24 aug 2021
|
Levensstijl
Circulariteit is één op één verbonden met de wateropgave. Het wordt steeds warmer en droger, de waterbeschikbaarheid wordt minder, er komen steeds meer piekbuien, de zeespiegel stijgt en er ontstaan vraagstukken rondom de waterkwaliteit. Het is dan ook niet meer dan logisch dat de Unie van Waterschappen zich dagelijks bezighoudt met circulariteit om zo de vraagstukken rondom water en klimaatverandering de baas te worden.
“We zijn simpelweg de overheid die het meeste met klimaatverandering te maken heeft op een dagelijkse basis”, stelt Sander Mager, dagelijks bestuurder Unie van Waterschappen op het thema duurzaamheid en circulaire economie. “We voelen de gevolgen elke dag en zijn bovendien ook goed gepositioneerd om zelf bij te dragen aan de oplossing. Bijvoorbeeld door grondstoffen en energie terug te winnen door zuivering, maar ook door gebruik te maken van onze inkoopkracht om duurzamer materialen en materieel aan te kopen. Ook hergebruiken we het water uit de rioolwaterzuivering, om het opnieuw als grondstof te kunnen gebruiken.”
Op het gebied van circulariteit gebeurt er bij de waterschappen dan ook een hoop. “We zijn momenteel bezig met het opzetten van een visie circulaire waterschappen en we zijn gecommitteerd aan het grondstoffenakkoord”, stelt Mager. “De deadline van 2030 die hierin gesteld wordt is al heel dichtbij, dus we proberen grote stappen te zetten en concrete actielijnen af te spreken. Dat begint ermee dat je volledig zicht moet hebben op wat er in- en uitgaat binnen de waterschappen. Wat produceren we? Wat loopt er door de processen? Dan kan je namelijk ook kijken waar je het grootste effect en de meeste impact kan realiseren. Als ik naar dat soort lijnen kijk is het terugwinnen van grondstoffen een hele belangrijke. We kunnen al zo’n achttien grondstoffen terugwinnen uit het afvalwater, dus we zijn druk bezig met de techniek om dat mogelijk te maken.”
Om dat te doen wordt er jaarlijks zo’n 2,2 miljard euro in de markt gezet met inkoop en aanbesteding. “De waterschappen kunnen als launching customer een hoop betekenen voor de omslag naar circulariteit”, stelt Toine Poppelaars, dagelijks bestuurder van Unie van Waterschappen voor inkoop en financiën. “Door circulair en klimaatneutraal in te kopen kunnen we echt een verschil maken. We kiezen in onze aanbestedingen dan ook voor de partners die het duurzamer kunnen doen.”
Maar een goede circulariteitsstrategie, begint nog altijd bij jezelf, stelt Poppelaars. “Je kan niet alles bij de marktpartijen neerleggen, dus zijn we zelf ook bezig met allerlei ontwikkelingen en uitvindingen om onze eigen processen te verduurzamen. Bijvoorbeeld door te kijken naar het hergebruiken van bagger voor oeverbescherming. In het waterschap Scheldestromen worden daar momenteel proeven mee gedaan in samenwerking met Netics BV.”
Poppelaars legt het proces uit: “Bagger die we uit de sloten halen wordt over het algemeen aan de kant gezet, komt op het land terecht of wordt gestort. Vooral dat laatste is een dure grap. We zijn dus gaan kijken of we dat niet op een nuttige manier konden inzetten met een bepaalde lijmconstructie waardoor het hard wordt als het uitdroogt. Dat hebben we nu ingezet als klimaatneutrale en circulaire dijkbekleding, waardoor we kunnen besparen op betonnen bekleding. Dat doen we binnenkort eerst op kleine schaal, om te kijken of het werkt en net zo lang meegaat als beton. We besparen daarmee een nieuw product waarbij heel veel CO2 uitgestoten wordt, namelijk het maken van beton. Als we een afvalstof kunnen gebruiken om iets nieuws te maken is dat pure winst.”
Om dit soort oplossingen te blijven realiseren en tot een goed einde te brengen, is een verandering van werken nodig. “We moeten als waterschappen echt anders naar dingen gaan kijken, want ook wij komen uit een lineair systeem”, vertelt Mager. “Circulair werken moet echt voor iedereen binnen de organisatie de standaard worden en we moeten met z’n allen samenwerken aan klimaatneutraliteit. Dat vraagt om afstemming tussen de waterschappen. We doen regionaal onze eigen proeven en onderzoeken, maar delen dat onderling weer zodat we de beste oplossingen landelijk door kunnen voeren. En dat is nodig, want de urgentie wordt steeds hoger. Als je nu kijkt naar de hoge temperaturen in Canada, bosbranden wereldwijd en ook de overstromingen en windhozen in eigen land gaat het sneller dan iedereen gedacht heeft. 2030 is al enorm dichtbij, dus we moeten nu door gaan zetten om het probleem aan te pakken. En dat kunnen we alleen samen doen.”