7 okt 2019
|
Maatschappij
Er waart een spook door studieland. Het spook van de angst om fouten te maken. Vooral ouders hebben een bijna maniakale behoefte om kinderen voor missers te behoeden.
Toch is het misschien niet eens zo gek om af en toe in het leven een fout te maken. Als we dat plaatsen in de context van een opleiding, dan is het niet erg om bijvoorbeeld een paar studiepunten te missen, een onvoldoende te halen of een verkeerd vakkenpakket te kiezen. “Vooral ouders hebben de neiging om in de stress te schieten als er bij hun kinderen iets mislukt. Er bestaat een bijna absurde angst om een kind te behoeden voor een blauw plekje. De realiteit is echter dat het maken van missers nu eenmaal bij het leven hoort”, constateert Hermien Miltenburg nuchter. Zij is oudervoorlichter bij de Wageningen Universiteit en blogt vanuit deze hoedanigheid regelmatig over dit onderwerp.
Een zeker succes kan haar daarin niet worden ontzegd. Haalde ze vroeger met haar blogs ongeveer 10.000 pageviews per jaar, tegenwoordig staat de teller op meer dan een half miljoen. Dat lijkt positief, reageert Miltenburg, maar dat is toch wel een signaal. “Onderwerpen die met name goed scoren, hebben van doen met vragen over wat als het niet goed gaat? Wat als mijn kind onvoldoende studiepunten haalt of een verkeerde studiekeuze maakt?”
Dat deze beschermingsangst de laatste jaren zo sterk regeert, heeft volgens Miltenburg alles met de invoering van het sociaal leenstelsel te maken. Studenten mogen domweg niet mislukken omdat ze anders voor torenhoge schulden komen te staan. “Het is echt enorm opvallend dat die nervositeit is toegenomen na invoering van het nieuwe leenstelsel. Vroeger hadden ouders nog zoiets van: ‘Leuk, studeren, ik wou dat ik nog jong was’. Tegenwoordig is daar niets meer van te merken. Ouders stapelen alles op alles om hun kinderen zo ongeschonden mogelijk door hun studie te trekken.”
Is dat erg? Ja, op zich wel, vindt Miltenburg. Een studie moet niet alleen een rationele, maar vooral ook een emotionele keuze zijn. Niet van de ouders, maar van de student zelf. Die moet vooral een studie kiezen waarin die zich lekker voelt. In een werkveld waarin die graag aan de slag wil. “Fouten maken hoort nu eenmaal bij het leven. Dan mis je een keer een paar studiepunten. So what? Daar leer je dan ook weer van.”
Wat ouders zouden moeten beseffen, is dat ze ook zelf niet foutloos door het leven zijn gekomen. Ze moeten kinderen vooral de kans geven om zichzelf te ontplooien. “Ook de student zelf heeft natuurlijk een rol. Die moet zelf de verantwoordelijkheid nemen om een eigen keuze te maken, hoewel het natuurlijk lastig is om te kiezen als ouders te kennen geven daar niet achter te staan.”