31 mei 2022
|
Industrie
Journalist: Jerry Huinder
|
Foto: Sander van der Torren
Innoveren om competitief te blijven. Dat is het credo van Fried Kaanen. “Het is van levensbelang als we de welvaart in Nederland willen behouden.”
Fried Kaanen is voorzitter van Koninklijke Metaalunie en ondernemer in de mkb-maakindustrie. Daarnaast is hij lid van de Stuurgroep Smart Industry. Op woensdag 29 juni organiseert de stuurgroep het Smart Industry Jaarevent, waar het vijftigste Fieldlab wordt geopend. Dit Fieldlab is een Skillslab: “Belangrijk, want personeel dat ons kan helpen bij het transformeren naar een Smart Industry is van immens belang de komende jaren.”
“Competitief blijven in een veranderende markt waar we duurzamer moeten opereren en een groot tekort hebben aan personeel.” Dat is de opdracht voor de metaalindustrie, volgens Fried Kaanen, voorzitter van Koninklijke Metaalunie en ondernemer in de mkb-maakindustrie. “Makkelijker gezegd dan gedaan, maar Smart Industry geeft Nederland de kans om dit voor elkaar te krijgen. Doen we dit niet, dan raken we onze concurrentiepositie simpelweg kwijt.” Duidelijker kan Kaanen niet zijn. Smart Industry is geen vrijblijvende hobby, het is een must. En Kaanen is niet de enige met die mening. Daarom startte FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, een aantal jaar geleden het Smart Industry programma, samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Metaalunie, de Kamer van Koophandel en TNO. Wat begon met een activeringsprogramma, gevolgd door een implementatieagenda is nu toe aan een schaalsprong. “We willen van 600 koplopers naar een peloton van 6000.”
Innovatie als overlevingsstrategie, is altijd al uw credo geweest.
“Absoluut. Veel bedrijven binnen de mkb-maakindustrie, ook mijn eigen bedrijf, vechten al jarenlang tegen lagelonenlanden. Je moet je voorstellen dat veel producten gestandaardiseerd zijn in onze branche, met als gevolg dat er een contante prijsdruk is. En Noordwest-Europa is nou eenmaal één van de duurste plekken ter wereld als het gaat om arbeid. Wat moet je dan doen als je wil overleven? Verhuizen of innoveren. Omdat verhuizen niet altijd wenselijk is, moet het dus slimmer, dan wel in het proces dan wel in het product. Dat is van levensbelang als we de welvaart in Nederland willen behouden.”
Normaal gesproken zet u vooral in op procesinnovatie: is dat in deze tijden anders?
“Nee. Kijk, voor bedrijven die zelf een product hebben ontworpen, de zogeheten Original Equipment Manufacturers, ligt het anders. Die kunnen hun product verder ontwikkelen en proberen waarde toe te voegen. Maar voor de grote groep bedrijven die dat niet hebben, is procesinnovatie, hoe kan het slimmer, aandachtspunt nummer 1. De innovatierichting daarbinnen voor de maakindustrie is het centraal stellen van automatisering. Dat is de focus voor de komende jaren: het verknopen van de ICT. Je moet je voorstellen dat elke machine een ICT-eiland op zich is, maar waar we naartoe willen is dat alle machines met elkaar verbonden zijn. Dat is de sleutel tot een Smart Industry.”
Hoe ver zijn we daarmee?
“We zijn hier nu zo’n zes jaar mee bezig, en twee jaar geleden hebben we gezien dat er koplopers zijn ontstaan: bedrijven die dit echt goed voor elkaar hebben. Nu is het zaak om het peloton te bereiken, de grote massa. Momenteel werken we aan die verbreding, we willen van 600 koplopers naar een peloton van 6000. Dat noemen we een schaalsprongagenda. Het lastige daaraan is alleen dat het verknopen van ICT voor elk bedrijf anders is, bedrijven in het peloton kunnen dus niet simpelweg de koplopers kopiëren. Daarnaast voelen niet alle partijen altijd dezelfde noodzaak. De grondstoffencrisis en de geopolitieke spanningen helpen hierbij, want dit zorgt wel voor een gevoel van urgentie bij bedrijven. Niet zozeer op prijsgebied, want dat is een disruptie voor het moment, maar de voorradigheid is wel degelijk een reden voor bedrijven om na te denken over de langere termijn. En over innovatie.”
