21 feb 2025
|
Maatschappij
Journalist: Hugo Schrameyer
Veranderen is moeilijk. Vooral binnen organisaties blijkt gedragsverandering vaak een taai proces. Hoe komt dat eigenlijk? En wat kunnen bedrijven doen om medewerkers beter te ondersteunen? Veel blijkt af te hangen van drie factoren: capaciteit, motivatie en omgeving.
Veel verandertrajecten richten zich vooral op de capaciteiten van medewerkers. Trainingen en cursussen moeten hen helpen nieuwe vaardigheden en kennis op te doen. Volgens gedragswetenschapper en veranderexpert Ben Tiggelaar is dat slechts een deel van het verhaal. “Naast de vraag of iemand iets kan, is het minstens zo belangrijk om te kijken of iemand het wil, en vooral of de werkomgeving verandering ondersteunt. Je hebt als werknemer tenslotte te maken met regels, tijdsdruk, collega’s en leidinggevenden. Ook al heb je de motivatie en de capaciteit om nieuwe vaardigheden te leren – als de omgeving niet meewerkt, dan gaat het niet.”
Tiggelaar noemde het al: motivatie is een essentiële factor bij gedragsverandering. Een term die daarbij hoort, is self-efficacy. In het Nederlands: het vertrouwen dat iemand heeft in het succesvol uitvoeren van een taak. “Wanneer een medewerker er geen vertrouwen in heeft dat die een nieuwe werkwijze succesvol kan toepassen, is de kans groot dat wordt vastgehouden aan oud gedrag. Ook een goede training gaat dan niet werken.”
Ook de omgeving speelt een cruciale rol. Zowel de fysieke als de sociale werkomgeving belemmert vaak verandering. “Als de sociale context niet meewerkt, wordt het moeilijk om nieuwe vaardigheden in de praktijk te brengen. Een leidinggevende kan bijvoorbeeld een training volgen over betere vergadertechnieken, maar als de rest van het team niet meebeweegt, zal de verandering nauwelijks effect hebben. Het is van belang dat organisaties niet alleen individuen trainen, maar verandering aanpakken als een collectief proces.”
De vraag wat mensen motiveert om daadwerkelijk mee te gaan in een verandertraject gaat vooral om het ervaren van progressie. Mensen willen vooruitgang zien. Niet alleen objectief, maar vooral subjectief: mensen willen het gevoel hebben dat ze stappen vooruitzetten. Dat principe geldt voor kinderen die leren piano spelen, maar net zo goed voor professionals die zich een nieuwe werkwijze eigen maken.
Als de sociale context niet meewerkt, wordt het moeilijk om nieuwe vaardigheden in de praktijk te brengen
Tiggelaar: “Om progressie zichtbaar te maken, kunnen bedrijven gebruikmaken van dashboards of andere visuele hulpmiddelen. Bij een grote krant zag ik ooit schermen waarop redacteuren in realtime konden zien hoe hun artikelen online presteerden. Dat gaf direct feedback en motiveerde redacteuren om zich meer te richten op digitaal publiceren. Daarnaast is het belangrijk om veranderingen op te breken in kleine, haalbare stappen. Als een taak te groot lijkt, haken mensen af. Door kleine succeservaringen ervaar je progressie. Dat leidt tot motivatie en momentum.”
Kleine succeservaringen stimuleren motivatie en momentum
Veranderend mensenlijk gedrag verloopt vaak via de werkomgeving. “Iedere gedragswetenschapper weet: je moet de context zo inrichten dat het gewenste gedrag eenvoudig en aantrekkelijk wordt.”