Deel dit artikel:

22 feb 2019

|

Industrie

Voor een praktische uitvoering van het Klimaatakkoord is te weinig regie en moeten randvoorwaarden geregeld worden

Journalist: Jerry Huinder

Verduurzamen en liefst zo rap mogelijk. Dat is de opdracht die Maxime Verhagen, als branchevoorzitter van Bouwend Nederland, meekrijgt vanuit het Klimaatakkoord. Iets waar hij achter staat, maar hij benadrukt wel: “Het kabinet legt de regie voor de grote verduurzamingsopgave neer bij gemeenten. Als Bouwend Nederland zouden wij graag concreet willen zien waar gemeenten dan verantwoordelijk voor worden.”

Diederik Samson was nog nooit zo positief gestemd geweest, zei hij in Buitenhof tijdens de onderhandelingen. De voorzitter van de Klimaattafel Gebouwde Omgeving wist het zeker. De 7 miljoen huizen en 1 miljoen gebouwen in Nederland die op dit moment veelal slecht geïsoleerd zijn en verwarmd worden met aardgas transformeren naar huizen en gebouwen die duurzaam zijn? Dat gaat lukken. En Maxime Verhagen? Die predikte realisme. Want ja, ook hij is groot voorstander om met z’n allen nu echt de energietransitie te versnellen. En ja, ook hij wil dat de woningen duurzamer worden en weet dat de bouwsector hier een belangrijke rol vervult. Maar, zo stelde hij tijdens de onderhandelingen, wel op een realistische manier. Het moet allemaal wel haalbaar zijn. En woonlastenneutraal. Met andere woorden: het moet de bewoner niks kosten. Het resultaat? Onder meer dat er circa 500 miljoen euro beschikbaar komt voor woningcorporaties specifiek voor verduurzaming. Met dit geld kunnen woningen van meerdere corporaties op korte termijn verduurzaamd worden. En dat het Klimaatakkoord de in oktober 2018 aangewezen 27 proeftuinwijken als leerschool gebruikt om regionaal vraag- en aanbod te bundelen. Met een rijksbijdrage van 120 miljoen euro gaan deze 27 gemeenten op korte termijn een wijk aardgasvrij maken. En Bouwend Nederland bedong dat vrijwel de hele woningvoorraad na-geïsoleerd moet worden. Vooral dat laatste was een belangrijke overwinning voor de club van Maxime Verhagen. “Duurzame bronnen zijn belangrijk, maar isolerende maatregelen, nog veel meer. Anders krijgen we de huizen niet meer warm gestookt”


Het draaide het afgelopen jaar om drie basisprincipes voor u: innoveren, isoleren en faseren. Ging u tevreden de feestdagen in? 

“Zeker. Ik was en ben blij dat in het huidige ontwerp voor het Klimaatakkoord substantiële middelen zijn opgenomen om op korte termijn ervaring op te doen met grootschalige verduurzaming van woningen.”


En nu? Twee maanden, vele reacties en wellicht wat reflectie verder: bent u nog steeds een tevreden voorzitter van Bouwend Nederland?

“Jazeker, ik hoop nog steeds dat dit ontwerp één op één terugkomt in het definitieve Klimaatakkoord. Dat gezegd hebbende: de gepubliceerde tekst bevat nog veel procesafspraken en er moeten nog veel losse eindjes opgelost worden. Voor een praktische uitvoering van het Klimaatakkoord is te weinig regie. Hoe woningeigenaren de verduurzaming woonlastenneutraal gaan betalen behoeft ook nog een wetswijziging.”


Hoe gaan we dat regelen?

“Om gebouwgebonden financiering mogelijk te maken zal de overheid het Burgerlijk wetboek moeten aanpassen. De financiële sector ontwikkelt voor 2022 nieuwe financieringsvormen. Op het moment dat gemeenten hun Regionale Energie Strategieën moeten hebben vastgesteld, moeten ook deze nieuwe financieringsvormen geregeld zijn. Daarnaast wordt verkend of het Nationaal Energiebesparingsfonds uitgebreid kan worden.”


Moeten er nog meer puntjes op de i gezet worden? 

“Zeker. Een andere belangrijke randvoorwaarde is dat de verduurzaming woonlastenneutraal moet. Het moet de bewoner dus niks kosten. Daarnaast is het essentieel om de particuliere woningeigenaar geheel te ontzorgen bij deze transitie. Van advies, tot uitvoering en nazorg.”


