30 nov 2021
|
Industrie
Journalist: Féline van der Linde
Bedrijven, organisaties of particulieren kunnen op vele manier bezig zijn met innovaties. Er kan een nieuw product worden ontwikkeld of een productieproces kan worden verbeterd. Op een technologische innovatie die nieuw en inventief is en industrieel toepasbaar kan octrooi worden aangevraagd.
“Octrooien zijn interessant omdat ze een tijdelijke monopolie bieden aan de uitvinder”, vertelt drs. Petri van Someren, Partner, Europees, Nederlands en Belgisch octrooigemachtigde. “Een octrooi geeft een uitvinder het uitsluitend recht op zijn of haar uitvinding waarmee de uitvinder iemand kan verbieden de uitvinding na te maken. Het monopolie geldt twintig jaar na indiening van de octrooiaangevrage. Na verlening kan het octrooi worden ingeroepen tegen inbreukmakers. De aanvrage wordt na anderhalf jaar gepubliceerd. In die tussentijd (de anderhalf jaar) is de octrooiaanvraag geheim. De octrooiliteratuur is voor iedereen toegankelijk zodat anderen hier inspiratie op kunnen doen voor een volgende uitvinding.”
Ook in de groenteveredeling worden regelmatig nieuwe uitvindingen gedaan, zoals een ziekteresistentie bij komkommers of een eigenschap waardoor gewassen tegen droogte zijn beschermd. Van Someren: “Onder druk van de EU worden er tegenwoordig geen octrooien meer verleend op klassiek veredelde planten. Plantveredelaars kunnen zo weer ongehinderd nieuwe en sterkere gewassen ontwikkelen.” “Om bijvoorbeeld een resistente plant te ontwikkelen worden de juiste ‘ouders’ met de gewenste gunstige eigenschappen met elkaar gekruist. Op deze manier natuurlijke eigenschappen van planten inbrengen in cultuurgewassen is verdeling en dat is niet langer octrooieerbaar”, vertelt Jerre Edens, octrooigemachtigde in opleiding. “Door het patenteren van klassiek veredelde gewassen hadden veredelaars minder toegang tot genetische diversiteit en dat belemmerde de innovatie. En dat wilde de EU voor de uitvinders en plantenveredelaars voorkomen.” Echter wordt er nog wel octrooi verleend op gemuteerde of genetisch gemodificeerde planten, aldus Van Someren.
Eigenlijk is een octrooi een middel en niet een doel op zich. Het is bedoeld om de eigen innovatie te beschermen en om de kosten van een ontwikkeling terug te verdienen. In ruil daarvoor wordt de uitvinding gepubliceerd, waardoor deze als inspiratie kan dienen voor nieuwe innovaties en wordt ook kennis gedeeld. Jaarlijks moet een bedrag worden betaald om een octrooi in stand te houden. Dit bedrag wordt elk jaar hoger met de achterliggende gedachte om innovaties te blijven stimuleren. Wordt het bedrag niet meer betaald dan komt het octrooi te vervallen en komt de technologie voor iedereen beschikbaar.
In de levensmiddelenindustrie staan producten veelal vast door een bepaald recept. “Voor een octrooigemachtigde is het van belang om de essentie van de uitvinding te doorgronden om een zo breed mogelijke bescherming te verkrijgen voor de aanvrager. Wil je met een octrooi bijvoorbeeld een bepaald melkproduct beschermen dat bepaalde voordelen heeft, dan kunnen daar met een aantal veranderingen in de ingrediënten mogelijke variaties op gemaakt worden door anderen. Het is dan de kunst om ervoor te zorgen dat die variaties nog steeds onder het octrooi vallen. In het geval van het Viennetta ijs was de essentie het mondgevoel door de afwisselende lagen krokante chocola en ijs. Het octrooi draaide dan ook om de laagjes en niet om de smaak van het ijs of de chocola. Zeker in de voedingsmiddelen is het aanvragen van octrooi dus een uitdaging. Samen met de uitvinder om de tafel gaan zitten om samen tot de essentie te komen van uitvinding is daarom essentieel.”