26 aug 2020
|
Maatschappij
Journalist: Marjon Kruize
De coronacrisis houdt de wereld in zijn greep en laat ook de bouwsector niet onberoerd. Toch blijven we doorbouwen, aldus Bouwend Nederland voorzitter Maxime Verhagen.
Na de problemen met stikstof zet ook de coronacrisis de bouwsector op zijn kop. Het aantal opdrachten loopt terug ondanks dat de sector veilig kan doorbouwen met het protocol ‘Samen veilig doorwerken’. De economie in z’n totaliteit krijgt een flinke tik. Daarom is het van het grootste belang voor de Nederlandse economie dat we door blijven bouwen aan duurzame gebouwen en infrastructuur, vertelt Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. “Elke euro die gestoken wordt in de bouw en infra levert tot wel bijna drie euro aan aanvullende economische activiteit op. Dat effect moeten we optimaal uitbuiten. Onze sector is de locomotief die de hele Nederlandse economische trein weer kan laten rijden.”
Hoe beïnvloedt de coronacrisis de bouwsector?
“Uit een conjunctuurmeting van het Economisch Instituut voor de Bouw en uit een enquête van Bouwend Nederland onder leden blijkt dat het werk terugloopt. Vooral de orderportefeuilles in de infrasector nemen af. Ondervraagden zagen het aantal offertes en bestekken fors afnemen. Ruim 60% geeft aan dat de marktomstandigheden zijn verslechterd en bij bijna 75% van de bedrijven is de werkvoorraad minder dan drie maanden. Dit is een halvering ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Ook de vergunningverlening en andere procedures lopen vertraging op. Het is dus een flinke klap voor de sector.”
Het lijkt me lastig om op een bouwplaats altijd 1,5 meter afstand te houden.
“Dat vereist een andere werkwijze. Om die werkwijze te faciliteren en duidelijkheid te verschaffen hoe er toch veilig en verantwoord doorgewerkt kan worden, stelden Het Rijk en de bouw- en technieksector eind maart het protocol Samen Veilig Doorwerken vast. Zo hebben we kunnen voorkomen dat werk kwam stil te liggen. Het protocol volgt de richtlijnen van het RIVM en wordt ondersteund door de vakbonden, brancheverenigingen en werkgevers- en werknemersorganisaties.
Neemt de druk op de woningmarkt af door de crisis?
“De onderliggende vraag is natuurlijk niet weg. Nederland kent een structureel woningtekort van ruim 330.000 woningen. Naar verwachting telt ons land in 2035 18,8 miljoen inwoners. Mede door dit aantal zal de vraag naar woningen verder toenemen. Om aan de groeiende vraag te voldoen, moeten tussen 2020 en 2030 in totaal 845.000 woningen gebouwd worden. De behoefte aan betaalbare woningen blijft onverminderd groot. Verruiming van de startersleningen en verhoging van de nationale hypotheekgarantie zouden ook goede maatregelen zijn en maken de woningmarkt toegankelijker voor grotere groepen mensen.”
Het EIB spreekt over een enorm banenverlies in de bouw. Wat doet de sector om deze banen toch te behouden?
“De onderliggende vraag naar vakkrachten blijft groot. Het laatste wat een aannemer wil doen is mensen ontslaan want hij weet dat hij ze op de iets langere termijn keihard nodig heeft. Onderzoek van ING toont aan dat na de laatste crisis tussen 2014 en 2018 een productiviteitsstijging van 40% is gerealiseerd. Die is alleen te verklaren door het feit dat bouwers hun mensen vasthouden en die mensen gewoon meer werk kregen en door het oplossen van de crisis op volle capaciteit konden gaan werken. Dat zal nu ook zo veel mogelijk het geval zijn”
Liggen de energietransitie en de transitie naar circulaire bouw nu stil?
“Nee, we bouwen door. Wel zijn in de beginfase van de crisis lopende initiatieven en projecten in vertraging gekomen door het instellen van de afstand beperkende maatregelen. Dat heeft impact gehad op onze sector en de bedrijven die veelal achter de voordeur van de klanten thuis aan het werk zijn. Ook de overschakeling naar digitale overlegstructuren op afstand met opdrachtgevers, overheden en partijen in de bouwketen heeft tijd nodig gehad. Maar het belang om door te kunnen bouwen is groot. De continuïteit en de werkgelegenheid in de bouwsector moeten gewaarborgd blijven om het woningtekort niet verder te laten oplopen.”
Hoe belangrijk is het dat we de bouw hervormen om deze te verduurzamen?
“Maatschappelijke opgaven als klimaatverandering, de energietransitie en circulariteit vragen om innovatieve oplossingen vanuit de bouw- en infrasector. We moeten binnen de sector ruimte creëren voor slimme innovatieve producten en werkprocessen. Overheden, kennisinstellingen en marktpartijen in de bouw- en technieksector moeten hun krachten bundelen om te komen tot langjarige kennisprogramma’s. Daartoe werken deze partijen samen in het Bouw en Techniek Innovatiecentrum (BTIC). Het BTIC vormt het vliegwiel om bouw-, ontwerp-, en techniekinnovaties te versnellen.”
Hoe staan we ervoor in Nederland? Zijn er al veel circulaire en/of energieneutrale gebouwen?
“Voorbeelden zijn er zeker te noemen, denk aan het Unilever Foods Innovation Centre in Wageningen dat eind vorig jaar door de koning werd geopend. Interessant aan dit voorbeeld is dat er echt sprake is van een duurzaam gebouw, waarbij circulariteit en energieneutraliteit hand in hand gaan. Het gebouw heeft de hoogste duurzaamheidscertificering BREEAM-NL Outstanding, voorziet in de eigen energiebehoefte en is gebouwd uit ver doorgevoerde circulaire materialen en grondstoffen. Wat betreft energieneutrale of bijna energieneutrale gebouwen, dat begint inmiddels vanuit wetgeving en in de bouwpraktijk de nieuwe norm te worden. Vanaf 1 januari volgend jaar geldt in Nederland voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, dat de vergunningaanvragen moeten voldoen aan de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG). Maar de circulaire bouweconomie bevindt zich eigenlijk nog in de beginfase.”
Gaat de bouw de doelstellingen in het klimaatakkoord kunnen waarmaken? En wat is hier voor nodig?
“Voorop staat dat de bouw moet kunnen blijven investeren om de ambities waar te maken. Investeren kan alleen als de sector gezond is en winst maakt. Daarvoor is het cruciaal dat blokkades worden weggenomen zoals die er nu nog steeds zijn voor stikstof en lang waren voor PFAS en dat er een stevig investeringspakket ontstaat die de bouw door deze coronacrisis heen trekt. Continuïteit is van het grootste belang. Als dat niet gebeurt staan alle ambities onder druk.”
“Voor de bedrijven binnen de sector is het vooral van belang dat er handelingsperspectief ontstaat door opschaling en door bundeling van de vraag naar het verduurzaming van woningen. Daartoe zijn heldere handelingsperspectieven nodig voor burgers, corporaties en gebouweigenaren om aan de slag te gaan met verduurzaming. Meer continuïteit in de vraag van klanten naar verduurzamingsmaatregelen geeft de markt duidelijkheid wat ze te doen staat. Daarnaast ziet Bouwend Nederland het als haar rol om te zorgen dat aan de randvoorwaarden wordt voldaan, zodat de sector grote schaalsprongen kan maken om gebouwen en huizen te verduurzamen en benodigde energiesystemen aan te leggen. Daar zijn innovaties voor nodig, efficiënte ketenprocessen en de opbouw van de benodigde arbeidscapaciteit.”