Deel dit artikel:

28 feb 2018

|

Maatschappij

De straat als opvang voor stortbuien

Journalist: Mark van der Heijden

Voorbereid zijn op de toekomst is van groot belang, zeker nu het klimaat verandert. Wat kunnen gemeenten doen?

De enorme stortbui die nu maar af en toe voorkomt, de tropische dagen die zich nu enkele keren per jaar voordoen; beiden zullen over een aantal jaar veel gebruikelijker zijn. Met andere woorden, het weer dat we nu extreem noemen, zal in de toekomst normaal zijn. 


Dat is waar klimaatadaptatie zich op richt; zorgen dat onze leefomgeving klaar is voor het nieuwe normaal. Dat hebben we al gedaan voor de stijgende zeespiegel en de hogere rivierstanden; hogere dijken en grotere uiterwaarden beschermen ons tegen een overvloed aan water. Maar wat te doen met het regenwater dat steeds vaker in veel intensere buien uit de hemel valt?


“Je zou dit kunnen opvangen door rioleringsbuizen groter te maken,” zegt David van Raalten, verantwoordelijk voor watermanagementoplossingen bij ontwerp- en ingenieursorganisatie Arcadis, “maar dat vraagt zo’n investering, dat gaat niet lukken. We zullen dus een deel van het water tijdelijk in de openbare ruimte – wegen, groenstroken, parkeerplaatsen enz. –moeten kunnen bergen, waarna het langzaam wegstroomt via de riolering.”


Het is een onderwerp waar Nederland maar langzaam voor warmloopt. Veel steden denken hier nog weinig over na. Deltacommissaris Wim Kuijken, die als taak heeft te zorgen dat iedereen in Nederland droge voeten heeft en houdt, heeft daarom gemeenten en waterschappen verplicht om uiterlijk 2019 met een stresstest de kwetsbaarheden in beeld te brengen.


“Op basis van een model zullen ze moeten simuleren wat er gebeurt bij een teveel aan water”, zegt Van Raalten. “Als een put hoger zit en een ander lager, weet je waar het teveel aan water naartoe loopt. Als daarnaast weer de ingang van een parkeergarage zit, weet je waar het probleem zit.”


Hasse Goosen, onderzoeker bij Wageningen University & Research, juicht deze testen toe. “De klimaatverandering is een sluipmoordenaar, verpakt in lekker weer. De urgentie is dus groot.” Zeker omdat in stedelijk gebied, financieel gezien, maar af en toe ingegrepen kan worden. “Bijvoorbeeld als de straat op de schop gaat, de riolering wordt vernieuwd of een nieuwbouwwijk wordt gebouwd. Die momenten moet je gebruiken om klimaatbestendig te worden. Dan hoeft aanpassing niet veel duurder te zijn.”


Goosen noemt groene daken, met lekker veel begroeiing dus, als voorbeeld. “Bij een normaal dak met dakpannen is het water binnen een paar seconden in het riool. Met een groen dak kun je het water vertragen”, zegt hij. “Zorg ook voor berging in het straatprofiel, leg de deurdrempels wat hoger aan. Liever heb je het water op straat dan in huis.”


In Rotterdam is geëxperimenteerd met waterpleinen, vult Van Raalten aan. “Dat zijn speeltuinen voor kinderen die worden ingezet als tijdelijke waterberging. Het is een nieuw concept, er zijn er nog maar twee aangelegd. Dat geeft ook aan hoe het nog in de kinderschoenen staat.” 


Zowel Van Raalten als Goosen pleit er dan ook voor dat klimaatadaptief werken een standaardpraktijk wordt. Goosen: “Nog te vaak wordt vanuit het huidige klimaat gedacht en wordt klimaatadaptatie over het hoofd gezien. Daarom wil ik een pleidooi houden dat bouwontwikkelaars niet alleen worden gekozen op basis van prijs, maar dat ook wordt gekeken naar hoe klimaatbestendig zij ontwikkelen. Als je wil dat een boom schaduw geeft, zul je hem nu al moeten planten.”


Naast het klimaatadaptief werken met water, kunnen we uit water ook een hoop grondstoffen halen. Uit afvalwater bijvoorbeeld, zo stelt Frank Buijs, directeur van ENVAQUA, de branchevereniging voor milieu- en watertechnologiebedrijven. “Afvalwater is een schat aan grondstoffen en energie. Denk bijvoorbeeld aan de fosfaten die hierin te vinden zijn. Het waterschap probeert deze grondstoffen uit het water te halen om daarmee onze akkers vruchtbaarder te maken. Daarnaast zorgen biologische processen op afvalwater ook voor methaangas, waarvan weer biogas gemaakt kan worden.”


Meer groen, meer ruimte voor water en meer grondstoffen. De stad hoeft er dus niet slechter op te worden. Van Raalten: “Het biedt inderdaad een kans om de stad mooier, leefbaarder en groener te maken. En het voordeel van meer groen, is dat het ook de temperatuur omlaag brengt.”

Gesponsord