Fotografie mag dan wel veranderd zijn, als we op reis gaan mag het nog altijd iets meer zijn, maar uiteindelijk heeft het weinig zin om meer dan duizend foto’s op je smartphone te hebben. “Wie foto’s maakt op reis, gaat beter voor kwaliteit”, vertelt reisfotograaf Johan Lolos. “We zoeken verhalen en proberen die op een unieke manier in beeld te brengen.” Voor Lolos is compositie de sleutel tot succes. “Ga op zoek naar de hoofdlijnen die je in een foto wil brengen. Wat moet op de voorgrond tot uiting komen? Welke diepte bepaal je in je foto? Welke lens gebruik je het best? Hoe beter je voorbereid bent, hoe beter het eindresultaat van je foto.”

Reisblogster Stefania van Lieshout tipt: “Fotografische lijnen helpen de kijker echt vooruit. Ze duwen hen de door jou gewenste richting in. Als we naar een foto kijken, volgen we natuurlijke lijnen zonder er echt over na te denken. Dit is een nuttige techniek om de blik van de toeschouwer naar het onderwerp van de foto te trekken.” Van Lieshout legt ook uit dat de ‘regel van derden’ een goeie richtlijn is om een betere fotocompositie te maken. “Veel fotografen houden die regel in gedachten.” De regel impliceert dat je de compositie opdeelt in drie gelijke delen. “De beste landschapsfoto’s hebben zowel in de voorgrond, in het midden en in de achtergrond iets te bieden voor de kijker. Een foto van de zee kan bijvoorbeeld uit een derde speciale lucht bestaan, uit een derde strand en een derde kolkende zee. De meeste toestellen leggen zelfs een fictief raster over het beeld wat je helpt om de regel van derden te volgen.”

Johan Lolos adviseert ook om rekening te houden met het licht. Het uur na zonsopkomst en het uur voor zonsondergang noemt hij de ‘magische uren’. “Die uren geven gouden licht. De zon staat laag waardoor je beeld zachter en interessanter wordt. Tijdens de dag is het licht vaak veel te fel waardoor je nadien toch moet corrigeren op de computer.” Daarnaast is vroeg opstaan een absolute meerwaarde voor je foto. “Niets irritanter dan een horde toeristen die in de weg loopt”, lacht Lolos. Als je bij zonsopgang je plekje hebt, ben je safe. Je foto zal veel beter zijn en je kan zelf ontspannen op het mooiste ogenblik van de dag.”

Van Lieshout geeft mee dat je gerust eens out of the box mag denken wat betreft compositie:  “Veel hobbyfotografen hebben de neiging om het onderwerp van de foto steeds centraal te plaatsen. Dat resulteert in iets statischere beelden. Overweeg eens om het onderwerp meer links of rechts te plaatsen. Dat geeft meer vaart aan de compositie.”

Uiteraard speelt ook het materiaal een belangrijk rol, maar het blijft een afweging. De nieuwe smartphone met vier camera’s neemt een pak minder plaats in dan de spiegelreflexcamera met diverse lenzen. Lolos: “Met een lichte camera ben je inderdaad een pak mobieler, maar ik adviseer toch om met echt materiaal te werken. Koop ook een extra lens. Voor 200 euro heb je al een uitstekende 35mm of 50mm die veel betere en scherpere foto’s zal afleveren, zeker voor portretfoto’s.”

Van Lieshout besluit: “Vergeet ook niet te kijken. De ogen blijven de eerste en de beste camera. Kijk eerst, observeer, bepaal je kader en grijp dan pas naar je fototoestel. Niet andersom.”