27 aug 2020
|
Maatschappij
Journalist: Féline van der Linde
Bijna 400 activiteiten rolden er uit een quickscan naar de circulaire activiteiten van de waterschappen. Een enorme hoeveelheid aan activiteiten die in grafiekjes werden gezet, waardoor duidelijk werd dat sommige waterschappen goed lieten zien wat ze precies doen in de transitie naar de circulaire economie. Andere waterschappen doen dat minder, niet omdat ze niet aan de transitie naar een circulaire economie doen, maar omdat deze kleiner zijn en ze daardoor minder tijd en aandacht aan communicatie kunnen besteden.
“We hebben een internetinventarisatie gedaan. Alle websites van de waterschappen hebben we geanalyseerd naar circulaire activiteiten”, vertelt Mathijs Oosterhuis, business developer bij Royal HaskoningDHV. “Wat we vooral zagen na onze inventarisatie was dat er vooral veel onderzoeken en verkenningen plaatsvonden bij de waterschappen omtrent circulaire economie. Maar de realisatie blijft nog achter. Het daadwerkelijk omzetten in maatregelen als de onderzoeken nog niet zijn afgesloten blijft lastig.”
Er is veel focus op de afvalwaterketen, gaat Oosterhuis verder. “Zo is er het initiatief energie en grondstoffenfabriek van de Nederlandse waterschappen, met een aantal projecten, zoals fosfaat en energie rendabel terugwinnen uit het afvalwater. Daarnaast zijn er nog allerlei initiatieven met betrekking op het watersysteem.” Het maaisel dat langs de sloten wordt weggemaaid kan bijvoorbeeld nog veel beter benut worden, aldus Oosterhuis. “Er zijn allerlei proeven om daar onder andere eiwitten uit te halen en er wordt een slimme manier ontwikkeld om er compost van te maken voor de land en tuinbouw. Het moeilijke hierbij is dat het niet naar een centraal punt wordt gebracht, maar periodiek en overal in Nederland bij kleine slootjes wordt gemaaid. Hoe ga je dat op een duurzame manier en een zo goedkoop mogelijke manier naar een centraal punt krijgen om het efficiënt te verwerken tot compost?”
Een ander mooi voorbeeld is die van de baggerblokken. De watergangen worden niet alleen gemaaid, maar ook gebaggerd en vervolgens op de kant gelegd. Van die bagger kan een soort blok gemaakt worden, dat gebruikt kan worden voor het versterken van waterkeringen en dijken, vertelt Oosterhuis. “Wat we duidelijk hebben kunnen zien bij alle genoemde voorbeelden is dat de waterschappen goed samenwerken, onderling maar ook met regionale bedrijven, andere overheden en kennisinstellingen.” Wanneer iedereen zijn eigen ding doet, schiet het niet op, aldus Oosterhuis.
“Tegelijkertijd zou ik graag realistisch willen blijven. Het winnen van grondstoffen uit afvalwater is een complex vraagstuk. Waarbij de volksgezondheid nooit in gevaar mag komen. Wanneer er iets niet op een veilige manier kan, dan kan het niet uitgevoerd worden. Dit maakt de terugwinning van grondstoffen uit afvalwater (hoewel het een goed streven is) best ingewikkeld. Naast het terugwinnen van grondstoffen kan er nog meer aandacht besteed worden aan het beperken van het verbruik van energie en chemicaliën bij het waterzuiveringsproces, ook dit is duurzaam.”
Als laatste wordt ook het bouwen van bijvoorbeeld pompen en waterzuiveringen steeds duurzamer, waarbij je een minimaal gebruik van grondstoffen hebt, minimale CO2-emissie en je iets kan neerzetten dat lang meegaat. Daar zijn tools voor ontwikkeld en daar denken de waterschappen veelal over na, maar daar is nog een wereld te winnen, besluit Oosterhuis. “Het ontbreekt nog aan de realisatie en het daadwerkelijk uitvoeren. Maar er is al heel veel mogelijk en door de goede samenwerkingen van alle partijen worden de waterschappen steeds circulairder.”