Deel dit artikel:

15 aug 2019

|

Levensstijl

Eva de Goede: 'Zoek je eigen fitheid'

Journalist: Jerry Huinder

Het team. Dat geeft Eva de Goede de motivatie om er alles voor te doen om fit te blijven. “Het is heel fijn als je iemand hebt die je motiveert en stimuleert om ergens naartoe te werken.”

Fit worden, fit zijn, fit blijven. Ook al betekent dat dingen doen die je niet altijd even leuk vindt. Voor de gemiddelde Nederlander klinkt dit als een zware opgave, voor een topsporter is het de dagelijkse gang van zaken. Zo ook voor Eva de Goede, tophockeyster van Amsterdam én het Nederlands elftal. Toch is vooral het fit blijven voor de door de internationale hockeyfederatie als wereldspeelster van het jaar 2018 gekozen speelster niet altijd evident. Ze was veelvuldig geblesseerd in haar carrière, wat haar zelfs noopte tot een sabbatical. “Ik had toen een fysiek en daardoor ook mentaal probleem. Ik was op dat moment echt op. Voor mij was het absoluut nodig om bij te tanken, ik heb toen zes maanden niks met hockey gedaan.” Inmiddels is ze weer helemaal fit, in balans en volop aan het hockeyen. Met een lichaam dat optimaal presteert. Toch is ze soms onzeker over haar lichaam. “Maar wel voornamelijk op sportgebied, op het vlak van blessures.”


En op privévlak?

“Nee, dat valt wel mee. Iedereen is weleens onzeker over iets van zijn lichaam, maar ik heb geen blijvende onzekerheden.”


‘Als ik nu weer 17 zou zijn, zou ik meer in de gym te vinden zijn dan ik toen was’, zei je ooit in een interview. Waarom?

“Ter voorkoming van blessures. Ik ben niet iemand die met heel veel gewichten aan de slag gaat. Ik ben vooral in het krachthonk om aan mijn core stability te werken, die zorgt voor balans in mijn lichaam. Als mijn core sterk is, voel ik me fit. Buik, rug, billen, benen zijn voor mij van groot belang om me sterk te voelen op het veld. Als die basis goed is, kan ik de rest uitbouwen. Dan pas kan ik aan mijn startsnelheid en wendbaarheid werken. Dan pas kan ik de andere fysieke training goed aan, en kan ik dat uitbouwen.”


Hoe doe je dat, aan je core werken?

“Voornamelijk door te planken, buikspier- en beenspieroefeningen, en mijn onderrug te trainen op zo’n apparaat waar je naar voren valt en dan weer omhoog moet komen, ik weet niet hoe het ook alweer heet. Niet per se oefeningen die ik het liefste doe, maar ik zit in een team, dus we doen het gelukkig vaak samen. Het is zeker niet mijn favoriete bezigheid, maar ik weet dat het belangrijk is.”


Zijn er andere dingen uit je jeugd die je anders zou doen met de kennis van nu?

“Nee, dat denk ik niet. Ik heb vanaf jongs af aan genoten en heb alles volle bak gedaan. Ik ben er echt vanaf jonge leeftijd voor gegaan. Ik was 17 toen ik bij het Nederlands team kwam en ik dacht: ‘Ik ga ervan genieten, want het zal vast niet lang goed gaan, dus ik moet nu alles eruit halen’.”


Dat had je verkeerd ingeschat.

“Haha, ja, het gaat al best lang goed…”


Voel je je fit?

“Ja. Zeker. Zoals ik me nu voel, denk ik dat ik nog wel 5 jaar door kan hockeyen, wat ik overigens niet ga doen, haha. Hoe lang dan wel? Ik heb nu mijn zinnen op de Olympische Spelen van Tokio gezet en daarna ga ik een keuze maken.”


Hoe was het om terug te komen na je sabbatical?

“Ik kwam zes weken voor de voorbereiding van mijn club Amsterdam terug, en toen dacht ik: ‘Ik kan tijdens de voorbereiding fit worden, maar ik kan deze zes weken ook gebruiken om echt fit te worden met een personal trainer’. Met al het blessureleed dat ik had gehad, heb ik toen besloten om dat te doen. Achteraf gezien ben ik daar heel blij mee. Het was afzien, maar superleuk. Ik heb ervan genoten, het is heel fijn als je iemand hebt die je motiveert en stimuleert om ergens naartoe te werken. Ik heb lekker in Zeist door de bossen gerend, waar mijn ouders vandaan komen.”


Heb je dat nodig, iemand die je stimuleert?

“Ik vind dat wel fijn, ben een teamspeler, echt een hockeymeisje, om het maar even zo te zeggen. Het team spreekt mij heel erg aan.”


Hoe belangrijk is gezond eten voor jou bij het je fit voelen?

“Echt heel belangrijk, maar dat betekent niet dat ik niet af en toe een lekker patatje eet hoor. Ik let wel echt op wat ik eet, ik moet de goede dingen binnenkrijgen: eiwitten, koolhydraten, groente. Gevarieerd en gezond. Ik eet niet heel veel vlees, wel kip, en veel vis. Je kan op het gebied van voedsel begeleid worden door de bond, maar ik heb er nooit veel problemen mee gehad om het zelf te doen. Mijn eten afwegen zoals wielrenners? Nee, dat doen we echt niet, gelukkig niet zeg. Dat hoeft voor mij niet, dan wordt het zo’n obsessie.”


Heb je een guilty pleasure?

“Eigenlijk wel. Ik vind ijs heel lekker, maar ben wel lactose intolerant. Dus voor mij is het vegan ijs, en gelukkig komt daar steeds meer van. Dat is heel fijn, nou ja, fijn, eigenlijk niet, want dan eet ik er meer van… Nee toch wel hoor, een guilty pleasure hoort erbij.”


Alcohol: met mate, no go of moet kunnen?

“Moet kunnen, maar dan wel met mate. Het hangt heel erg af van de periode. Als ik naar een toernooi toewerk dan drink ik helemaal niet, maar op het moment dat ik vakantie heb, vind ik zeker dat ik een glaasje wijn of een biertje moet kunnen drinken. Echt dronken worden, dat gebeurt eigenlijk nooit, behalve als ik met een gouden medaille om mijn nek sta na een Olympische finale. Dan is het helemaal oké. Maar zwarte gaten van het harde drinken ken ik niet.”


Wat is het grootste misverstand over women’s health?

“Dat fit zijn voor iedereen hetzelfde is. Dat is niet zo. Mijn fit kan heel anders zijn dan jouw fit. Daar gaat het soms fout. Ik moet niet denken dat iemand die twee kilo’s lichter is, ook fitter is, en zeker niet dat ik twee kilo lichter ook fitter zou zijn. Zo werkt het niet. Zoek je eigen fitheid waar jij je goed en lekker bij voelt.”


Tot slot: als jij morgen stopt met tophockey, wat is dan het eerste dat je zou doen op het gebied van gezondheid?

“Niet meer naar de gym gaan. En wat meer vegan ijs eten. En zo af en toe een frikadelletje speciaal. Maar ik blijf zeker ook sporten. Tennissen, golfen. En hardlopen, want dat is een fijne manier om fit te blijven. In een half uurtje kan je echt alles geven, kapotgaan. Of dat niet eenzaam is voor een teamspeler zoals ik? Nou, ik zou wel graag met een groepje hardlopen inderdaad, haha.”

Gesponsord