Wat is de winst van digitalisering?
“Neem een plaatbewerkingsbedrijf: vroeger kreeg zo’n bedrijf een order, dan gingen ze kijken of en wanneer ze dat konden maken, koppelden dat terug, kregen een order enzovoort, enzovoort. Nu kunnen bedrijven bij dat plaatbewerkingsbedrijf digitaal een order plaatsen waarbij ze gelijk kunnen zien wat dat kost en wanneer het klaar is. Dat betekent een enorme verkorting van het proces. Maar ook in de hele keten zorgt digitalisering voor enorm veel efficiëntie. Je moet eens weten hoeveel er nog over getikt wordt, van order tot bestelformulier tot factuur. Maar door digitalisering kunnen we nu ook verschillende ERP-systemen van verschillende bedrijven aan elkaar koppelen zodat ze met elkaar kunnen communiceren, waardoor de informatie gewoon wordt doorgezet. Dat scheelt enorm veel tijd en daardoor kan je concurreren met lagelonenlanden.”
Maar dan moet je elkaar wel vertrouwen, want als systemen van verschillende bedrijven met elkaar kunnen praten en bij elkaar binnen kunnen kijken, creëer je ook de mogelijkheid tot misbruik daarvan.
“Zeker. Daarom willen we ook naar open standaarden, zodat er meerdere platforms kunnen ontstaan, die ook weer met elkaar kunnen praten. Als we de verknoping op grotere schaal toepassen, dus meer systemen dezelfde taal spreken, kan iedereen meedoen. Wat we absoluut niet willen in de maakindustrie is het Thuisbezorgd-model, dus dat iedereen de taal van Thuisbezorgd moet spreken, en anders niet mee kan doen. De kern van de maakindustrie is dat iedereen onafhankelijk wil opereren in een gelijke markt, dat is heel belangrijk. Bedrijven in de maakindustrie willen vrij zijn om te handelen en niet een slaaf worden van één handelaar.”
Wat is het verschil tussen de grote multinationals en het mkb als je het vanuit Smart Industry bekijkt?
“Het grote verschil is natuurlijk dat er bij grote bedrijven makkelijker mensen vrijgemaakt kunnen worden om dit soort processen te begeleiden. We zullen het mkb op het gebied van digitalisatie dus moeten helpen bij dit proces, want het adagium dat als de innovatie er is, bedrijven ermee aan de slag zullen gaan, gaat niet op. Er moet wel ruimte voor zijn. Vergeet niet: ze innoveren niet vanuit hun eigen vakgebied, ze innoveren vanuit ICT. Die kennis is er vaak niet bij het mkb en met de programma’s die we hebben, proberen we dit gat te dichten.”
Tot slot: wat is het grootste probleem waar Smart Industry tegenaan gaat lopen in de toekomst?
“Tijd en urgentie, en die twee staan heel erg nauw in verband met elkaar. Wij hebben de voordelen van Smart Industry ontdekt, maar landen om ons heen ook. Duitsland en Frankrijk hebben daar grote budgetten voor vrijgemaakt en zijn volop in ontwikkeling, dus iedereen in Nederland moet nú de urgentie voelen, voordat we mettertijd links en rechts worden ingehaald. Wat daaraan gelinkt is, is het probleem dat bedrijven keuzes moeten maken. Het zijn massieve veranderingen en je kan niet alles tegelijk doen. Zeker niet in deze arbeidsmarkt, want we hebben de mensen simpelweg niet. Maar ik heb er wel vertrouwen in: zorgen dat je de juiste keuzes maakt, in het juiste tempo, dat heet ondernemen en dat kunnen wij in Nederland.”