Deel dit artikel:

3 mrt 2021

|

Industrie

Meer CO2-uitstoot, minder hernieuwbare energie en minder werkgelegenheid door huidig afvalbeleid

Journalist: Féline van der Linde

Afvalenergiecentrales in Nederland kunnen zowel warmte als elektriciteit produceren uit afval. In 2018 blijkt uit cijfers van het CBS dat 10,8 procent van onze hernieuwbare energie uit de afvalenergiecentrales kwam. De grootste uitdaging waar we in Nederland voor staan is het terugdringen van het gebruik van aardgas en het gebruik van alternatieven is noodzakelijk. Afvalenergiecentrales komen daarin momenteel als belangrijkste warmtebron naar voren en zouden een belangrijk onderdeel kunnen worden van de Regionale  Energie Strategieën. 

“In Europa wordt nog altijd een kwart van het stedelijk afval gewoon gestort”, vertelt Robert Corijn, voorzitter RDF Industry Group. “In Nederland kennen we dat gelukkig niet. Wij hebben hier de capaciteit om te voorkomen dat afval wordt gestort en vervolgens gaat rotten en broeikasgassen gaat uitstoten. Maar dat betekent niet dat het verwerken van afval naar hernieuwbare energie gemakkelijk te realiseren is. We willen graag de markt het werk laten doen, maar dat maakt de overheid momenteel onmogelijk, vanwege de importheffing op het afval.”


Robert Corijn, voorzitter RDF Industry Group


Deze importheffing is bedoeld  om het economisch onmogelijk te maken om bijvoorbeeld warmte uit afval te realiseren, gaat Corijn verder. “De situatie is nu dat als iemand zijn afval wilt laten verwerken dat bedrijf nu vijftig procent meer moet betalen aan belasting vanwege de importheffing. Een significant hoog percentage. In het kader van Urgenda moet er hierdoor 0,2 megaton CO2 bespaard worden, maar als het afval verwerken tot hernieuwbare warmtebronnen onmogelijk wordt gemaakt is het storten van afval onvermijdelijk en dan zal dat volgens onderzoek van TNO juist resulteren in 0,9 megaton meer CO2 uitstoot.” 


Afvalverwerking is geen Nederlandse markt, maar een Europese markt waarbij landen elkaar helpen om zoveel mogelijk afval zo goed mogelijk te verwerken, aldus Corijn. “Nederland importeert zo’n 1,5 tot 1,7 miljoen ton restafval, maar exporteert ook weer zo’n 12 miljoen ton aan afvalstromen naar omringende landen waar Nederland weer onvoldoende verwerkingsmogelijkheden voor heeft. Zo gaat er bijvoorbeeld één miljoen ton gevaarlijk afval naar Duitsland en België.  Met de importheffing zal de import van afval volgens de overheid gaan verdampen. Met het gevolg dat werk in de Nederlandse afvalenergiecentrales gaat wegvallen. Vakbond FNV en werkgeversorganisatie WENB schreven hier afgelopen maand ook al een brandbrief over naar het Ministerie.”


Werkgelegenheid gaat dan logischerwijs enorm achteruit. Corijn: “En wat mij nog het meest stoort is het feit dat de overheid hier geen openheid van zaken over geeft. Zo is er door de drie betrokken Ministeries een factsheet van zes pagina’s opgesteld over de maatschappelijke nadelen en nationale kosten van deze importheffing op afval. Helaas zijn deze zes pagina’s zwart gemaakt voor journalisten en de Tweede Kamer. Dit is dus totaal geen transparant proces. Bovendien is er vanuit de sector een alternatief plan ingediend om de importheffing in te trekken en in plaats daarvan te investeren in meer recycling en meer hernieuwbare energie om zodoende wel tot de beoogde CO2-uitstoot te komen en bovendien de werkgelegenheid te behouden We wachten nu al meer dan een jaar op besluitvorming.”


De Nederlandse afvalenergiecentrales behoren tot de top van de wereld, waar zowel warmte als elektriciteit kan worden opgewekt. Zij kunnen zelfs flexibel schakelen tussen beide. Is er op een bepaald tijdstip niet alle warmte nodig dan  wordt deze omgezet in elektriciteit, besluit Corijn. “Op dit moment maakt de importheffing het onmogelijk om optimaal afval om te zetten in hernieuwbare energiebronnen, waardoor onder andere de werkgelegenheid onder druk komt te staan. Om dit tij te keren is Europese samenwerking, waardoor afval goed verwerkt wordt om zo CO2 uitstoot te reduceren, noodzakelijk. Het zou de Nederlandse overheid sieren om openheid van zaken te geven en deze maand over het alternatieve plan voor de importheffing te besluiten en de importheffing per 1 januari 2022 in te trekken. Immers moet het bijdragen aan de Europese klimaatdoelstellingen niet worden belemmerd door hoge belastingen.”  

Gesponsord