25 nov 2022
|
Levensstijl
|
Foto: PEXELS
De regeringsleiders van de EU-lidstaten bereikten onlangs een akkoord over een omvangrijk nieuw pakket met wetgeving. Dat moet de voorwaarden creëren om in 2030 de uitstoot met meer dan de helft te verminderen, en door te stomen richting een Europa dat netto 0 CO2 uitstoot in 2050
Het eerste doel van de nieuwe maatregelen is het waarmaken van de klimaatambities die de EU voor het jaar 2030 heeft vastgelegd. De CO2-uitstoot moet dan met minstens 55 procent zijn verminderd. Dat is echter pas het begin, want het bereiken van dat doel geldt ook als voorwaarde om 20 jaar later het eerste continent te kunnen worden dat geen CO2 meer uitstoot.
Beide targets zijn onhaalbaar zonder ingrijpende maatregelen. Daarom kwam verantwoordelijk Eurocommissaris Frans Timmermans vorig jaar met het zogeheten Fit for 55-pakket. Daarin opgenomen zijn wetsvoorstellen die in 2030 de 55 procent vermindering op moeten leveren. Dat kan overigens zelfs nog 57 procent worden, meldde Timmermans onlangs op de klimaattop in Egypte: “We zijn aan het versnellen”.
De voorstellen in Fit for 55 moesten eerst nog worden goedgekeurd door alle lidstaten. En zoals wel vaker bij grote beslissingen in EU-verband, liepen de belangen van de 27 landen sterk uiteen. Daarom moesten wederom ingewikkelde compromissen worden gesloten om uiteindelijk tot een akkoord te komen. Voor het aan boord krijgen van Duitsland was het bijvoorbeeld nodig om af te wijken van een vurige wens van de Europese Commissie en het Parlement: het verbieden van alle auto's met een verbrandingsmotor in het jaar 2035. Om de eigen auto-industrie te beschermen, probeerden de Duitsers dit, met succes, af te zwakken naar de afspraak dat vanaf 2035 alleen nog nieuwe emissievrije personenauto's mogen worden verkocht.
De zware onderhandelingen leverden uiteindelijk een omvangrijk akkoord op. Wat houden de nieuwe regels concreet in en wat merken burgers en bedrijven daar straks van? We lichten in dit artikel een aantal onderdelen van het pakket uit.
De uitbreiding van het Europees systeem voor emissiehandel (ETS) vormt de kern. Het ETS bestaat al sinds 2005 en legt een maximum CO2-uitstoot vast, waar verschillende uitstoters zich aan moeten houden. De uitstootrechten worden geveild en bedrijven kunnen ze ook verhandelen. Kort gezegd wordt door het ETS een prijs gezet op CO2 en laat het daarmee letterlijk de vervuiler betalen. De maximum uitstoot wordt jaarlijks verder verlaagd voor bepaalde economische sectoren. Nu is afgesproken dat het uitstootplafond versneld omlaag gaat.
Ook wordt een einde gemaakt aan gratis emissierechten voor de luchtvaart. Deze sector viel al onder het ETS, maar hoefde toch niet altijd voor de uitstoot te betalen. Tot een bepaalde hoeveelheid CO2-uitstoot kostte het Europese luchtvaartmaatschappijen niks. Het idee was dat ze zo geen nadeel zouden ondervinden ten opzichte van hun concurrenten buiten Europa In de nieuwe situatie zullen de gratis rechten geleidelijk worden afgeschaft en afgestemd op het wereldwijde programma voor CO2-compensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (CORSIA).
Emissies van schepen gaan eveneens onder het ETS vallen. Het betreft de uitstoot van schepen vanaf 5.000 gross tonnage (GT) op routes binnen de EU en de helft van de uitstoot van schepen die van en naar de EU varen. Vanaf 2027 gaat het ETS gelden voor alle schepen van 400 GT of zwaarder.
Het wegtransport ontkomt ook niet aan het ETS. Mensen die een auto hebben die op benzine of diesel rijdt krijgen niet direct een rekening gepresenteerd, maar de bedrijven waarvan ze diesel of benzine afnemen wel. Dat betekent dat ook de individuele automobilist het zal voelen in de portemonnee, omdat de kosten worden doorberekend in de brandstofprijs.
Tot slot is er nog de gebouwde omgeving. Vanaf 2026 valt deze ook onder het nieuwe ETS. Dat kan zorgen voor hogere woonlasten voor mensen die het al niet breed hebben. Daarom is in het pakket rekening met dat soort situaties gehouden. EU-lidstaten moeten de inkomsten uit de emissiehandel volledig besteden aan klimaat- en energiegerelateerde projecten. Een deel van de inkomsten uit het nieuwe systeem moet ten goede komen aan kwetsbare huishoudens.
Om het totale energieverbruik terug te dringen en energiearmoede aan te pakken, wordt de richtlijn voor energie-efficiëntie ambitieuzer. Hierdoor zal de jaarlijkse energiebesparingsverplichting voor EU-lidstaten bijna verdubbelen. Daarnaast houdt het in dat de publieke sector jaarlijks 3 procent van zijn gebouwen zal moeten renoveren.
Ten slotte het vernieuwde belastingsysteem voor energie. De structuur van belastingtarieven wordt daarin meer bepaald door de impact die een energiesoort heeft op klimaat en milieu. Elk jaar zullen de minimumtarieven worden aangepast aan de hand van cijfers van Eurostat. Voor kerosine en zware olie vervalt de vrijstelling van energiebelastingen die gold bij reizen binnen de EU.