Hoe kunnen we dat doen?

“Het is belangrijk om de burger per woningtype duidelijkheid te geven wat de beste oplossingen zijn voor hun woning. Woningen die gebruikmaken van duurzame energie moeten beter geïsoleerd worden, om het huis comfortabel te houden. Voor de benodigde isolatieniveaus moeten eenduidige normen worden vastgesteld per woningtype. Daarnaast moeten consumenten meer voorlichting krijgen.”


Voor innovatie en opschaling is een grootschalige en voorspelbare marktvraag nodig. Dat begint bij de woningcorporaties heeft u vanaf het begin gezegd. Waarom?

“Woningcorporaties hebben veel gelijksoortig woningbezit. Door dit te clusteren is opschaling mogelijk en kunnen alle partijen ervaring opdoen met grootschalige verduurzaming. Deze projecten kunnen ons leren hoe we grote aantallen woningen efficiënt kunnen verduurzamen, zowel technisch als organisatorisch. Er moet veel geleerd worden en er moet een verduurzamingsmarkt op gang worden gebracht die het efficiënt renoveren van bijna anderhalf miljoen woningen mogelijk maakt. Bouwers krijgen zo de gelegenheid om grootschalige verduurzamingsconcepten te maken. Opdrachtgevers kunnen ervaring opdoen met het tenderen van gebundelde projecten.”


Wie is er aan de beurt na de corporaties?

“Belangrijk is te kijken naar opschaling van het verduurzamingstempo. Cruciaal is om dit niet meer pand voor pand te doen, maar te kijken naar een gebundelde vraag. Dat biedt kansen voor bedrijven om verder te innoveren in verduurzamingsconcepten. Dat zouden bijvoorbeeld alle schoolgebouwen of sportvoorzieningen in een regio kunnen zijn. Het zijn uiteindelijk de gebouweigenaren die besluiten om te investeren in hun pand. Het is belangrijk dat deze vraagbundeling gestructureerd gebeurt, en dat duidelijk is wie hier regie neemt. Wordt deze rol niet ingevuld dan is de kans dat er een gebundelde vraag ontstaat nihil.”


Verdeelt u die taken en regie eens. 

“Het kabinet legt de regie voor de grote verduurzamingsopgave neer bij gemeenten. Als Bouwend Nederland zouden wij graag concreet willen zien waar gemeenten dan verantwoordelijk voor worden. Ik roep dan ook opnieuw op tot meer regie in de samenwerkingen tussen overheden. Alleen dan kunnen we grote stappen zetten.”


Dan isoleren: uiteindelijk is dit in het plan gekomen. Sterker nog: het wordt genoemd als essentiële eerste stap. 

“Energie besparen/isoleren was lang onderbelicht. Onterecht, want naast de noodzaak voor duurzame energie is het belangrijk om de opgewekte energie optimaal te gebruiken. Duurzame bronnen zijn belangrijk, maar isolerende maatregelen, zeker op de korte en middellange termijn nog veel meer. Elke kilowattuur energie die niet verbruikt wordt, hoeft ook niet te worden opgewekt. Dat scheelt ook weer in de aanleg van infrastructuur. Een geothermiebron kan vijfduizend oudere woningen verwarmen, maar wel tienduizend goed geïsoleerde. En de warmtepomp kan inderdaad een cv-ketel vervangen, maar krijgt een slecht geïsoleerd huis niet warm genoeg gestookt. De transitie naar duurzame energie leidt voor veel woningen tot een laagtemperatuursysteem. Voor deze woningen is goede isolatie essentieel voor een comfortabel en gezond binnenklimaat. Vrijwel de hele woningvoorraad moet hiervoor na-geïsoleerd worden. Het is noodzakelijk om per gebouwtype, bouwjaar en energievorm te kijken wat het juiste isolatieniveau is voor een comfortabel en gezond binnenklimaat.”


Tot slot: Diederik Samsom laat geen gelegenheid schieten om te benadrukken dat hij nog nooit zo positief is geweest over het feit of het gaat lukken of niet. Deelt u dat positivisme?

“Ja, als hiervoor de juiste voorwaarden worden geschept voor onze sector en andere stakeholders zoals decentrale overheden. Daarnaast moet er meer regie komen, een normering voor gebouwtypen, een wijkgerichte aanpak, een bundeling van vraag en aanbod en nieuwe financieringsvormen. Als dat allemaal geregeld wordt, dan heb ik er het volste vertrouwen in.”

Gesponsord