21 dec 2021
|
Maatschappij
Journalist: Mark van der Heijden
Het modellenrecht is niet iedereen bekend, maar cruciaal in deze tijd.
Een iPhone is onmiskenbaar een iPhone. Van de homebutton in de eerste versies en de notch in de laatste modellen tot de volumeknoppen aan de linkerzijde en de locatie van de camera’s aan de achterkant. Wie er een in handen heeft weet het, dit is een iPhone. En dat is wel zo handig als je een iPhone wil kopen.
Dat is wat een goed ontwerp doet. Het geeft een uniek karakter aan een product en wordt daarom ook wettelijk beschermd. “Als consument ben je gewend aan een model te herkennen van wie het ontwerp is en welke kwaliteit daarbij te verwachten”, zegt Theo-Willem van Leeuwen, voorzitter van Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht (BMM).
“Het is de kern van alle Intellectueel Eigendomsrechten, voorkomen dat een consument in verwarring wordt gebracht en niet krijgt wat hij verwacht. Aan de andere kant geeft het IE-recht een bedrijf een monopolie op het gebruik en de exploitatie van dat recht.”
Het Intellectueel Eigendom kent verschillende vormen. Auteursrecht bijvoorbeeld beschermd onder meer geschreven teksten en liedjes. Het merkenrecht geeft bedrijven het exclusieve recht een naam in een bepaald gebied te gebruiken. Het modelrecht beschermt de verschijningsvorm, het uiterlijk van een voortbrengsel.
Om modelrecht te hebben moet een ontwerp aan twee criteria voldoen, zegt Van Leeuwen. “Een ontwerp moet nieuw zijn. Een modelrecht moet binnen Europa binnen één jaar oud na de eerste openbaarmaking worden aangevraagd. Daarnaast moet het ontwerp een eigen karakter hebben, een nieuwe indruk geven. Als het een voorwerp is waarvan er al honderden op de markt zijn, kun je dat niet claimen.”
“Bij het ene product is er veel meer ruimte af te wijken van wat bekend is. Behang bijvoorbeeld geeft ook al is het tweedimensionaal in het design ontzettend veel ruimte om af te wijken”, zegt Van Leeuwen. Niet elk design kan echter vastgelegd worden, waarschuwt hij. “Daar zijn enkele uitzonderingen op, waarvan de meest belangrijke is dat het ontwerp niet uitsluitend een gevolg van een technische functie mag zijn. Dat wordt beschermd met een octrooi.”
Een Nederlands ontwerp kan worden vastgelegd bij het Benelux Merkenbureau, maar vrijwel ieder aanvraag wordt tegenwoordig ingediend bij het EUIPO, het bureau voor Intellectueel Eigendom van de Europese Unie. Een Europees modelrecht biedt bescherming binnen de hele EU in plaats van enkel de Benelux.
“Een modelrecht kan op vele manieren worden aangevraagd. Je kan daarvoor tekeningen, foto’s enzovoort gebruiken. Het ligt eraan wat je wil claimen als fabrikant. De Senseo ziet er uit als een ober die een kopje koffie aanbiedt. Het gaat daarbij niet om het materiaal, maar je wil de kern van de vorm claimen. Dat kan met tekeningen. Bij een haard met betonlook moet je foto’s bijdragen. Betonlook kun je niet claimen met een tekening.”
Een geregistreerd modelrecht geldt voor vijf jaar en kan vijf keer worden verlengd. De ingediende ontwerpen worden echter bij indiening niet gecontroleerd op uniciteit. “De wet veronderstelt ook dat ik de rechthebbende ben. Een modelrecht wordt pas onderuit gehaald in een procedure. En als het tot een zaak komt, geldt er omgekeerde bewijslast.”
De rechter zal uiteindelijk beslissen of het model wel geldig is en wie het oudste recht heeft. “Er zijn veel beroemde zaken geweest, bijvoorbeeld over het honingpotje van Michaud. Meest kenmerkende aan de verpakking is de relatief grote donkergele dop en zo is het model ook ingediend. Michaud wil actie nemen tegen een vergelijkbare honingpot maar die heeft geen gele dop, de rechter moet die dop maar wegdenken. Het Hof gaat daar niet in mee. Als je de dop wegdenkt, blijft er een vaag flesje over en die kan vele vormen hebben. De eis wordt afgewezen.”