24 mrt 2021
|
Industrie
Journalist: Féline van der Linde
Boeren en duurzaamheid. Volgens sommigen in politiek Den Haag niet zo’n goede match, maar de werkelijkheid is anders, stelt de Sjaak van der Tak. “Geloof me: geef een boer de financiële mogelijkheid om te verduurzamen en hij doet het.”
Met zijn poten in de modder staan om de sector te leren kennen. Dat is wat Sjaak van der Tak, sinds begin dit jaar voorzitter van LTO Nederland, de ondernemersorganisatie voor Nederlandse boeren en tuinders, de afgelopen drie maanden letterlijk deed. Hij wilde de eerste periode van zijn voorzitterschap namelijk gebruiken om kennis te maken met de leden, de boeren. Voornamelijk met de dierlijke kant van de sector dan, want een groot gedeelte van de plantaardige kant van het boerenbestaan kende hij al vanwege zijn jarenlange voorzitterschap van Glastuinbouw Nederland en zijn rol als burgemeester van Westland in het verleden. Week in, week uit, ging hij op werkbezoek: in totaal bezocht hij meer dan 70 boerenbedrijven. “Ik wilde binnen drie maanden alles weten van de dierlijke sector.” Of dat is gelukt? “Laat ik het zo zeggen, ik weet waar ik bij een koe op moet letten: hoe sterk ‘ie op zijn poten staat, of de vacht glanst en hoe het volume van zijn pens is. Ik weet inmiddels of het een goede koe is, ik kom al aardig thuis.”
Wat heeft u in die kennismakingsperiode nog meer geleerd?
“Dat melkveehouderijen het buitengewoon lastig hebben. Statistieken geven aan dat een gemiddelde melkveehouderij een schuld heeft van 3 miljoen euro, een omzet van 300.000 euro en een relatief netto-inkomen voor de boer van 31.750 euro. Die staan er financieel echt heel slecht voor. Want let op: met de nieuwe stikstofwet is er een situatie dat ze moeten investeren in een systeem dat ervoor zorgt dat urine en uitwerpselen beter gescheiden worden en dat kost 20.000 euro. Als je dat aftrekt van het netto-inkomen dan komen ze onder het bijstandsniveau. Tja, voor 80, 90, soms wel 100 uur per week werken, is dat zeer marginaal. Zoals onze boeren aangeven, dat kan niet uit.”
Wat is uw top drie van prioriteiten die u tijdens het eerste jaar van uw voorzitterschap wil aanpakken?
“Het verdienvermogen versterken is topprioriteit nummer één. Het is mijn opdracht om ervoor te zorgen dat we weer één boerenfront te vormen, om het collectieve belang weer op de agenda te krijgen. Dan kunnen we er namelijk als sector voor zorgen dat we verdienmodellen afspreken met supermarkten waarin we een afgesproken minimum kostprijs voor onze producten krijgen, waar de verduurzaming in verrekend is. Dat mag binnen de mededingingswet als je dat als sector met afzonderlijke afnemers doet. Die supermarkt kan dat weer deels doorbereken aan de klanten, zodat iedereen meebetaalt aan een duurzaam product.”
En prioriteit nummer twee?
“Verantwoord ondernemerschap bevorderen. Vanuit de samenleving is een beweging gaande die je ook op het boerenerf terug moet zien. Jongen boeren begrijpen dit volledig, die willen veilig en gezond voedsel leveren, want dan zijn we ook onderdeel van de oplossing van morgen. De pandemie heeft ons wel geleerd dat veilig en gezond voedsel de toekomst heeft. Als derde wil ik komen tot een plan voor de toekomst waarin milieu en ondernemen samengaan. Dat plan heet ‘Strategisch plan sterk agrarisch Nederland 2030’. Daarin moeten economie, dierenwelzijn, mens, natuur en milieu samenkomen.”
Na uw aanstelling zei u dat het moeilijke tijden voor de boeren zijn, omdat ‘de marges dun zijn, de regeldruk hoog en het politiek-maatschappelijke debat steeds feller’. Moet die regeldruk omlaag?
“Zeker. We willen geen maatregelingenwetgeving, maar doelenwetgeving. En dat doel mag gecontroleerd worden hè, geen enkel probleem. We snappen dat afrekenbare doelen nodig zijn, maar tegelijkertijd willen we het vertrouwen dat wij zelf binnen onze ondernemingen wel kunnen bepalen hoe we dat doel gaan bereiken. Simpel gezegd: vertel een boer hoeveel stikstof hij mag uitstoten, en hij zorgt ervoor dat hij dat maximum niet overschrijdt. En natuurlijk moet er dan wel geld bij uit Den Haag, want we kunnen het financieel niet alleen, maar als dat beschikbaar wordt gesteld, dan gaan wij de klus klaren. Ik heb het adagium: als de samenleving wil verduurzamen, dan dient de boer daarvoor te worden gecompenseerd.”
Het felle politiek-maatschappelijke debat noemt u ook: daar hebben de boeren zelf toch ook wel een beetje aan bijgedragen toch?
“Dat vind ik maar relatief. Het punt is dat de politiek voortdurend heeft gezegd dat de boeren zelf voor verduurzaming moeten zorgen. Dat vind ik een eenzijdige opgave. Dat gezegd hebbende: alsnog hebben de boeren al veel gedaan op het gebied van het terugbrengen van de stikstof. Alleen daar wordt nooit naar gekeken, we worden alleen afgerekend op wat er nu aan de orde is, terwijl we ook nu onderdeel van de oplossing willen zijn. Duurzame landbouw is voor ons een gegeven. Geloof me: geef een boer de financiële mogelijkheid om te verduurzamen en hij doet het. Wij willen vooruitboeren. Maar als je dan hoort hoe sommigen in de politiek over de boeren praten… Die noemen de boeren vervuilers, dat deugt echt niet. Dan snap ik wel dat er boeren boos zijn.”
Wat moet het nieuwe kabinet doen om dat verduurzamen mogelijk te maken?
“Investeren in innovatie. Tot nu is er een subsidieregeling van 25 procent, maar daar kan die verbouwing van de stal niet van betaald worden. Dan moet je als regering op significant meer inzetten. Zo’n subsidieregeling brengt de innovatie echt op gang, dan krijg je financiering van de bank en de rest kan de boer zelf maken. Zo moet je de financiering mogelijk maken om die transitieslag te bereiken. Vanuit een negatieve positie kom je zo weer in een positieve toekomstgerichte positie. Dat moet in het regeerakkoord worden opgenomen.”
En als dat niet gebeurt, is het dan wachten op een volgend boerenprotest?
“Dat komt iedere dag dan dichterbij. En het is niet nodig. Boeren zijn bereid tot overleg, maar dan moet dat overleg wel iets opleveren. De overheid moet flinke stappen zetten. Maar het is volgens ons ook te veel gepraat en te weinig actie. Als je naar een boer toe rijdt, waar dan ook, dan zie je dat die boerderijen vaak alleen staan. Een boer praat niet veel, haha. Ik zie graag een nieuwe minister die nog meer voortgang organiseert en duidelijkheid creëert op de lange termijn, zodat we tot actie kunnen overgaan. Zorg voor verdienmodellen die werken en geef ons de doelen, dan zorgen wij dat het gebeurt.”