiatoren moeten daarbij vervangen worden door convectoren. Wat mensen veelal denken als ze overstappen op een warmtepomp is dat ze dan ook vloerverwarming moeten aanleggen, volgens Minnesma. “Dat is niet waar. Het hele huis hoeft niet extra verwarmd of extreem geïsoleerd te worden. Het is alleen wel belangrijk dat er dubbel glas in de ramen zit.”
Voor warm water in een aardgasvrij huis kun je ook de warmtepomp gebruiken of een elektrische geiser nemen, gaat Minnesma verder. “Je bent dan van je gaskosten af, maar krijgt daarvoor wel extra elektriciteitskosten. In een stad als Amsterdam is niet veel ruimte voor zonnepanelen. Wanneer je in het bezit bent van een appartement houden de appartementen om je heen warmte vast en heb je eigenlijk helemaal geen warmtepomp nodig.” Het plaatsen van infraroodpanelen in de kamers waar je warmte wil is dan al voldoende, aldus Minnesma.
Financieel aantrekkelijk
De overheid stimuleert wonen zonder aardgas met verschillende subsidies. Je krijgt niet alleen subsidies van de nationale overheid, maar ook de gemeenten geven aanvullende subsidies. Het duurzaam maken van huizen is dus (financieel) haalbaar. Toch zijn er in de praktijk nog altijd een aantal hobbels, aldus Minnesma. “Zo is van aardgas naar elektrisch naar mijn mening de beste oplossing, maar ook warmtenetten bieden een uitkomst. Alleen als die warmtenetten er nog niet zijn moet de straat daarvoor opengebroken worden. En het water in de warmtenetten wordt in de praktijk door aardgas verwarmt of met biomassa, maar daar willen we juist van af.”
Actie vereist
Veel huizen zijn al ‘elektrisch’ en er is nog genoeg ruimte in Nederland om via zon- en windenergie onze elektriciteit op te wekken en onze huizen daarmee te verwarmen, volgens Minnesma. “Hiermee worden we in de toekomst ook nog eens minder afhankelijk van andere landen. Dat lijkt mij alleen maar een positieve ontwikkeling. Daarnaast heeft de huidige situatie met corona laten zien dat we in een hele korte periode heel veel kunnen opzetten, dit heeft ontzettend veel actie van ons vereist.” Ook het afsluiten van aardgas in huizen vereist actie. Als een installatiebedrijf nu gemiddeld 1 huis van het aardgas afhaalt in de week, dan zullen dat er minimaal tien moeten worden de komende jaren. En mensen moeten weten dat je rekening niet hoger wordt als je overstapt op groenere energie. “Na vijftien jaar heb je zelfs een veel lagere energierekening”, besluit Minnesma.