30 nov 2021
|
Levensstijl
Journalist: Marjon Kruize
In de plannen van het kabinet omtrent gezondheid en zorg is het doel gesteld voor 2040 om vijf jaar langer gezond te leven, en dertig procent minder verschil in de gezonde levensverwachting tussen sociale klassen te realiseren in de komende jaren. Goede voeding speelt daarin uiteraard een essentiële rol.
“Er is steeds meer aandacht om mensen zo gezond, fit en vitaal mogelijk te houden”, stelt Carmen van Vilsteren, boegbeeld van de Topsector Life Sciences & Health. “Zowel preventief als wanneer iemand al ziek is of een operatie moet ondergaan.”
Wanneer we bijvoorbeeld kijken naar preventie betekent dat onder andere dat er meer interesse is voor een gezonde leefomgeving. “Dat geldt voor kinderen, die op school meer leren over gezonde voeding, maar uiteraard ook voor volwassenen”, vertelt Van Vilsteren. “Obesitas heeft in het huidige preventieakkoord een prominente plaats gekregen, maar anders dan bij roken en alcoholgebruik zijn er l minder doelstellingen gerealiseerd. Het veranderen van voedingspatronen is dan ook heel lastig, want dat vraagt om gedragsverandering zowel voor gezonde als voor ongezonde mensen Gedragsverandering is met name lastig als de leefomgeving ongezond is. Je kan op school heel veel aandacht besteden aan gezond eten, maar als de snackbar om de hoek zit is het gemakkelijk om na school toch even een frietje te halen.”
Veel van dit soort projecten hebben mede daardoor enkel effect op de korte termijn. “Preventie staat hoger op de agenda dan ooit, mede door covid”, stelt Van Vilsteren. “Maar veel van de projecten die opgestart zijn, vallen na een pilotperiode of een aantal jaren weer weg omdat de subsidie dan stopt. We zijn mede daardoor ook begonnen met het programma Urgentie op Preventie, waarbij we inzetten op structurele verandering. Dat is niet makkelijk, want gedragsverandering is heel ingewikkeld en als je vandaag investeert in preventie betaalt dat zich niet meteen uit. Maar op de lange termijn hebben die investeringen een grote impact op onze gezondheid die hard nodig is om ons land draaiende te houden. In Urgentie op Preventie meten we de resultaten van diverse programma’s en vergelijken die met elkaar.
Daarnaast kan ook ieder individu in deze COVID tijd eigen verantwoordelijkheid nemen en gezonder leven en daarmee het risico op complicaties door COVID te verkleinen, een goed voorbeeld is hiervan fitopjouwmanier.nl, dat gepromoot wordt door het ministerie van VWS Maar er zouden wat mij betreft, naast alle COVID maatregelen, meer explicietere oproepen gedaan kunnen worden om fit te blijven en zo de kans op ernstige COVID gevolgen zo klein mogelijk te maken.
In de topsector wordt ook ingezet op gezonde voeding bij ziekte, of wanneer iemand wacht op een operatie. “Als voorbereiding op een ingreep kan je mensen ook helpen door hen gezonde voeding aan te bieden”, vertelt Van Vilsteren. “Als je fitter het ziekenhuis in gaat herstel je daarna namelijk sneller. En daarnaast is het ook belangrijk dat de voeding in het ziekenhuis zelf gezonder wordt en kan worden aangepast op de patiënt. Ziekenhuizen zouden daar ook het goede voorbeeld kunnen geven aan patiënten die minder gezond leven, er zijn al ziekenhuizen die dit uitstekend doen. En gelukkig kun je je nu niet meer voorstellen dat er een kar met rookwaren aan je bed komt, zoals nog niet zo heel veel jaren geleden nog gebeurde.
Volgens Van Vilsteren weet men over het algemeen wel wat gezond is, maar is het lastiger om hier ook daadwerkelijk iets mee te doen. “We weten allemaal dat obesitas kan leiden tot hart- en vaatziekten en we weten inmiddels ook dat het risico op de ontwikkeling van kankers hoger is als je ongezond eet. Het is belangrijk om die kennis te blijven verspreiden, onder andere door publiek-private samenwerkingen. En dat betekent dat er ook op het gebied van voeding wetgeving zal moeten komen, zoals dat bij roken en alcohol al het geval is. Denk bijvoorbeeld aan een suikertax. Je kunt niet van burgers alleen verwachten dat ze gezonder gaan leven, bedrijven, kennisinstellingen en de overheid zullen daar ook een rol in moeten gaan spelen.”
Inmiddels weten we beter wat de impact van voeding is, maar hoe we het eetgedrag beïnvloeden, daar moet nog veel meer aandacht naartoe, stelt Van Vilsteren. “Je ziet steeds meer living labs ontstaan waarin bijvoorbeeld lokale bedrijven de handen ineenslaan om gezonde voeding toegankelijker te maken. Ik zou dat graag structureler en groter zien. Mijn hoop is dan ook dat het kabinet daar verder op in gaat zetten met een serieus vervolg op het preventieakkoord. Met een duidelijk beleid op preventie en voeding.”