18 jun 2019
|
Maatschappij
Journalist: Hugo Schrameyer
Met de inwerkingtreding van de nieuwe privacywetgeving vorig jaar is het vastleggen van persoonsgegevens gebonden aan strenge regelgeving. Op zich heeft dat geen direct effect op de mogelijkheden van camerabeveiliging. Wat nu wel duidelijk staat omschreven, is dat er een rechtvaardig belang moet zijn voor cameratoezicht.
Een werkgever mag met zijn camera niet controleren of medewerkers achter hun bureau zitten, maar je mag camera’s wel gebruiken om diefstal tegen te gaan. Bovendien mag het cameratoezicht niet op zichzelf staan. Dat toezicht moet onderdeel zijn van een totaalpakket aan maatregelen.
Een ander gerechtvaardigd belang van cameragebruik in of rondom het bedrijf kan ook betrekking hebben op het beschermen van werknemers, klanten en bezoekers. Dat is bijvoorbeeld aan de orde bij een benzinestation. Met behulp van cameratoezicht wordt de kans op een overval duidelijk verkleind, waardoor werknemers en bezoekers van het station beter zijn beschermd.
Belangrijk om te beseffen, is ook dat camerabeelden niet lang bewaard mogen blijven. Beelden waarop geen incidenten te zien zijn, moeten na vier weken zijn gewist. Is er met camera’s een diefstal vastgelegd, dan mogen de beelden worden bewaard tot het geschil of de gerechtelijke procedure is afgehandeld.