“Ook kinderen worden meegenomen in de voedselconsumptiepeiling van het RIVM”, vertelt Iris Groenenberg kennisspecialist Voeding en Gezondheid bij het Voedingscentrum. “Bij de jongste kinderen gaat het beter dan bij oudere kinderen. Zij halen vaker de leeftijdsspecifieke aanbevelingen voor groenten, fruit, brood, aardappelen en graanproducten en zuivel. Wel zien we bij alle leeftijdsgroepen, ook de volwassenen, voorzichtige verbeteringen. Zo zijn we iets meer groenten, fruit en noten gaan eten, minder bewerkt en rood vlees en drinken we minder alcohol en suikerhoudende dranken.”

Daarmee zijn we er echter nog niet. “Het is belangrijk dat we nog meer kleine stapjes gaan zetten om toe te werken naar een gezond eetpatroon voor zowel onszelf als onze kinderen”, stelt Groenenberg. “Bij het Voedingscentrum kijken we daarbij zowel naar de eetomgeving als naar het individu. In de afgelopen decennia is de eetomgeving steeds ongezonder geworden, er kwamen steeds meer eetverleidingen bij waar je ook als kind al aan blootgesteld wordt. Als kinderen ouder worden hebben ze steeds vaker zelf de keuze en dat kan heel lastig zijn. We zetten ons daarom in voor gezondere eetomgevingen op school en de kinderopvang, maar bijvoorbeeld ook in pretparken en dierentuinen.”

Daarnaast is er natuurlijk ook de focus op het individu. Want hoe kan jij er als ouder voor zorgen dat je kinderen een gezond eetpatroon aanleren. Groenenberg: “Als je jouw kind wilt leren gezond te eten is het heel belangrijk dat je zelf het goede voorbeeld geeft. Als jij elke dag een koekje bij de koffie eet, maar je kind moet dan fruit eten dan is dat heel gek. Het is beter om dan zelf ook fruit te eten en te laten zien hoe lekker dat is. Daarnaast is het belangrijk niet de strijd aan te gaan over de avondmaaltijd. Maak liever een afspraak met je kind dat het alles moet proeven, maar dat het bord niet leeg hoeft. Op een gegeven moment leren ze dan de verschillende smaken en texturen te accepteren en waarderen. Groenten kan je daarnaast bijvoorbeeld ook aanbieden op een snackbordje nadat ze uit school komen. Dan hangt niet alles af van die ene maaltijd met groenten aan het einde van de dag. Dat is sowieso een tip, om ook eens bij een andere maaltijd (zoals de lunch) groenten aan te bieden.”

Als een kind vervolgens opgroeit en puber wordt komen er weer nieuwe uitdagingen bij. De schoolkantine en de frikandelbroodjes bij de supermarkt lonken met allerlei verleidingen en de mening van vrienden wordt steeds belangrijker. “Maar ook dan heb je als ouder nog een grote invloed op je kind”, stelt Groenenberg. “Pubers kijken nog steeds naar wat hun ouders doen. Daar kan je handig op inspelen door te laten zien dat jij ook gewoon volkoren boterhammen mee naar je werk neemt, dan is het vanzelfsprekend dat je kind ook brood meeneemt naar school. Natuurlijk zal je kind dan nog steeds wel eens iets lekkers halen in de kantine of supermarkt, maar de basis is goed. Daarnaast is dit ook een goede aanleiding om met je kind in gesprek te gaan over gezonde voeding. Waarom ga je naar de kantine? Wat haal je daar dan? Zou je ook een gezondere keuze kunnen maken? Zo leer je samen oplossingen te vinden.”

Maar het belangrijkste is dat je huis een gezonde haven is. “Zet een mooie fruitschaal op tafel en laat ook zien dat je daar zelf van eet. En zorg dat er drie gezonde maaltijden per dag op tafel komen op vaste eetmomenten. Dan leer je je kind ook dat je niet de hele dag door eet. Als laatste, maar wel heel belangrijk: zorg dat je ook met z’n allen aan tafel eet zonder schermen. Je eet namelijk snel meer als er ook een scherm aanstaat. En het is natuurlijk ook nog eens gezelliger als je aan tafel de dag met elkaar kunt doorspreken.”