Annemieke Roobeek, Hoogleraar Strategie en Transformatiemanagement, Nyenrode Business Universiteit

Momenteel werken er 1,4 miljoen mensen in de zorg en de sector blijft groeien. Om dit te doorbreken is volgens Roobeek de belangrijkste beweging om niet de nadruk op ziekte, maar op gezondheid te leggen. Dit betekent meer aandacht voor preventie en een gezonde levensstijl. Door de transformaties in technologie zijn er nu veel meer mogelijkheden om dat ook daadwerkelijk voor elkaar te krijgen. “Maar ook maatschappelijk verandert er veel. Meer mensen sporten, bewegen en willen gezond leven en zijn op een ander manier met hun gezondheidstoekomst bezig.’’

Andere zorgwereld Deze beweging verandert de zorg. Roobeek: “Als je nu in een verzorgingscentrum of ziekenhuis komt, dan gaat het vaak nog over ziekten. Er is dus een andere mindset nodig, die de vraag verandert van ‘Bent u ziek?’ in ‘Hoe gezond bent u en hoe kunnen we u gezond houden?”. In de praktijk blijkt het nog lastig. Driekwart van alle zorggelden gaat naar de hooggespecialiseerde zorg, die daar een belang bij hebben om dat zo te houden. Omdenken van ziek zijn naar gezond blijven, is dus een uitdaging.

Zorgprofessionals Om de mindset bij de zorgprofessional te veranderen, ligt het antwoord volgens Roobeek in netwerken met andere partijen. “Als je in een slechte woning leeft, eenzaam bent of geen groen in de buurt hebt, heeft je gezondheid daar last van. Vanuit die netwerkgedachte richt je je dus niet uitsluitend op de ziekte, maar vraag je je af waar de hele mens uit bestaat.’’

Ander recept Dat betekent dus dat de zorgverlener niet altijd een pil hoeft voor te schrijven, maar het advies kan geven om een lekker stuk te wandelen. Dat zijn hints waarmee je gezondheid veel meer stimuleert en de last misschien wegdrukt. Als dat gecombineerd wordt met collective intelligence, betaal je minder aan specialistische zorg. Met daarin een belangrijke rol voor AI, omdat je daarbij patronen kunt zien en analyseren. “Dat resulteert er uiteindelijk in dat we een veel rijker leven met elkaar kunnen hebben, zonder dat het meer hoeft te kosten’’, verklaart Roobeek tot besluit.